![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 154](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/154-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 154
Van150 cde Oorsake der Ellende.V. Is Christus oock , ten aensien van sijn menschena het beelt Godts geformeert? A. Ja. V. Schijnt dit beelt op een uytnemender wijse als in den ende nature in den tweeden Adamlicke natuer,c,eersten ? A. Ja. ce ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 176](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/176-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 176
;Van de Grootheyt172des Vals.A. Neen. V. Zijn dan de beste werckèn die een onherboren mensch doet, quade ofte goede wercken? A. Quade wercken, ende goede werken, met dis-d,tinctie.dV. Hoe zijn het quade wercken? A. Niet ten aensien va ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 211](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/211-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 211
Van Antw.het Middel der Verlossinge.Neengeen ander:want ten eersten en207wil Godt aende schuit straffen die de heeft: Ten anderen, soo encreaturenmensche gemaeckt kan oock geen bloote creature denlast des eeuwigen toorns ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 318](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/318-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 318
,Van de Scheppinge314der werelt.A. De besluyten Godts, die hy van eeuwigheyt genomen heeft over en ontrent de creaturen: tot dewelcke gehoort de Praedestinatie van Engelen enmenschen. dV. Wat zijn de buyten of uytgaende wercken Godts ? A. Al wat hy in der ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 360](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/360-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 360
,,Van Godes356Voorsienigheyt.heyt Godts oock nootsakelick te geloovenomde eereGodts? dA. Ja. V. Indiense nootsakelick is te gelooven om de eere Godts soo yemant dan loochent de scheppinge ende voorsienigheyt Godts loochent hy dan alle de eyg ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 447](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/447-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 447
Van turn443het Lijden Christi.alleenlick gestelt soude zijn in sooeenen staet^Adam was voor den val. V Wat soudt gliy daer loe seggen?daer inA. Dat dat heel absurd ende ongerijmt is want soo soude Christus niet ons, maer den Vader yet verdient hebb ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 508](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/508-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 508
Van504'tuyterste Oordeel. ,A. Op dat ziel ende lichaem mogen geoordeelt worden,dtesamenopentlickWaeruyt soudt ghy bewijsen, dat'er een algeoordeel staet te verwachten? A. Matth. 26. 64. 2. Corinth. 5. 10. Want wy alle moeten ge ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 96](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/96-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 96
Van de Uytlegginge92dV. Ishetgeoorloftder H. Schrifture.yemantvermanentetot hetvan de Schrifture, nadien dat 'et beter is dat een mensche den wegh der waerheyt niet gekent heeft als dien gekent hebbende weder afkeert van ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 100](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/100-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 100
Van den96Eichter der Verschillende saken.A. De autoriteyt van de oversettinge is des te grooter, hoe dat den Oversetter geleerder, endeinde originele talen meerder geverseert ende geoeffent is , ende sijne oversettinge alder-eenvoudighst en suyverst , en naest uytdruckende de ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 201](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/201-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 201
Van A. V.het Middel der Verlossinge.De Socinianen. Waer uyt blijckt,197dat het geen onrechtveerdig-heyt in Godt is? A. Om dat deontschuldige sich vrywilligh heeft gepresenteert als borge, om voor de schuldige te voldoen: Psal. 40. 9. lek hebbe lust, O mij ...