Aangaande mij en mijn huis
Ook hier is weer de groote opvoeder aan het woord, die zich richt tot „zijn zoon". „Mijn zoon", aldus spreekt hij hem aan. Hij wil hem nu waarschuwen tegen de zonde, door hem het ernstige, afschuwelijke, vreeseUjke karakter der zonde klaar voor oogen te stellen.Een taak, die rust op eiken ...
Aangaande mij en mijn huis
De Heere haat het kwaad en heeft er een gruwel van.Het is de groote vraag voor eiken opvoeder, ook voor eiken Christen-ouder, hoe het kind de juiste houding te doen aannemen, ten opzichte van de zonde. Ik zonder hier natuurlijk uit de velen, die van zonde niet meer willen weten; en liever ...
Aangaande miuj en mijn huis
Ook hier is weer de Vader bezig, zijn zoon wijsheid en tucht te leeren; hem te onderwijzen in de vreeze des Heeren; hem, het kind des hemelschen Vaders, te doen verstaan, wat den Heere een gruwel is, wat Hij haat; opdat het kind zich daarvoor zou wachten, wetende hoe het daarmee zijn Vader zou be ...
Aangaande mij en mijn huis
De Spreukendichter weet, door de verlichting des Geestes, de gevaren waaraan elk menschenkind, ook elk kind, ook zijn eigen zoon bloot staat bij zijn verkeer in deze, door God goed-geschapen, maar door de zonde verdorven wereld.Zooals een tuinman, op de wandeling met zijn kinderen, door de ...
Aangaande mij en mijn huis
Wat een kunstgewrocht zijn de .handen van den mensch. Met welk een verwondering kan de jonge moeder staren op de welgevormde handjes van haar pasgeboren baby, hoe klein ook, toch reeds volledig in al haar deelen; dat duimpje, die teere vingertjes, die onnoozel kleine pink; die gewrichten; zelfs d ...
Aangaande mij en mijn huis
„Deze zes haat de Heere; ja, zeven zijn Zijne ziel een gruwel".De Spreukendichter zet deze griezelige, weerzinwekkende gruweldingen op een rij; echter niet willekeurig. Er zit systeem in, en symmetrie.In het midden, in het centnmi plaatst hij, waar we dezen keer over handelen, waart ...
Aangaande mij en mijn huis
Wat een wonderlijk vermogen heeft de groote Schepper aller dingen den mensch daarin gegeven, dat hij zich bewegen kan. Den drang daartoe heeft Hij den mensch gegeven, maar ook het instrument, dat hij daartoe noodig heeft, gaf Hij hem in zijn becnen en voeten.De mensch móet zich bewegen, ma ...
Aangxuuide mij, en mijn huis
„Een valsch getuige, die leugenen blaast" Wat een monster van een mensch is dat; die nauwelijks den naam van mensch verdient; kind des duivels mocht hij liever heeten. Want liegen is een eigen werk van den duivel, den vader der leugen: die vfit zwart noemt en zwart wit; die zonde deugd noemt en d ...
Aangaande mij en mijn huis
Deze sluit de rij van zeven, die de Spreukendichter aan onze oogen liet voorbijtrekken: voorop de man met hooge oogen, die trots om zich heen ziet, alsof hij zeggen wilde: „Wie is mij gelijk? " — middenin de in zich zelf gekeerde, maar wiens gedachten altijd bezig zijn in het smeden van booze pla ...
Aangaande mij en mijn huis
Het is goed, dat men den Heere love!Hoe verheugt de Heere er zich in, als de man 's morgens naar zijn werk gaat, terwijl uit zijn hart de psalm opwelt, ook al hoort niemand er iets van, op zijn best een zacht neuriën.Hoe aangenaam is het den Heere, als moeder de vrouw haar huis verz ...