De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 55
53 11, 4 leest m e n : „iedere apostel, die tot u komt, moet ge ontvangen als den Heere". Daarmee is het beginsel gegeven. 65) Papias bij Eus., H. E., III, 3 9 ; Can. Murat., reg. 3 vlg.; etc. 66) Ignat., Ad Magn., 13, 1 : „de leeringen des Heeren en der apostelen"; Ad Trail., 7, 1 : „indien ge u ...
De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 56
54 lische successie en beschermers van het geloof, het aanzien der apostolische kerken, enz. HARNACK meent, dat vooral de toevoeging der Hand., die een zekere afsluiting beteekent, een bewuste, opzettelijke daad moet zijn geweest. Hij acht, dat dit alleen te Rome kon geschieden. Voorzichtiger spr ...
De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 58
56 " ) Reeds bij de geboorte van Jezus zien we het menschelijke: d e overwegingen van Maria, de kribbe, de doeken etc. Echt menschelijk is het geslachtsregister. Verder tal van menschelijke trekken: 7 : 3 ; . 8 : 1—3, 20 en 21; 9 : 32; 11 : 37 vlg. (de strafrede in menschelijk verband); 12 : 35—3 ...
De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 57
55•behoefde niet meer bewezen te worden, dat Jezus de Messias der "Schriften is, zij geloofden (als Christenen) in Hem als hun Heiland. Veel aantrekkelijks heeft de voorstelling gegeven door H.J. CLADDER, S.J., Als die Zeit erfüllt war, Freib. i. Br., 1915, hl. 3vlg., die hierop neerkomt. ...
De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 60
58 ^1 Tim., Tit, 2 Tim.). Deze indeeling heeft verschillende bezwaren, wel in de eerste plaats, dat zij onderstelt, dat in eiken brief een leerstuk behandeld wordt en vervolgens, dat zij over 't hoofd ziet, dat alle brieven zoo niet christologisch, dan toch zeker christocentrisch zijn, om nu van ...
De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 59
57 86) Joh. 1 : 1 vig., 29, 36. 87) Joh. 3 : 34; 4 : 34; 5 : 19, 20, 30. 88) Joh. 2 : 23; 3 : 2; 6 : 2, 14; 9 : 16; 12:37 (zij hadden moeten gelooven). Het groote teeken is de opstanding Joh. 2:19. Dan 11:35,. 19 : 27 en vooral 19 : 34 en 35. 89) Joh. 1 : 32; 4 : 39; 5 : 31—39. 30) Joh. 6 : 66, 6 ...
De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 61
59 "!2<i) 1 Joh. 1 : 7. •2')1 Joh. 3 : 1 vlg.; 3 : 8 vlg.•22) Zie o o k ; A. BRAUNE, Die drei Brief e des Apostels Johannes, Bielefeld en Leipzig, 3'= dr., 1886, bl. 3 ; W . L Ü T G E R T , Die Johanneische Christologie, Gütersloh, 1916, bl. 217 vlg. '23) 1 Kor. 3 : 23, vgl. J. C ...
De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 62
60de befaamde uitdrukking over den brief van Jakobus voorkomt (a. w.,. bl. 429). In het voorbericht op den brief van Jakobus komt de niet minder befaamde uitdrukking Christum treiben voor (a. w., bl. 465). Luther drukt zich niet al te duidelijk uit, maar gelezen in het verband schijnt hij ...
De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 63
^ZlOu61•deelen de echtheid daarvan waarborgt. (Zoo ongeveer VON HOFMANN en zijn school, vgl. WEISS, a. w., bl. 16 en 17). Zulke beschrijvingen zouden op zichzelf wel kunnen worden aanvaard, al moest gezegd, dat ze de kern der zaak niet raken. Gewoonlijk echter bedoelt een dergelijke ...