1913-1914 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 113
105 enkele gevallen, waarbij het toevallige van het ongeval in het oog springt, als een weliswaar beklagenswaardig, echter onvermijdelijk ongeluk. Een niet te loochenen feit noemt PAUL, het ontoereikend onderricht van de in de practijk optredende artsen, over de anomaliën en complicaties van het ...
1913-1914 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 114
106 van pokstof op een meest eczemateuse huid, oorzaken dus, die tot de vermijdbare te rekenen zijn en v. n. 1. hen treffen, die spotten met de gewone eischen van reinheid. Directe doodelijke besmetting komt dan misschien voorbij 1 op de millioen. Stellen we daartegenover de gevaren van chlorofor ...
1913-1914 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 115
107 X 203 = 4060 overleden, thans 185. In die 10 jaren zijn dus, dank zij de vaccinatie minstens 3875 levens gered, dus per jaar 387. Stel, dat jaarlijks 15 aan de kunstbewerking sterven, dan is het nuttig effect nog altijd 372 levens per jaar. In werkelijkheid moet het veel, zeer veel grooter zi ...
1913-1914 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 116
De apgumenfen en de sfpijdwijze dep vaccinafiebesfpijdeps. Verbetering van hygiëne, het isoleeren der zieken en het nalaten der inoculatie zijn de drie argumenten, die steeds naar voren worden geschoven. De Hygiëne. „Lees de stukken maar", schrijft LOHMAN, ^) „daaruit blijkt wel, dat gedurende de ...
1913-1914 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 117
109eersten relatief hooger: 62.4 % tegenover 61.34 % bij de soldaten. Overtuigender dan bepaalde voorbeelden, is het inzicht in de beteekenis der hygiëne zelf, ten opzichte van ziekten met een vluchtig contagium als mazelen, diphtherilis, roodvonk en pokken. Met rioleering, kanalisatie, wa ...
1913-1914 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 118
110wijzen de nog geregeld voorkomende epidemieën van diphtheritis en roodvonk, infectieziekten, welke op gelijke wijze zich verspreiden. Hoe zou dan de hygiëne wel de pokken kunnen voorkomen en tegen deze ziekten vrijwel machteloos staan ? Een redelijk antwoord op deze vraag blijft dan ook ...
1913-1914 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 119
Ill is er niet meer. Is in peststreken de uitdrukking aan de ervaring ontleend, niet spreekwoordelijk geworden, dat men voor pest niet veiliger is dan in het pesthuis. Met ziekten met een vluchtig contagium is het anders gesteld. Hoe ideaal de hygiëne wordt toegepast, de bron der besmetting blijf ...
1913-1914 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 120
112 „Het uitvoerig rapport, loopende over tal van jaren, bevat de feiten van verspreiding der pokken uit dit ziekenhuis naar de woningen in de nabijheid." „Ook een andere commissie kwam tot dezelfde slotsom : „dat de groote pokkenhospitalen brandpunten van besmetting zijn, en dat de mate van vers ...
1913-1914 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 121
113 Dat isoleeren als hulpmiddel in den strijd tegen de pokken niet versmaad mag worden blijkt o.a. ook uit de studie van de pokkenepidemie te Leicester (1892—93). In de huizen waar direct het eerste geval werd verwijderd, kwamen nog 85 nieuwe gevallen voor onder de 915 bewoners = 9.2 "/oIn de ov ...
1913-1914 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 122
114 Bovendien kan van isoleeren eerst sprake zijn als het ziektegeval bekend is en de practijk leert dat dit vaak niet of veel te laat bekend wordt. Volgend pokkenverslag ') — één uit vele — is in dit opzicht overtuigend : „In 29 ziektegevallen werd geneeskundige hulp in het geheel niet ingeroepe ...