Geen gunst maar recht.
VIII. Zoo is dus een groot deel van de kerkelijke en geestelijke goederen, die vroeger aan de Roomsche Kerk behoorden, door de Overheid in de 16e eeuw genaast en verkocht, om daarmede de kosten van den oorlog tegen Spanje te dekken; maar dat de Overheid zelve daarb ...
Geen gunst maar recht.
VII. Al heeft de Overheid in ons land, zooals reeds bleek uit wat we een vorig maal meedeelden omtrent den strijd over de Utrechtsche kapittelgoederen, waarbij Voetius zoo kloek en beslist optrad voor de rechten der Kerk, zeker niet ten opzichte van al deze goedere ...
Geen gunst maar recht.
V. Volgt reeds uit de bestemming dezer goederen, die voor de Kerk en haar eeredienst gegeven zijn, dat de Kerk rechtsaanspraken op deze goederen kan doen gelden, toch is hiermede nog niet genoeg gezegd.De bewering der hedendaagsche juristen, dat deze goedere ...
Geen gunst maar recht.
IV. Om van de ietwat ingewikkelde en lastige rechtsquaestie waarom het bij deze kerkelijke goederen gaat, zich een denkbeeld te vormen, kan men het best als voorbeeld gebruiken eene Universiteit.Een Universiteit heeft het eigenaardige, dat ze wel een zekere ...
Geen gunst maar recht.
III. Bij 't onderzoek naar de rechten die de Kerken kunnen doen gelden op de kerkelijke goederen, moet wel in het oog worden gehouden, dat hier niet sprake Is van goederen of kapitalen, die na de Reformatie In de 16e eeuw door schenking of etflating aan de Kerk zij ...
Geen gunst maar recht.
II. Ofschoon het besluit der Nationale vergadering in 1798 om de zoogenaamde geestelijke goederen, d. w. z. de goederen, waaruit de predikantstractementen dusverre door den Staat betaald werden, tot nationaal eigendom te verklaren en ze voor andere doeleinden te be ...
Geen gunst maar recht.
I. Hoezeer we fn menig opzicht het betoog van Mr. Van Apeldoorn met instemming gelezen hebben, toch, zoo merkten we op, schijnt de oplossing, nl. dat de Staat alle uitkeering aan de Kerken zou doen ophouden sonder Ititkeeriug V& n kapitaaly practisch onmogelijk ...
Subsidieering van het Tooneel.
II. Heeft dus ook naar onze overtuiging de Regeering tot roeping, het tooneel, waarvan zoo groote invloed op het volksleven uitgaat, op hooger zedelijk peil te brengen en voorzoover dit in haar macht staat, den zedebedervenden invloed van het tooneel tegen te gaan, ...
Petrus Datheen.
Indien er één man is, wiens nagedachtenis bij ons Calvinistische volk naleeft, dan is het wel Petrus Datheen. Hij, de machtige prediker, wiens bezielend woord duizenden medesleepte; de kundige organisator, die ons 'vluchtelingen-kerken leidde en op onzen Nationale Synodes den toon aangaf; de man ...
De N. C S. V.
Naar aanleiding van het schrijven van Dr. B. J. Esser, dat we onlangs in de Heraut opnamen en waarin hij rekenschap gaf, waarom hij niet meer zijn vroeger afkeurend standpunt, tegenover de N. C. S. V. innam en.ten slotte herinnerde aan het woord dat > zijn vriend Rullmannc in zijn stuHententij ...