GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

BERG-OPWAARTS. Weekblad onder redactie M. C. BRONSVELD en H. C. HOGERZEIL. Met vaste medewerking van Dr. C. J. C. Burkens, R. Casimir, Dr. J. A. Cramer, H. W. Creutsberg; Dr. A. H. de Hartog, Prof. Dr. Ph. Kohnstamm. Dr. J. Lammerts van Bueren, Prof. Dr. Th. Obbink, P. Oosterlee. J. F. Schaaf, - J. Jac. Thomson en anderen.

IJzer en Leem.

Aan dezen pakk'enden titel van een, ons ouderen, welbekende' rede van DR. KUYPER dacht ik, toen ons het eerste proefnummer van dit nieuwe weekblad werd toegezonden, en óok, nu wij het derde en laatste proefnummer ontvangen, wil dat sljzer en-Leemt mij niet uit den zin.

BERG-OPWAARTS toch streeft eenzelfde doel na ais het maandschrift OMHOOG en de SYNTHESEreeks. Het wil eenheid, verbinding tusschen de iferschillende richtingen onder hen", die zich Christenen noemen. Dit blijkt reeds uit de namen der heeren Redacteuren en Medewerkers. De Redacteur M. C BRONSVELD, om iets te noemen, was nog kort geleden Evangelist der s'Vereeniging voor inwendige Zending in Noord-HoHandc, maar heeft, omdat hij niet langer > de noodige waardeering voor den richtingsstrijdc voelde, zijn betrekking neergelegd. En te midden van de vele, met dit beoogde doel der eenheid zoo ongeveer niets te maken hebbende artikelen, komt dat doel ook onverholen uit in het volgende bladvuUinkje op , p. 2 van No. 2, hetwelk ontnomen is aan de Verzamelde opstellen van Jan Ligthart: — Ben jij modern? vroegen sommigen me. ïlk dacht dat je orthodox was.< Vreemde vraag.

Wat ik ben?

Ik wou dat ik iets was — een christen bijv., een goed christen.

Dat was me genoeg.

Maar ach, het is zoo'n ontzettende toer een waarachtig christen — zoo een in wien Jezus een discipel zou zien — te zijn, dat ik aan het modern of orthodox nog lang niet toe ben." — Dit teekent.

En ook teekent in het redaktioneele stukje waarmee No. 1 begint: sWij willen luisteren naar den roep van ieder, die omhoog gaat. Want het leven in de opwaartsche lijn is altijd christelijk.c Wel heeft dit laatste, met zijn altijd., bijster veel van phraseolgie, immers ook het leven in de zigzag-lijn met zijn nu eens hemelhoog juichen en dan weer ten doode bedroefd, of, zooals een Belijdenisschrift onzer Kerken het psychologischreligieus zooveel dieper uitdrukt, waar het spreekt van die wisselingen in het gemoedsleven van den christen tusschen een toestand «zoeter dan het leven« en een sbitterder dan de dood* bij nu eens »de aanschouwing«, dan weer »de verberging van het aanschijn des verzoenden Godsc, — ook het leven in de zigzag-Iijnen is christelijk.

Maar die twee zinnetjes saam genomen teekenen toch.

Wij, zoo spreekt daarin de Redactie, en dit, zeer waarschijnlijk, óok namens haar staf van Medewerkers, wij, strevers naar verbinding, naar eenheid tusschen de verschillende richtingen onder hen, die zich christenen noemen; wij willen luisteren naar de roepstem van ieder die in dien roep het EXCELSIOR ! doet hooren en daarbij, omdat hij, ab een PLATO onder de Grieken, vast overtuigd ".s van de realiteit eener nog andere wereld dan'die welke het oog ziet en de hand tast, ook idealist is.

En zeker, daarin komen dan alle richtingen onder hen, - die zich Ch> istenen noemen, maar ook onder hen, die zich-Joden, Mohammedanen of Heidenen noemen, mies in hen de kiem der religie niet verstikt is, overeen.

In de geschiedenis der religies vindt men dan ook het, voor de eenheidsbeweging nog altijd zoo leerzaam geval van dien Grootmogol AKBAR, die in zijn tijd, e.venals nu de heer M. C. BRONS­ VELD, voor den richtingsstrijd de noodige waardeering miste en daarom aan zijn hof Mohammedaansche, Indische en ook de Christelijke religie in een nieuwe door hem gemaakte rcHgie, de DIN-ILÉ.HI, vereenigde.

'n Geval zoo leerzaam, omdat dit maakwerk, kort nadat AKBAR in, 1605 gestorven was, weer uiteen viel. En dat moest wel, want de verschillen tusschen de religies, die hij tot één had trachten te brengen, waren zooveel grooter dan haar overeenkomsten. Zij hechtten niet de een aan de ander, gelijk als zich ijzer met leem niet vermengt.

Nu is het wel waar, dat zij, die als de Redacteuren en Medewerkers van-BERG-OPWAARTS thans ien onzent de eenheid tusschen de richtingen nastreven, wijl zij daarbij bepaaldelijk op het oog hebben de richtingen onder hen, die zich christenen noemen en, nog meer bepaald, enkel in de protestantsche wereld, een doel trachten te bereiken minder omvangrijk dan dat hetwelk AKBAR zich stelde, maar ook het streven naar dit meer bescheiden doel kan op niet anders uitloopen dan op een maakwerk, hetwelk bestemd is in afzienbaren tijd weer uiteen te vallen.

Spreekt men toch op het-gebied van religie van »richling«, dan meent men daarmee het richten van zijn denkend-ik, op wat is boven of achter de dingen dè^er wereld, die het oog ziet en de hand tast. Want wet is de religie, ook de christelijke relig, '^, niet a; lceh maar een zaak van ons denk-, maar ook van ons gemoedsen wilslcven, maar de algemeen menschelijke behoefte aan kennen van wat achter déze werfeld ligi kan toch alleen door ons" denken bevredigd, al wordt zij ook eerst bevredigd wanneer hetgeen wij daaromtrent kennen, tevens bevredigt ons gemoed.

Komen nu al ook de richtingen onder hen, die zich christenen noemen, hierin overeen, in de middelen om tot die kennis te komen, verschillen zij echter.

Hier toch richt het denkend-ik zich op de Schrift als hét in déze v/ereld van dwaling gegeven beginsel waaruit de kennis van den eenig waarachtigen God en JEZUS CHRISTUS, dien hij gezonden heeft, opkomt. Daar, wel niet op de Schrift zelf als het Woord of de Openbaring van God, maar toch op de religieuze ervaringen waarvan getuigen de Gödsmannen wier woorden ons in de Schrift bewaard zijn, en onder hen dan JEZUS bovenal, en in welke getuigenissen het dan een correctief of verbeteringsmiddel, een norm of richtsnoer voor zijn eigen religieuze ervaringen vindt. En eindelijk, onder de bekoring van de evolutie-hypothese en daarom zoowel in de getuigenissen van Jezus als van de andere Gödsmannen, die in de Schrift optreden, niet meer ziende dan een lageren trap in de ontwikkeling der religie, al erkent het ook gaarne, dat in die getuigenissen meer of minder elementen van waarheid vervat zijn, — richt ginds het denkend-ik voor zijn kennen van de religieuze waarheid, als een hongeren trap van ontwikkeling, zich op wat, met name sedert de vorige eeuw, de heroën eèner van de Schrift geëmancipeerde wetenschap en wijsbegeerte als waarheid verkondigd hebben.

Voorstanders van elk dezer drie richtingen, waarvan de laatste, zonder tegenspraak uit te lokken, wel als de sModernes is aan te duiden, zullen, wanneer zij althans geenPilatus-ziel hebben, vast staan in hun overtuiging, dat zij tegenover de andere twee richtingen het eenig doeltreffend middel aanwenden om tot kennis der waarheid te komen.

Een overtuiging nu heeft men lief, - en wie haar aanrandt bestrijdt rnen. Daarom kan ik dan ook in dat , niet langer met waardeering over den richtingsstrijd schrijven - of sprekenc niet anders zien dan verslapping van Overtuiging. Maar ook v/anneer ik daarin moèt zien, gelijk bij sommige Ethischen, die aan de einheidsbeweging meedoen, de soif des ames., den drang der christelijke liefde om hen, in wie zij geen christenen meer vermogen te zien, opdat ook hün ziel niet verderve maar leve, christen te doen worden, dan komt mij toch de wijze waarop zij dit trachten, verre van onbedeokelijk voor. "Wanneer ik mijn medemensch zijn lippen onwetend aan een gifdrank zie zetten, beweeg ik hem toch niet met den levenwekkenden wijn het doodend gif te mengen, maar ik rust niet vóór dat hij weet waaraan hij toe is.

Maar, afgezien ook van de methode dunkt mij heel het bedrijf der eenheidsbeweging, als AKBARS poging eene, die, zij: het ook goed bedoeld, op teleurstelling moet uitloopen.

Het eigenaardige toch van de christelijke religie is niet raaar hèt middelaarsgeloof, want dat ontbreekt zeifs niet in sommige hcidensche religies, maar het Geloof, dat Jszus CHRISTUS dè Middelaar is tusschen God en de menschen.

Dit Geloof nu wordt door de Modernen van alle schakeering niét geloofd. Niet door de oudere generatie onder hen, bij wie, onder de suggestie der mechanische ? Z(3: if«arbeschouwing, de? e al meer ook tot wereld-en levenshtscYiovt. wing was geworden en die zich toch nog christenen noemden en noemen, ook al had zelfs een hunner heroën, D. F. STRAUSZ, op het einde van zijn leven, de vraag: -uZijn wij nog christenen i'l ontkennend beantwoord.

En' dit Geloof wordt evenmin geloofd door die jongere generatie onder de Moderner, welke zich in onze dagen 'als de sVrijzinniges aandient. Want wel rekenen zij, bij hun krachtig verzet de mechanische ««fej^rbeschouwing ook tot hun'wereld-en /^z/, ? K^beschouwing te maken, met de geweldige realiteit van de zo? ide en is genade hun een ziclsbehoefte, maar de van zonde verlossende genade Gods zoeken zij niet bij en.in den Middelaar JEZUS CHRISTUS.

Zeker, hoewel de eenig waarachtige God niet verre is van allen, die om Hem te kennen Hem zoeken en Hij zoekt wie in geest en waarheid Hem aanbidden, is toch de eenige weg waarin en God en mensch elkander vinden, naar zijn eigen getuigenis, JEZUS CHRISTUS. Juist daarom is dan ook het trachten naar eenheid tusscheil »allen die God zoeken« maar niet in dézen weg, en hen, die in dézen weg Hem gezocht en gevonden hebben, een hopeloos streven om tegendee'en te verbinden, tusschen welke geen eenheid is.

Ook dit is, waar men het schijnbaar bereikt heeft, een maakwerk waarmee het gaat als het ging met de voeten van NEBUKADNEZAK'S droombeeld, die waren sten deele van ijzer en ten deele van leera.s IJzer is eenmaal ijzer en geen leem, en leem j is eenmaal leem en geen ijzer en sgeltjk als zich ijzer met leem niet verraengts, zoo ook niet de zoo even genoemde tegendeelen. - Het hecht niet. ^ Een droombeeld, een hersenschim, een idool is wat nastreeft de eenheidsbeweging, waarvan dit weekblad BSRG-OPWAARTS weer een nieuwsymptoom is.

Een idool, waarvan al vóórlaug - wij, Gereformeerden over het geheel ons bewustzijn hebben gezuiverd. Dan, wijl de eenheidsbeweging onder ons volk thans zóó hevig heerscht dat er zeifs Kerkgenooten onder ons door worden aangestoken, achtte ik het met overbodig bij de verschijning van BERG-OPWAARTS wat lang stil te staan.

Er schuilt toch voor een Gereformeerde, die te dicht in aanraking komt^met deze beweging, een gevaar.

Vooral wanneer hij wat zwak staat in zijn Kerkgeloof Een soortgelijk, gevaar als voor een antirevolutionair, dié genifecteerd door de ba.cillen der Sociaal-democratie, straks al bedenkelijker de »Baaernfarbe« : groen-rood, gaat vertoonen, om, bij verder doorzieken, heel niet meer groen, maar wasch-echt rood te zijn.

Juist als de rijpende tomaten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 november 1917

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 november 1917

De Heraut | 4 Pagina's