De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 91
90 stemt Birkmeijer (Was läst v. Uszt vom Strafrecht übrig? München 1906) toe, dat inderdaad de moderne school het strafrecht niet kan handhaven en richt tot v. Liszt en zijn aanhangers de vermaning "das veraJtende System des Strafrechts" te laten vallen en in plaats daarvan tot een " System des ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 92
91 tieke uiteenzetting van pag. 93/4, waar wetenschaps- en persoonlijkheidsideaal logicistisch verzoend worden. Zie voorts met name S. 104 vlg., waar over de doorvoering der continuïteit in de ethiek wordt gehandeld. S. 105: "Die Kontinuïteit (dagegen) müszte sich auf das Wollen selbst übertragen ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 108
107 monaden; es ist die gesetzlich niedergelegte oberste Harmonie und Ordnung. Diese allumfassende Ordnung musz sich nunmehr nach unten verzweigen in mehrere einzelne Ordnungen, von denen eine jede natürlich wieder ein in sich geschlossenes Ganzes (sei is auch nur ein kleineres) verkörpert" etc. ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 100
99 continuïteit tusschen staats- en volkenrecht, de elimineering van het subjectieve recht, de opheffing van het onderscheid tusschen publiek en privaat recht etc. etc. ! Inderdaad voor hem, die de diepere eenheid in alle openbaringen der humanistische wetsidee niet gezien heeft, een verbazingwek ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 110
109 9) Op geen enkel gebied zal de opvatting der souvereiniteit in eigen kring het wetenschappelijk denken belemmeren, veeleer het stimuleeren, om binnen zijn goddelijke grenzen tot het uiterste den Gegenstand binnen den logos te begrijpen. Ook weet deze opvatting niets van een voor onze kennis " ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 88
87 Zie ook Ehrlich: Die Erforschung des lebenden Rechts (Schmoller's jahrbücher 1911; Ein Institut für lebendes Recht (Verhandlungen des 31 Deutschen juristen Tages, 11). Klein schreef: Die psychischen QueUen des Rechtsgehorsams und der Rechtsgeltung (1912). Or. A. Sturm, Die psychologischen Grun ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 86
85 Zeer belangrijk zijn in dit opzicht de onderzoekingen der moderne Amerikaansche en Britsche sociologen Ross: The Principles of Sociology (New Vork 1921) en William Mc.DougaIl, voorheen pr.ivaat-docent in de psy.chol~gi.e te Oxford, thans hoogleeraar in de psycholog.le aan de Harvard Unt,:er~lt ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 109
108 zondigd, dan heeft men een uiterst-gemakkelijk spel. A priori - ook zonder een gedetailleerd onderzoek naar de antirevolutionaire theorieën - kan men weten, dat over de geheele linie deze theorieën met de kritisch-humanistische "isoleering" van het "zijn" tegenover het "zoo behooren" in tegen ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 96
95 de humanistische wetsidee, die de souvereiniteit in eigen kring door haar continuïteitspostulaat op alle kritieke punten heeft doorbroken. 22) Hierop wijst ook Sander in zijn strijdschrift tegen de normatieve rechtsschool: Kelsen's Rechtslehre (1923) S. 96: "Zunächst sei bemerkt, dasz die math ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 94
93 Zie Allgemeine Staatslehre S. 60 fig. t.a.p. S. 52. Deze theorie der Stufenbau des Rechtes heeft Prof. Merkl het eerst ontwikkeld in zijn beide studies: Das Recht im Lichte seinen Anwendung (Deutsche Richterzeitung 1917) en Das doppelte Rechtsanlitz (Jür. Blätter, Wien 1918) en breeder uitgewe ...