GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Wereldoorlog en theologie - pagina 25

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wereldoorlog en theologie - pagina 25

Rede uitgesproken ter gelegenheid van den Dies Natalis der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heim te hooren kregen o.a. van Steinmann, Ernst, Kuhlmann, Traub en Brunner se). Ook van de dialectische theologie kan men niet zeggen, — met uitzondering van Bultmann en Gogarten — dat zij den weg der existentiaal-philosophische ontologie is opgegaan. Veelmeer kan men zeggen, dat Barth — na in zijn Prolegomena van 1927 op dit spoor te zijn geraakt 67) — kritisch staat tegenover eiken vorm van anthropologic als grondslag voor de theologie, omdat door zulk een grondslag de Openbaring Gods via een natuurlijke theologie in haar wezen zou worden aangetast 68). We zien bij hem het conflict langzaam groeien zoowel met Brunner als met Gogarten. In zijn Dogmatiek van 1932 verklaart Barth alles „was in der ersten nach existentialphilosophischer Begründung, Stützung oder auch nur Rechtfertigung der Theologie allenfalls aussehen möchte" te hebben uitgezuiverd 69). Had Gogarten op Barth's Prolegomena de kritiek uitgeoefend, dat bij Barth een eigenlijke anthropologic ontbrak '^o)^ Barth beschouwt deze kritiek als een troost, dat de schade dan blijkbaar niet zoo groot geworden is, als ze wel had kunnen worden 71). Als de theologie over de Openbaring spreekt, moet ze ook wel over den mensch handelen maar „sie wird nicht met einem auf der Erde aufgestellten Scheinwerfer den Himmel abzuleuchten suchen, sondem sie wird versuchen, die Erde im Lichte des Him-

66) We wijzen in dit verband nog op het volgende. EMIL BEUNNEE schreef zijn waarschuwend artikel: Theologie und Ontologie — oder die Theologie am Scheidewege, „Z. f. Th. u. K." 1931, pag. 111 v. Men zou kunnen denken, dat BEUNNEE sympathiek staat tegenover zulk een ontologie, gelet op zijn voorliefde voor een „theologia naturalis". Maar men bedenke, dat BEUNNEE slechts een Christelijke natuurlijke theologie wil en zulk een theologie is met de atheïstische ontologie van HEIDEGGER niet te vereenigen. Wanneer BULTMANN over het „vorglaubige Dasein" spreekt, dan antwoordt BEUNNEE: „SOwohl das Sein als das Wissen des natürlichen Menschen ist ein „theologisches", darum entweder ein glaubiges oder unglaubiges, aber nie ein vorglaubiges. Das allein kann mit einer theologia naturalis gemeint sein. HEIDEGGEE macht den Versuch, den Menschen ohne Beziehung auf Gott verstandlich zu machen. Das ist der grundsatzliche Atheismus seiner Methode" (a. art. pag. 119 v.). In dit verband valt er nog op te wyzen, dat BEUNNEE een „richtige Ontologie vom Menschsein" alleen mogelijk acht „vom Glauben aus; das heiszt durch eine grundsatzliche Christliche Philosophie" (BEUNNEE, Der Mensch im Widerspnieh, 1937, pag. 557; vgl. ook 556). Als belangrijke litteratuur over dit probleem kan nog worden genoemd: G. KUHLMANN, Krisis der Theologie, „Z. f. Theol. u. Kirche" 1931, pag. 123 vv.; KAEL LÖWITH, Phanomenologische Ontologie und Protestantische Theologie, „Z. f. Th. u. K." 1930, pag. 356 w . ; STEINMANN, Zur Auseinandersetzung mit Karl Heims philosophischer Grundlegung, „Z. f. Th. u. K." 1932, pag. 27 vv.; KARL WITTKEMPER, Existentialismus und moderne protestantische Theologie, in: „Theologie und Glaube", Sonderabdruck, 1938; V. GEÜNEE, Existenzbegnff -und Gnade, „Z. f. syst. Theol." 1935, pag. 453 v.; F. TEAUB, Heidegger und die Theologie, „Z. f. syst. Theol." 1932, pag. 686 w . «'^) K. BAETH, Die Lehre vom Worte Gottes, Prolegomena, 1927. 68) Ygi HAROLD EKLUND, Theologie der Entscheidung. Zur Analyse und Kritik der „existentiellen" Denkweise, 1937, pag. 151—157. «9) BAETH, Dogmatik, 1932, pag. VIII en 128 v.; 177 v. ™) GOGAETEN in zijn bespreking van BAETHS Prolegomena van 1927 in „Theol. Rundschau" 1929. •ïi) BARTH, Dogmatik,

1932, pag. 131.

23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 22 oktober 1945

Rectorale redes | 52 Pagina's

Wereldoorlog en theologie - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van maandag 22 oktober 1945

Rectorale redes | 52 Pagina's