HET DAGBOEK VAN PIERRE LOTI
door Dr J. W. Marmelstein.
III.
Van den 'len Augustus 1878 tot den daaropvolgenden 17en Maart is Loti gestationneerd geweest op de Rosporus, op de G1 a d i a t e u r, een kanonneerboot. In die enkele maanden heeft^, zich een idylle afgespeeld tusschen den jongen zee-officier en een schoon Circassisch meisje dat thuis hoorde in den harem van een weibedaagden Turk', een idylle waan-an het tragische slot een groots somberheid werpt over heel het verdere leven van Lofi. Een reeks van ontmo^etingen van vluchtigen, of ook wel van minder vluchtigen aard, verkregen meestentijds, ten koste van levensgevaar en plotseling onderbroken door het onverbiddelijke sein van vertrek.
Enkele vertrouwden. Turken of Fransehen, Verleenen daarna hand-en spandiensten voor de correspondentie tusschen Loti en zijn odaliska. Maar de oude Turk sterft en zij wordt ten huwelijk gegeven aan een anderen pacha, die veel jonger, en ook waakzamer en jaloerscher is. Dan is alle gemeenschap tusschen de beide geliefden verbroken. Het eenige wat Loti tien jaren daarna verneemt is, dat zij kort na haar tweede huwelijk gestorven is. Een oude vruchtenkoopman wijst hem haar graf. Hij kust de zerk en voo'rtaan zal de 'tocht daarheen een pelgrimage zijn die Lofi, in smartelyk'e ontroering, volbrengt, telkens als hij in Constantinopel terugkeert. *)
Dit vooral vormt de stof van den 'eersten roman van Loti. De titel is Aziyadé, uittreksel uit de aanteekeningen len brieven van een luitenant der Engelsche marine, den 10'^'^ Mei 1876 in Turk'schen dienst getreden en den 27eii October gesneuveld onder de 'muren van Kars.
In 1879 uitgegeven bij Calmann-Levy, "bijna'door niemand opgemerkt toentertijd, is het nu aan zijn 225sten druk toe. Toen in hetzelfde'jaar Loti den uitgever het manuscript van een tweeden roman, Ie jVI ar i ag e d e L oti, toezond, vroeg deze, twijfe-' lend aan een behoorlijk debiet, om advies aan Mme Adam die toenmaals meer nog dan als schrijfster, een welverdiende reputatie had als vrouw van onfeilbaren smaak' en van invloed 'bij! de "toonaangevende kringen. Zij' las het werk dat haar ineens de openbaring bracht van Loti's absoluut Idmstenaarschap, ze annexeerde het voor de Nouvelle revue, die zij pas had opgericht. Van stonden aan werd de anonyme schrijver diei, bescheiden, zijn werk had geteekend met „de schrijver van Aziyadé" van een 'obscuren zee-officier tot een beroemd man. Julien Viaud werd een ster die onder den naam van de hoofdfiguur uit Ie Mariage de Loti een luisterrijke baan zou maken langs het uitspansel. In dezen tweeden ro^man vertelt de auteur onder welke omstandigheden hij aan zijn schuilnaam gekomen is.
„Loti werd gedoopt den 25en Jan. 1872, op' den leeftijd van 22 jaren en 11 dagen. Toen de plechtigheid plaats vond, was het ongeveer één uur in den middag te Londen en te Parij's. Het was zoowaf middernacht aan den onderkant van de aa, rdbol, •in de tuinen van koningin Pomaré van Tahiti, waar het tooneel plaats greepi, in Europa een koude en saaie winterdag. Aan deii anderen kant, in. de tuinen van de koningin, spreidde zich de kalme, ontzenuwende, en kwijnende atmo'sfeer van een zomernacht. Vijf meisjes woonden den doon bij, te midden der mimosa's en oranieboo; nj'edr in een geurige zwoelheid o.nder éèn hemel, flonkerend van oostersche sterrenpracht."
Niemand dezer hofda.metjes was echter in staat de woórde.n, die zijn naam vormden, Julien Viaud, te zeggen, en "daarom liet deze zich noemen bij' den naam van een bescheiden bloempje, dat opl ^Tahiti groeit, loti.
Karl Ton der Steinen beweert, in zijn boek D'ie Marquesaner und ihre Kunst, da't dfe 1 in de taal, van Tahiti niet bestaat, dat de hoifdametjes Roti hebben moeten uitspreken, maar dat Loti d i t pseudoniem niet heeft aangedurfd.
"Le roman d'un Spahi heeft zijn ontstaa; a te. danken aan Loti's verblijf aan de Senegal. Het oaiderwerp van Mo.n f rere Yves en van Pèc h.e u r d' I s 1 a n d e werd geconcipieerd gedurende enkele kruistochten langs de Bretonsche kust. Voor den laatsten dezer romans had hij' tot hoofdfiguur gekozen .een matro'os uit Paimpol, Guillaume FlO'ury, die een jaar of twintig geleden op, zee omgekomen is. Het portret van dit prototype van Yann vindt men in verschillende poses in Loti's schetsboek terug. Van zijh reis naar Japan, brengt Loti de stof mee voor een van zijn meest populaire boeken, Madame Chrysanthème. Jerusalem, la 'Galilee en Ie Dé-sert hebben hun aanzijn te danken aan .een" pelgrimstocht die de schrijver volbracht naar het Heilige Land', les D e r-niers jours dePékin aan een expeditie' waaraan hij deelnam onder den Duitschen generaal Von Waldersee, die belast was met het onderdrukken van den opstand der Boksers. Herhaalde en langdurige - bezoeken aan Turkije, het land van den Islam waaraan hij met zijn hart en ziimen verknocht is geweest, geven hem de materie voior F a'n't omes d' O r i e n t en van zijn, na Pech e u r d'Islande, meest gelezen boek, les Désenchantées.
E.énmaal hadden Loti's letterkundige talenten hem
bijna zijn rang en zijn betrekking' gekost. In 1883, tijdens de expeditie naar Tonkin, had hij' aan de F i g a r O' artikelen opgezonden waarin de gruwelen van den oodog werden blootgelegd met zulk een aangrijpend realisme, dat ze opschudding verwekten en vooral in de Engelsche en Duitsche pers met welgevallen en leedvermaak werden gecommenteerd. Korten tijd daarna, werd Loti evenwel in eer hersteld. Uitgenomen dit minder prettige incident is het duidelijk WOOT een ieder dat zijn letterkundige arbeid hem slechts voldoening heeft gegeven, vooral uit een geldelijk oogpunt. Bij de romans die we daarnet hebben geciteerd, zijn er (les D'ésenchantées en Pêcheur d'Islande bij' voorbeeld) die hun drie of vierhonderdsten druk beleven. Met het succes kwam ook de rijkdom. Een der eerste dingen die de schrijver deed, toen hij in bonis werd, was aan zijn familie té; Roichéfort het integrale bezit van het ouderlijk huis weer te geven. Later vergrootte hij het en maakte er het museum van zijn herinneringen van, „la maisoai enchantée", het tooverhuis, van Rochefort.
In 1891 werd Loti gekozen , • tot lid van de Académie francaise; de verheuglijke tijding werd hem meegedeeld aan boo-rd van het pantserschip, de Formidable waarop hij' als luitenant diende.
Maar in plaats van een salonheld te worden of zich geheel te wijden aan zijn auteurschap, bleef hij bij zijn oude vak'. Loti heeft nooit veel van Parijs gehouden of van het verkeer in de groote wereld. Hij stelde ver daarboven zijn rustige en bescheiden omgeving, waar hij zich beter thuis voelde eii 'de letterkunde stond voor hem achter bij zijn zeemansvak. Als letterkundige voelde hij zich steeds min of meer leverancier van openbaar 'vermaak, , , amuseur public", - het woord is van hem zelf. Toen hij, in 1910, den militairen dienst vaarwel zei, eenigszins noodgedwongen, omdat het tusschen hem : i©B., : : deii, „toenmaIigen minister van marine niet heelemaal boterde, telde hij meer dan twee en veertig dienstjaren, waarvan hij er bijna twintig op zee had doorgebracht. Zijn meeste romans zijn geschreven in de onophoudelijke drukte van een zeemansleven, beurtelings in de hut aan boord of op' gemeubileerde kamers aan wal.
Uit zijn huwelijk, gesloten in 1886 met Jeanne Blanche Franc de Ferrière, is één zoion geboren, die den Viand's naam van Samuel draagt. Samuel Viaud werkte met zijn vader samen aan diens laatste uitgaven. In 1914, bij het uitbreken van den oorlog, werden zij beiden gemobiliseerd. Loti gaf zijn , oorlogsindrukken weer in twee 'boeken: Let hyène enragée en l'Horreur allemande.
In zijn laatste levensjaren is Loti bezocht geworden door een ziekte die zijn lichaam onbewegelijk hield, zonder in het minst zijn geest te schaden. Den lOen Juni 1923 is, in zijn villa te Hendaye, . de groote schrijver kalm heengegaan, nadat hij' a.an Mme Juliette Adam, de negentigjarige vriendin die hij aan zijn sponde had laten komen, verklaard had, vastelijk te gelooven dat hij hiernamaals zijn geliefde moeder zon wederzien.
Een oorlogsschip, de Chamois, geëscorteerd door vier torpedobootein, heeft zij'nasch overgebralcht van Hendaye naar Saint-Pierre-d'Oleron waar hij' in „Ie jardin des a'ieules" een zeer 'diep^ graf had laten graven. Een klein graniet blokje dat tot eenig opschrift heeft de woorden „Piébe Loti", dekt het hoofdeinde van de plaats waar hij' rust van zijn menigvuldige zwerf-tochten, van zijn overvloedigen arbeid en van de tallooze moeiten en benauwenissen des levens, 'waai-van hij tot het einde de volle zwaarte heeft gevoeld en wier laist hi|; schier ajleen heeft moeten dragen. SISll
Het is vrijwel een gean: §^n^Ja4ts.^, g: ei]^orden, te zeggen dat het leven hier opi aarde een treurspel is. Toch is dat het begin en Het einde o-nzer wezenlijke ervaringen. Het is een treurspel met de somberste O'Utknooping die iemand had kunnen uitdenken. Ja, in 'dagen van gezondheid, van voorspoed, in lentedagen, waarop onwederstandelijke krachten het bloed in de zwellende aderen der natuur doen gisten als wijta, vergt het van, de meestC'U onzef, be'perkten en op'pervla'kkigen die we zijn, een inspanning o-m "te beseffen dat als het gras des velds on.ze dagen zijn, dat wijzelf met alles wat wij liefhebben op aarde, gedoemd zijn te verdwijnen en vergeten te worden.
De werkelijkheid van het aardsche leven is vergankelijkheid, ontbinding, vergetelheid:
Ainsi tont change, ainsi tout p.asse; Ainsi nous-mêmes nous passons, Hélas! sous laisser p.lus de trace Que eet te barq-ue 'Oü nous glissons Sur cette mer oü tout s'efface.
Lamartine.
Ik herinner mij nog altij'd het aangrijpende slot van Alfred de Vigny's schoon boek Steil o, waar de hoofdpersoon, ie docteur Noir, vraagt aan zijn jongen zwaarmoedigen vriend Stello, wat verwacliting men hebben kan van deze wereld, waarop: mèn komt met de gewisse zekerheid dat men zijn vader en moeder naar het .graf mag brengen, waar het vast staat dat van twee wezens die elkaar liefhebben en elkander hun leven wijden, de een den ander zal verliezen en zal zien sterven, waar alle menschelijke arbeid nooit iets anders heeft bereikt dan wat uitgedrukt wo'rdt in : , een.< vraag en ©en zucht: Waartoe? en Helaas! .; |Sf^^.
(Wordt _ yervo'lgd.)
*) Naderhand heeft Loti het zerkj© doen overbrengen naar zün huis in Rochefort, waar het een plaats kreeg in het Turksche salon, ingericht als moskee.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1926
De Reformatie | 8 Pagina's