Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 216
Van212de Conditien des Middelaers.verdiensten, door den geloove, ende haer wederbarende door sijnen Geest; ende ten laetsten, verhoorende het suchten, ende de gebeden der gener, die hem aenroepen. Waer toe van nooden was, dat de Middelaer was waerachtigh ende rechtveerdigh me ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 217
Van deConditien des Middelaers..213V. Waerom moest de Middelaer mensch zijn? A. Op dat hy soude konnen lijden ende sterven. V. Konde de Godtheyt niet lijden ende sterven? A. In 't minste niet. V. Waerom niet? A. Om dat de Godtheyt dan verderflick ende veranderlick soude zijn, ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 218
Van de214dConditien des Middelaers.Mennoniteii; by vaste consequentie ende gevolge, vernietight ende verloochent? A. Ja. V. Was het oock van nooden, dat de Middelaer stierf?want hy moest voor ons voldoen door A. Ja vergietinge sijns bloets, nadien sonder bloetst ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 220
;216Van deConditien des Middelaars.sondight die sal sterven. Nu, de menschelicke natuer , die van Adam voortgeteelt is heeft gesondight; daerom heeft oock de Middelaer moeten geboren worden uyt de nakomeUngen Adams op dat sijn doot soude gelden voor deselfde, ende op d ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 219
,Van215de Conditien des Middelaers.cap. 12. VS 27. Nu is mijne ziele ontroert, ende op verscheyden andere plaetsen. V. Is sijn Godtheyt niet in plaetse van de ziele geweest ? A. Neen. V. Maer de Middelaer schijnt sulck een mensch niet want hy is geweest als wy zijn gew ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 221
Vande Conditien des Middelaers.217V. Heeft de Catechismus niet een bondige reden? A. Ja. V. Welck is die? A. In gevalle de Middelaer sondigh geweest ware, soo soude hy ons niet hebben konnen verlossen, maer soude genoegh met hemselven te doen gehadthebben,want h ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 223
Van de219Conditien des Middelaers.ende rechtveerdigheyt verlossinge. 2. Timoth.,ende 1.10.heylighmakinge,endeJoh. 4. vss. 10, 14.1.Heeft de Middelaer oock in sijn Godtheyt geleden ? Neen. Konde hy in sijn Godtheyt ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 222
,218Van deConditien des Middelaers.V. Wat beteeckent dan den toorne in Godt? A. Een haet ende afkeer van de sonde ende een om de sonde te straffen Psalm standvastigen wil 5. vss. 5, 6, 7. Want ghy zijt geen Godt, die lust de boose en sal by u heeft aen de goddeloosheyt ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 225
Van den221Middelaer.A. Dat de Middelaer maer soo een korten tijt heeft geleden, en door dit korte lijden ons volkomentlick met Godt versoent heeft dat is gekomen van wegen de weerdigheyt sijner Goddelicke nature, na dewelcke hy hadde ende toebracht een oneyndige kracht ende w ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 224
Van de220cdConditien des Middelaers.A. Neen. V. Maer na wat natuer is hy uwen Middelaar? A. Na alle beyde. V. Was'er oock een oorsake van buyten, die Chris-tumsterckte?A. Neen. V. Als de d sterckt, datGoddelicke kracht, van buyten, ho ...