GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Wereldoorlog en theologie - pagina 9

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wereldoorlog en theologie - pagina 9

Rede uitgesproken ter gelegenheid van den Dies Natalis der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

„ruimte" voor de bezinning, een andere dimensie in het denken. Het woord van Holmström bevat een waarheidselement: „wo der Humanitatsglaube zerbricht, da gewinnt der Gottesglaube gröszeren Raum"9). Het is niet toevallig, dat in 1917 een boek verschijnt onder den titel: Das Heilige, waarin Rudolf Otto in oppositie komt tegen de rationaliseering en humaniseering der Godsidee lo). De groote invloed van dit boek, dat reeds in 1925 den 13en druk beleefde, hangt ten nauwste samen met de geschokte levenservaring van den mensch in den tijd na den oorlog. Het is bij Otto niet meer uitsluitend de ratio, die de trekken van het Godsbeeld dicteert. Hij wil volledig plaats reserveeren voor het irrationeele. Dat wil niet zeggen, dat hij alle religie wil oplossen in een irrationeel gevoel zonder klare begrippen. Neen: de begrippen en de geloofs/i;e»ms vormen een wezenlijk kenmerk van het Christelijk geloof. Maar ze putten het wezen Gods niet uit. Er blijft een sterk irrationeel element. De Godheid is het „Numinöse", waartegenover de mensch staat niet maar met een afhankelijkheidsgevoel, maar met een „creatuurgevoel". Otto wijst op Abraham, die spreekt over Sodom: „Ik heb mij onderwonden met U te spreken, hoewel ik stof en asch ben." Dat is het creatuurgevoel, het besef te verzinken in het niets. Want het numen is „mysterium tremendum", „unsagbar", „Geheimnis". Het onttrekt zich aan het hoogmoedig „grijpen" der begrippen. Het subjectief correlaat is niet in de eerste plaats: kennis en begrip, maar „Grauen", schrik, ontzetting, besef van het „Unheimliche". Er moet volgens Otto weer gesproken worden van de „orgè theou" van den reëelen toorn van Jahoe. Hij bestrijdt Schleiermacher en Ritschl, die voor dezen toorn, voor den „ijver" van Jhvh in hun theologie geen plaats reserveerden, omdat ze het Godsbeeld hadden verhumaniseerd. Naast dit element van het „tremendum" treedt dat der „majestas". De onbenaderbare majesteit Gods, die wel tegelijkertijd voor ons het „fascinans" is, maar niettemin zich aan ons openbaart vanuit het „ontoegankelijk licht". Religie draagt het kenmerk van het „mirum". God is de gansch Andere. Hij is God boven alle menschelijk denken uit, slechts in paradoxie en antinomi te „vatten". Als Groenewegen Otto wijst op den reizang van Vondel uit Lucifer, dan waardeert hij dezen reizang als „numineuse hymne". Tong noch teeken kan Hem melden. Alle engelenkennis is slechts ontheiliging. Ieder draagt zijn naam behalve Hij in Zijn Goddelijke anonymiteit. Tremendum — mirum — anoniem — majestas — fascinans. Zie hier de trekken van een Godsbeeld, dat in menig opzicht ver*) F. HOLMSTEÖM, Das eschatologische Denken der Gegenwart, Drei Etappen der theol. Entwicklung des 20. Jahrhunderts, 1936, pag. 185. ^0) R. OTTO, DOW Heilige. Belangrijk voor het inzicht in OTTO'S conceptie is vooral: Das Gamz Andere. Aufsatze das Numinöse betreffend, 1929.

7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 22 oktober 1945

Rectorale redes | 52 Pagina's

Wereldoorlog en theologie - pagina 9

Bekijk de hele uitgave van maandag 22 oktober 1945

Rectorale redes | 52 Pagina's