Rousseau's Emile.
I. (SpeUmg-Terpsira.)Inleiding.In slechts weinig werken vindt men een juist overzicht van de bedoeling die Rousseau met het schrijven van de Emile had en dientengevolge een nog minder juist overzicht van de inhoud van dit werk.J_, icht heeft me ...
Rousseau’s Emlle.
IV. Zedelijkheid en redelijke opvoeding. Reeds in het schema-plan voor de opvoeding van zijn leerling te Lyon komt uit, dat Rousseau de godsdienst grootendeels in de moraal doet opgaan. Het geluk vindt hij in de beoefening van de deu ...
De nieuwe organisatie van het Roomsche Jeugdwerk.
II. Het Patronaat (De K. J. G). „Wij hebben voorgeschreven, dat er voor alle jongens van 12—17 jaar in de parochie één parochiale jeugdvereeniging wordt gesticht, die den naam draagt van K. J. C. dat is: Katholieke Jongens Centrale." ...
De nieuwe organisatie van het Roomsche Jeugdwerk.
IV. De Standenarganisaties voor Jongelingen. We zagen in onze vorige artikelen hoe tot het 17de levensjaar Rome alle jongens vangt in de Patronaten, die dan nu in 't Aartsbisdom herdoopt zijn als K. J. G. (Katholieke Jongens Centrale ...
De nieuwe organisatie van het Roomsche Jeugdwerk
V. Roomsche en Gereformeerde organisaties voor Jongelingen. Wanneer we nu de Roomsche Jongelingsbeweging met de Gereformeerde vergelijken, dan valt ons op, dat thans de methode van Rome geheel afwijkend van de onze is.Voor de ...
De nieuwe organisatie van het Roomsche Jeugdwerk
VI. Het meisjesjeugdwerk. Hebben we tot heden nagegaaa hoe de jongens en jongelingen bij Rome georganiseerd zijn, thans vraagt de organisatie der meisjes onze aandacht.Het is met de meisjes alweer als met de jongens: de regehn ...
De mensch als persoon.
II. Wat beteekent het, dat de mensch geschapen is naar het beeld Gods? Over de uitdrukking „naar Gods beeld en gelijkenis", die ontleend is aan Gen. 1:26, waar het letterlijk heet „Laat Ons menschen maken naar ons beeld, naar onze gelijkenis" heeft men vrij ...
De mensch als persoon.
III. Wanneer wij over de vraag, of wij kunnen spreken van de substantie van des menschen geest, breedvoeriger handelen, moeten wij wel ingaan op een uitspraak van onzen hooggeachten collega Prof. Dr D. H. Th. Vollenhoven. In een rede, gehouden op den Universiteitsd ...
De mensch als persoon.
IV. Bij de bespreking van de vraag, wat wij onder den persoon des menschen hebben te verstaan, stuitten wij in ons tweede artikel op een andere vraag, n.l. deze, of wij kunnen zeggen dat er is tweeërlei substantie, n.l. een stoffelijke en een geestelijke.In ...
De mensch als persoon.
V. Een vorige maal concludeerden wij, dat de geest des menschen een eigen substantie heeft.Daarmede zijn wij natuiu-lijk nog allerminst aan het slot van de vi-agen, die bij de behandeling vam ons onderwerp zich aan ons opdringen.Eigenlijk kunnen wij w ...