1922 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 131
105 de aard van het individualiteitsbegrip bepalend is voor een meer deïstische, pantheïstische of theïstische opvatting, blijkt nog ten duidelijkste bij de vraag van het individueele in het ontstaan der soorten. De vraag, in hoeverre een geheel dier- (of planten) soort als één individu is op te ...
1922 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 132
106 gaan, omdat ze te ver van het individualiteits vraagstuk afvoeren. Alleen bedenke men, dat echte evolutie als natuurverschijnsel een ,,individueel geheel" als natuur-ding aannemen moet en dus bijna noodzakelijk in den vorm van het pantheïsme zioh moet ontwikkelen. Het individualiteitsbegrip, ...
1922 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 133
107 dat geen enkel object in de waarneming eigenlijk volkomen met het begrip overeenstemt. Wij kunnen dan ook nooit uit de ervaring met zijn continue overgangen alleen tot begrippen komen, omdat alle grenzen daarbij willekeurig getrokken kunnen worden. Maar dit bewijst, zegt S i g w a r t ,,dasz ...
1922 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 138
'^^^.^-^c-—^—.<*—j:--É^^l^ ...