Adverteeren in „neutrale” bladen.
Een onzer le'zers, v. K. te A., zakenman, en in 't belang van zijn handel genoiodzaakt tot adverteeren, vraagt m'n O'ordeel 'Over. |iiï^||tQ®cte'Sr'e^' in z.g.n. neutrale bladen. ..--j'. .«-.-? *.-. : '..AJI.--S
Ik kan er inkomen, dat een christen, die — en andere christenen mogen er niet zijn — ook in zijn zaken-do'en een gO'edé conscientie voor God begeert té houden, met deze vraag kan „zitten".
..'\.an den éénen kant stooTt de handel, als één der vormen van het algemeen-menschelijke gemeenschapsleven, zich niet, en "beh O'ef t hij zich ook niet te sto'ren, aan de grenzen, die de beginselen op godsdienstig, kerkelijk, maatschappelijk, politiek en ander terrein, tusschen de zonen van eenzelfde volk en de leden van eenzelfde saamleving trekken; vraagt men op de markt niet naar eikaars geloof of ongeloof, en doet wie God vreest er rnet een goede conscientie zaken met de lieden der wereld. VA\ aan den a.ndere'n kant moet een christen ook in zijn zaken-doe'U christen "blijven, d.w.z. toiezien, dat hij den band aan Christus en aan het Ko-ninkrijk 'Gods nooit verloochene; niet alleen 'door in al zijn handelingen zich te laten leiden doo'r den eisch der gerechtigheid en het gebod der naastenliefde, maar ook door ervoor te waken, dat hij, in het zoeken van zijn - voordeel, niet op ©enigerlei wijze in dienst trede van wat de eere van Christus en het Koninkrijk Gods tegenstaat.
En bij dit laatste' komt dan óók aan de orde de vraag naar het geoorloofde van - het adverteeren in z.g.n. nerttrale bladen.
Nu moeten we daarbij, naar het me voorkomt, beginnen met onderscheid temakeai.
Want al is er, als we de dingen uit hun diepsten wortel ophalen, geen enkel blad strikt-neutraal — reden waarom ik O'O-k schreef van „z.g.n." neutralebladen — er is toch onderscheid.
Naast „neutrale" bladen die zich verkapt of openlijk in dienst stelle'U van anti-christelijke beginselen en praktijken, zijn er óók — 'k denk aa.n de Advertentiebladen, zooals we Tlie op het platteland voor een complex van dorpen, en in onze groote steden voor bepaalde stads-buurten hebben, — die geen propaganda van beginselen of richtingen bedoelen, maar zich enkel in dienst stellen van de reclame. Ook daar — ik weet het bij e-rvaring — kan dan juist de „neutraliteit" wel 'eens zeer bedenkelijke gevolgen hebben voor den inhoud, en het voor een christen een gewetensvraag doen worden, of hij door er in te adverteeren, zulk een blad mag steunen. Doch in den regel zal men op' dit bezwaar niet stuiten, of het, bij ernstig en bezonnen optreden uit den w-eg kramen ruimen.
In het algemeen kan men, naar m'n ooirdeel, bij gemis van een christelijk blad, dat den' kring bestrijkt, die'U men wil bereiken, van ztilke advertentie-bladen wel gebruik maken.
Doch heel anders staat het geval met bladen, die, al mogen, ze „neutraal" heeten, ver van neutraal z ij n; die beginselen, overtuigingen, richtingen en praktijken propageeren, diametraal ingaande te-g-en de christelijke.
Niet alsof men door in zulk een' blad te adverteeren, zich verantwoordelijk stelde voor al wat het in zijn leaders aan de markt brengt. Daaraan denkt niemand.
Zelfs is het denkbaar, dat een advertentie — 'k denk b.v. aan de aanko'ndiging van christelijke propa.ganda-vergaderingen of van christelijke propaganda-lectuur (waarom vinden we die zoo weinig in „neutrale" bladen? ) "— de bestrijding bedoelt van de valsche beginselen, die het blad vertegenwoordigt.
Maar omdat men door zulk adverteeren het blad zelf, en dus ook de, griiicip©s in wier dienst het staat, helpt steunen! '-^fÊM& ^ÊS-
Het is toch van algémeenè'bekendheid, dat onze dag-en •weekbladen van de abomiementsgelden O'Umogelijk kunnen bestaair; daf ze-het van de advertenties moeten hebben.
Al onze groote bladen danken hun bloei aan de advertentierubriek. /
Het mes van de advertenties snijdt naar' twee ' kanten tegelijk.
-\'oO'reerst brengt, het ge'ld in 't laadje; en in de tweede plaats verhoogt het de attractie "en, in gelijken tred daarmee, het abo'mren1jen-tal. ' ,
En het is juist het gebrek' aan advertenties, wat onze christelijke dag-en weekbladen omlaag houdt.
-Aan degelijkheid van inhoud O'Utbree'kt het doorgaans niet; maar. de advertenties laten het zitten. En dit maakt, dat de O'verige inhoiud zich niet itzetten kan naar verhonding van de, groeiende ehoefte aan voorlichting.-bij - de lezers., - , ; ; |; ; |Mi|s^|fik
.^Eh hier raken wij-, 'Christeiren, nu iïi""; if-gëdrahg. ife'.Niet maar met onze liefde voor „onze bladen" eii voor de mannen, - die er dag aan - dag hun krachten, die 'er hun' leven aan wijden; ook' niet enkel et onze geestdrift voor onze partij, of groep, of richting — maar met onze ro'eping voor het Koinkrijk onzes Gods, voor ha| we'ïzijn van ons volk, oor de behoudenis der zielen, en met onze beeerte om die ro'eping te vervullen.
En dan komen vragen op, als v. K. me deed. Doch is dan het antwoord wel moeilijk te vinden? Is het wel moieilij'k te vinden, als we de dingen óó .groot en zóó ernstig nemen, als ze inderdaad ijn ?
.\ls niet onze eigene zaak, niet eenig geldelijk oo-rdeel, maar de zaak onzes Gods en het geeselijk belang onzes volks voor ons als maatstaf eldt voor onze gedraging?
Dan i s er immers een antwo'O'rd in het woord nzes Heeren Jezus: „Zoekt eerst het koninkrijk ods en "zijne gerechtigheid, en alle ahdere dingen ullen u toegewo-rpen worden"?
Offers? „^
Ja, offers zullen hier gebracht mO'C-ten "vyorden. Maar wie meent er, dat Jezus kortzichtig genoeg as, om dat niet te begrijpen?
Heeft Hij niet altoos ieder, die Hem volgen wilde, et nadruk voorgehouden., dat wie Hem volgen aat, volgt om te offere'U?
aat, volgt om te offere'U? Offers ? "
Maar als we om Profeten te zijn, die Zijn Naam elijden en Zijn Woord uitdragen in "de wereld, oeten beginnen met Priesters te wezen, die hun ruis opnemen en Hem navolgen ? ....
En als we nu, door ons niet te Vvillen verloohenen, het O'ffer eens grooter maakten, dan het ehoefde te .zijn?
Inderdaad, we schijnen het te do-en.
Althans, als juist is — en ik heb geen grond m er aan te twijfelen — wat ik niet lang geleden rgens las, — 'k gelo'Of het was in de „Standaard" dat ZOO' alle christenen het klo-ek besluit namen, m hiui advertenties in ónze christelijke bladeir e plaatsen, al onze bladen niet alleen met eere ouden kunnen bestaan, maar ook oneindig beter un taak zouden kunnen vervullen in de voorichting en bearbeiding van ons vo'Ik.
Inderdaad, ik geloof, dat de vï.aag van v. K. en kwestie aanroerde, die vo'Or onzen 'strijd van t grootste gewicht is.
Laat alle christenen er zich ernstig rekenschap an geven. Als ieder den weg volgt, dien de band an het koninkrijk Gods hem wijst, zullen 'de oöers ie gebracht moeten worden, heel wat rriinder groot lijken dan ze schijnen.
Om misverstand te voorkomen, moet ik hier evenel nog iets aan toevoegen.
Het spreekt n.l. vanzelf, dat we ons niet in alle gevallen van adverteeren in niet-christelijke bladen kunnen onthouden. Somtijds, b.v. bij familieberichten, zullen we, om allen te bereiken voor wie ze van belang zijn, er wel gebruik van moeten maken.
Doch overigens gelde bij alle adverteeren als regel, dat we het doen in eigen pers.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1926
De Reformatie | 8 Pagina's