Studentenalmanak 1903 - pagina 117
"5 In 't zondig menschenkind dus de goddelijke trekken derideale liefde . . . . Vandaar die innige band van vriend metvriend. Vandaar het zich geheel geven voor een ander . . . .de opofFering van zichzelven . . . . het offer der ...
Studentenalmanak 1903 - pagina 118
ii6zijn statig rollende terzinen één liefdesgloed . . . . Beatriceechter mocht niet de zijne worden en toch wil hij haar be-zingen in zijn lied en in hemelschen luister treedt voor hemde ideale Beatrice en vreugdedronken bezingt hij ...
Studentenalmanak 1903 - pagina 119
117 getrokken door Uw liefd'rijkheid, door liefde in liefde U dienen! Maar laat ook Uw gerechtigheid mij drijven tot waarachtigheid — aanbiddend Uwe heiligheid, ...
Studentenalmanak 1903 - pagina 120
GOD AND CREATION.t or ever endureth the power of the Lord,^ïjjTi His judgements and truth altogether,No gold hath so much essentially worth.No honey is sweeter nor better.Thy glory, Lord, the heavens declare,Thy might the firmament, ...
Studentenalmanak 1903 - pagina 121
GOD IN DE SCHEPPING- w almacht schittert overal, --jy Op berg en dal,In 't zonnegoud, dat ondergaatIn 't morgenrood van dageraad Uw almacht, God, blinkt overal.Der roode rozen gloeiend vuur,Des hemels ver en di ...
Studentenalmanak 1903 - pagina 122
I20Der nev'len grauw, het najaarsgeel.Het bloempje, stervend op zijn steel.Het stroompje, dat op 't lest verzandt,Het gras, door heete zon verbrand, De eenmaal uitgebloeide hei. De almacht Gods vertolken ...
Studentenalmanak 1903 - pagina 123
ZIELESTRIJD. Is ik aanschouw de zachte, volle oogenW Van het onschuldig, onbedorven wicht,Die 't, door de booze menschen niet bedrogen, Met ongeschokt vertrouwen op mij richt;E n 2ie 'k dan in die onbevangen blikken ...
Studentenalmanak 1903 - pagina 124
122Maar nauw nog had ik 't nieuwe pad betreden Van heiige hartstocht trillend en vol vuur —Daar gleden reeds mijn wankelende schreden ! Mijn krachten waren broos, zoo kort van duur!En in vertwijfling lig ik neergebogen, ...
Studentenalmanak 1903 - pagina 125
„ALS OFFERS, DIE DES AVONDS BRANDEN."v^ e top van Gods heiligen berg te Jeruzalem is eeuwig gepluimd met rook. Het is de donkere kolom, die staag opstijgt van het grootebrandofferaltaar, waar het vuur nooit wordt gedoofd en he ...