Zonde en recht - pagina 15
9In den dag des Heeren zullen de hemelen met een gedruisch voorbijgaan; zullen de elementen branden en vergaan, en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden. Maar Hij zal maken eenen nieuwen hemel en eene nieuwe aarde (Jes. LXVI : 22); „wij verwachten, naar zijne belofte, n ...
Zonde en recht - pagina 40
34ficatie. Al sluiten we het oog niet voor het profijt, dat zij biedt, zoo is nochtans de bedenking van Stahl gegrond te achten, dat door de codificatie „das Bewusztsein der Nothwendigkeit, welche bis dahin das bestehende Recht für sich hat, der Vorstellung beliebigen Wahlens und Wechselns ...
Zonde en recht - pagina 16
10 En ook was het eenmaal zoo. „Gofl zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed." (Gen. 1:31) Geen wanklank verstoorde de heilige harmonie. God had een welbehagen in zijn werk, en de raensch verlustigde zich in den wil van zijn' Schepper, naar welken hij niet als in schemerdonker had ...
Zonde en recht - pagina 17
11dat hij alles noemde naar zijn aard, dat hierin de • beteekenis ligt van den naam 13); gelijk God zich als de Heere openbaart; onze Heiland is Jezus Christus; en eenmaal alle verlosten een naam zullen dragen, welken niemand kent, dan die hem ontvangt. Zooals Adam alle levende ziel zoude ...
Zonde en recht - pagina 30
24's Menschen wezen is door de zonde aangetast. Verwerpende de Roomsche leer de nudis naturalibus betuigen wij met het antwoord op de S^e vraag van den Heidelbergschen Catechismus: ,,ik ben van nature geneigd God en mijnen naaste te haten." Ja, wel wordt, gelijk Calvijn zegt 5i), alle opge ...
Zonde en recht - pagina 41
35 n'est pas instituée pour faire des his; car les his sont toutes faites par la main de celui qui créa les droits et les devoirs" 9i) En schoon is ook het woord van Mercier de la Rivière, dat het duidelijk is, „que dans la main des hommes, le pouvoir législatif n'est point le pouvoir de faire de ...
Zonde en recht - pagina 18
12 tot een Vader zijn, en Hij zal Mij tot een Zoon zijn." (Hebr. 1:5) Hier heeft men reeds eene rechtsbetrekking tusschen den eersten en den tweeden persoon van het Goddelijk Wezen. Maar ook verder nog. De Zoon is gezalfd tot Koning over Sion, den berg van Gods heiligheid. Gelijk de Zoon zelf van ...
Zonde en recht - pagina 31
25 der moeite de wetten van het heelal, althans gedeeltelijk, te verstaan. Abel was schaapherder en Kaïn een landbouwer. Het leven van het dier en het bestaan van het land was hun dus geen volkomen geheimnis. Ofschoon ook dit als vrucht van genade: „zijn God onderricht hem van de wijze, Hij leert ...
Zonde en recht - pagina 19
13 is een wortelwoord, dat De Bonald eens sprak: „La Revolution a commence par la declaration des droits de I'homme; elle ne finira que par la declaration des droits de Dieu." Volgens velen kan van recht tusschen God en den mensch niet gesproken worden. Of eigenlijk denken zij hieraan niet, en ka ...
Zonde en recht - pagina 21
15 neer hij als hoogste meester over wat ook wil gebieden; zoo hij niet van alles de bestaansreden en bestemming door God gegeven zoekt. Ja, de mensch doet onrecht, mede zoo hij Gods absolute recht over zich durft ontkennen: „O mensch! wie zijt gij, die tegen God antwoordt? zal ook het maaksel to ...