Gevaren van onze huidige Sclioolvretyeving.
III
Als vijfde gevaar noem ik het genieten van de subsidie zelf. 't Is ééii van de dingen, waarop' onze tegenstanders zelfs gewszen hebben. Zij meenen, dat het maar verstandig is, ook de „Kerkelijken" aan de staatsruif te laten. Daar zullen ze zich den dood eten. Ze meenen opgemerkt te hebben, dat er in ons kamp-meer aandaaht gegeven wordt aan de vraag wie het onderwijs betalen zal dan aan de vraag, hoe het onderwijs ziooi goed mogelijk zal worden gemaakt. Daarom willen velen dan ook de Bijzondere Schoiol aan een ander front aanvallen.. Ze meenen^ dat de achterzijde van onze stelling open gaat liggen. En dat zal zij ook, wanneer liefde en offervaardigheid voor onze scholen gaan minderen, wanneer de band tusschen huis en school gaat verslappen, alleen al door de omstandigheid, dat de school haar verzorging nu wei uit de publieke kassen geniet. Dr Colenbrander gaf daarom dan ook zijn vrienden den raad, eigen offervaardigheid aan te kweeken, nu die aan de rechterzijde mindert. Wij kimnen ons een en ander voor gezegd houden. Wij weten, hoe ziij' ons aan de ruif zien staan en welke hoop-er in hun harten leeft. Daarom, als we dan al de subsidie in ontvangst nemen, als de vijand dan al ophoudt onze stelling aan de voorzijde te bestoken, dan moeten we toch in het oog houden, dat er ook nog een achterzijde aan de sehoolstelling is. En die honden we gedekt, wanneer de milde subsidie niet de wig wordt, ingedreven tusschen • ouders en school, wanneer de blijvende offervaardigheid' de ouders ieder oogenblik gereed doet staan, om een nieuwen schoolstrijd te voeren, ook door hun meeleven met de school, door hun gebed voor de school. En die achterzijde van onzie sehoolstelling houden we mede gedekt doior "dte toewijding van onze onderwijizers, door hun medeleven met de gezinnen, door hun weigering om staatsambtenaren te worden, kortom, doiordat heel de sohoolgemeente daar staat in ongebroken kracht, in haar eenheid van bedoelen, om het gedoopte zaad der Kerk op te voeden in de vreeze des Heeren. Daarvoor is nu de subsidie een middel in ons land.
Wij, hebben er ruimte door gekregen, wij' hebben een geopende deur. Als we nu maar geen oogenblik daarbij vergeten, dat er vele vijanden zijn, vele tegenstanders. Dan kunnen we het gevaar, dat er in het genieten van subsidie ligt, afwentelen.
Dan wordt de subsidie een middel, om onze kracht des te beter te ontpioioic'n en wij' waken er met elkander .voor, dat onze school daardo-or niet ongemerkt, voetje voor voetje, oirerglijd't van het terrein van het gezinsleven naar dat van den Staat.
Die zorg voor het zuiver hoiuden van leigeu beginsel brengt een ander gevaar mee, het zesde gevaar. Wij hebben de ooigen open voor de belange-n van onze eigen scho-ol, maar mogen daarom 'de Overheidsschool niet uit het oog verliezen. Of dit' gevaar ook in verband staat met de huidige wet-• geving? Ongetwijfeld! Be Overheid beeft haar scho-, len, waar nog een 40 pCt. van de kinderen. van üius volk onderwijs ontvangen. En daarom blijft de Openbare .School een volksbelang bij uitnemendhei, d. Uiteraard staan de ouders van die scho-ol ver af. Men poogt door onderGonnmissies en 'door onderavO'nden school en gezin wat nader tot elkander te brengen, maar groote successen kunnen in dit opzicht nog niet worden geboekt. Een gevolg daarvan is en — ziedaar het gevaar — dat de Openbare School de school van de oinderwijzers is, gestempeld in vele plaatsen met een merk, waar de kleur rood niet vreemd aan is. Dat mogen wij niet aanzien, donder in acitie te komen. Wanneer de O'uders meer invloed konden oefenen, zou da kleur heel Vaak anders zijn. Een graote invloed is door de godsdienstlooze school reeds uitgeoefend.
Hebben we reeds met elkaar beredeneerd, dat de school niet mag wezen 'een staatscreatuur, ' dan , moeten we even stellig afspreken, dat de school ook niet mag wezen het instituut van den onderwijzer en dat wordt ze, als aan die school het merk der neutraliteit wordt opgedrukt. In naam is dan dat onderwijs neutraal, in wezen is het gedrenkt met den geest van den onderwij'zer. JEn hoe zou dat ook anders kunnen? Maar daaro-m-, . is het juist zoo-noodig, dat door de ou'ders in - de hen vertegenwoordigende besturen groote invloed wordt uitgeoefend. D'aaroim wijst ons Unierapport ook voor dé 'Overheidsschool een weg, die uitnemend is. De Gemeentebesturen dragen op tijd en wijze bij. de wet te regelen, het beheer der scholen over aan plaatselijke commissieis, te , y. benoemen door 'de onders der schoolgaande kin--! deren. Wanneer geleidelijk onze bevolking rijp wordt gemaakt voor dit idee, zou de school heel - wat dichter komen te staan bij de ouders. Diaar zou ook nog een duifje mee te besparen yallS'U.
zou ook nog een duifje mee te besparen yallS'U. Uitschakeling van het particulier initiatief en van j de particuliere verzorging heeft in ons Jand al .' heel wat geld gekost.
Misschien hadden sommigen hier een klein pleidooi tj e verwacht voor de christianisatie van de Openbare School.-Die dan in dezen vorm zionden willen waken door middel van de school voor 'de belangen van geheel ons volk. Deze gedaöhte is evenwel nooit door onze partij' gepiropageerd. W'^ mogen er ons wel even rekenschap van geven, 'dat dan onder de vlag der neutraliteit het Christelijk beginsel in de Openbare School^ zou worden binnengedragen. Moet dat dan gaan tegen den zin der onders ? Dat zal men toch niet willen. Welnu,
overal waar de ouders het begeeren, is de moge^ lijkheid geopend, de Openbare School om te zetten ia een Bijzondere en dan kan het onderwijs .gegeven worden in de richting, door de oiuders begeerd. Ik herinner hierbij even aan wat pas op' Urk gebeurde. Daar werd de Openbare Scihool omgezet in een B|ijizondere en dezelfde onderwijzers werden er weer benoemd. D!e vrijheid is in Nederland verworven en dat is beter dan het clandestien brengen van de Christelijke beginselen, wat weer gestaakt moet worden, wanneer één vader bezwaar maakt. Neen, de Bijaondere Sichool is de oplossing van de schoolkwestie: zij moet worden regel, de Openbare school uitzondering.
Ik zou nog op een zevende gevaar willen wijzen, n.l. in onze regeling van den Leerplicht. Diaarop werd evenwel enkele maanden geleden reeds in deze rubriek gewezen.
Moge het ons duidelijk zijn, dat bijl de groote dankbaarheid, die ons betaamt in zake onzie scholen, groote waakzaamheid noodig is, om het pand, ons toebetrouwd, zuiver te bewaren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1928
De Reformatie | 8 Pagina's