Koning Willem I als verlicht despoot - pagina 38
Rede ter aanvaarding van het ambt van hoogleeraar in de Geschiedenis aan de Vrije Universiteit
37 bonden is, nu werd hij zelfs een vervolger van wie tot de leer, dienst en tucht der vaderen wenschten terug te keeren. Volgens Groen heeft de Scheiding "den in zijn organiseerenden eenvoud argeloozen koning" verdriet gekost 1). We nemen het gaarne aan. Want in plaats van meerdere verdeeldheid op kerkelijk gebied, had hij juist aan alle ' verdeeldheid een einde willen maken. Het liefst had hij alle Protestanten in één kerkverband vereenigd. Dat heeft hij ook gedaan - daar, waar hij het kon doen, in de koloniën. De opmerking is meer gemaakt, dat wil men de werking van een bepaald stelsel of beginselleeren kennen, men niet in het moederland moet zijn, waar allerlei omstandigheden, uit historische toestanden voortspruitend, de ontwikkeling belemmeren, maar in de koloniën, waar zulke omstandigheden ontbreken. Zoo vertoont zich het leenstelsel zuiverder in het door de kruisvaarders gestichte koninkrijk Jeruzalem dan in eenig Europeesch rijk. Zoo heeft, in ons geval, de koning eenvoudig voorgeschreven, dat alle Protestanten in Indië voortaan slechts één kerkgenootschap zouden vormen. "Wat hij in Nederland, door de beperkingen, die de grondwet hem stelde, niet verwezenlijken kon, kon hij in Indië, alwaar hij door diezelfde grondwet als eenig wetgever was aangewezen, onbelemmerd ten uitvoer brengen" 2). N atuurlijk ging dit ten koste van het eigenaardige, dat de bestaande Gereformeerde of Luthersche gemeenten gekenmerkt had: het nieuwe genootschap had geen eigen belijdenis. Men zocht toenadering te bewerkstelligen door alle grenzen uit te wisschen. Willem I zou zelfs graag een vereeniging tusschen Roomschen en Protesta nten tot stand gebracht hebben. In het midden van 1827, in den tijd, dat hij hoopte het met den paus eens te worden over een concordaat, laat hij eens, in een stuk, alleen voor enkele vertrouwde ministers bestemd, zijn gedachten den vrijen loop. Hij verheugt zich zeer - te I) Nederlandsche G edachten, 2de Reeks, I p. 123. 2) J. W . Gun n in g, Hedendaagsche Zend ing in onze Oost, p. 84, 414 sqq.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 8 juli 1918
Inaugurele redes | 63 Pagina's