De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 50
49rechtszekerheid moet dan in ieder geval afzonderlijk worden uitgemaakt, aan welk vanl beide de voorrang toekomt. M. a. w. ook de rechtszekerheid, die als rechtsdoel het recht tegen het relativisme moest beschermen, wordt tenslotte gerelativeerd en daarmede is de antinomie weer tot hare o ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 52
51 linie een hybridisch onding, een ware haard van antinomieën, die uit de oer-antinomie der humanistische wetsidee, het onverzoende conflict tusschen wetenschaps- en persoonlijkheidsideaal gevoed wordt.* * * 4. Het transpersonalistisch type. De herleving van het objectiefidealisme in de r ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 53
52 en empirisch materiaal bestaat, maar geheel en al tot het rijk der vrijheid, het rijk van het gelden, van de rede, van den geest behoort. De cultuurwereld, waartoe ook het récht behoort, is dus de werkelijkheid, voorzoover zij als onderworpen gedacht wordt aan zekere apriorische wetten of beoo ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 55
54 persoonlijkheidsideaal, aan de practische Vernunft, maar toch zijn wetenschap en ethiek niet in de dialectische identiteit harer ideeën verzoend. Het waarden pluralisme moet hier noodwendig in een krasse waardenantinomie uitmonden, daar iedere waarde op zichzelf is gesteld en aan ieder absoluu ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 54
53 Veeleer mengen zich door dit idealistisch stelsel transcendentaal-kritische elementen uit de Kantiaansche gedachtenwereld. Met Hegel stemt Binder volkomen overeen op dit punt, dat ook hij het rijk der causale noodwendigheid, het rijk der natuur, als vrije daad des geestes wil begrijpen, om aan ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 56
55 Wij willen nu nagaan, hoe inderdaad al deze antinomieën zich in Binder's rechtsleer laten aanwijzen en deze antinomieën aan een korte analyse onderwerpen. Gegeven Binder's wijsgeerig uitgangspunt, kan hij de rechtsnormen van andere normen slechts onderscheiden door de rechtsidee. Daar het comp ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 57
56 en zedelijkheid moet worden opgeheven. De vrijheid zou daardoor zelf tot een onmogelijk begrip worden. Want vrij weet ik mij slechts, inzoover ik mij bewust ben, onder de zedewet te staan. Het rijk der vrijheid moet dus samenvallen met het rijk der zedelijkheid en "nu r ein Anwendungsfall des ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 58
57 inderdaad opgeheven. Het dwang-element is, gelijk Binder zelf toegeeft 16), allereerst in de empirische werkelijkheid ontdekt, waar achter het recht immer de mach t staat. Om dezen dwang als redelijk te begrijpen, moest zij als element in de rechtsidee zelve ingaan, om later weer als "Vernunft ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 59
58 de ethische gemeenschapsgedachte in het rijk der ideeën wordt ingeburgerd, maakt de antinomie slechts nog onverdragelijker. Binder schrijft : "Es mag paradox klingen, aber jedenfalls setzt die Rechtsordnung schon in ihrer Idee nicht den idealen, sondern den wirklichen Menschen voraus und rechn ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 60
59 ideaal, dat eerst in het transpersonalisme moest worden overgeheveld, om den staatsdwang met de idee der vrije persoonlijkheid tot hooge re identiteit te brengen, een schans op te werpen tegen de consequentie van het staatsabsolutisme, dat slechts de resultante is van de verflauwing der grenze ...