GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Geloof in het Woord.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloof in het Woord.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Jezus zeide tot haar: ochter, ... wees genezen van deze uwe kwaal. Markus 5:34.

Wonderlijk, — dat woord van Jezus: ., Woes genezen van mve kwaal".

Want deze vrouw was genezen; en sterker nog, — zij wist dat zij genezen was, zij „gevoelde het aan haar lichaam".

Het is de bekende vrouw, die twaalf jaren krank geweest was, en die^ van Jezus hoorende, in het geloof Zijn kleed had aangeralakt, en bij wie terstond de fontein baars bleeds was opgedroogd. Als Jezus haar daarna nog weder tot Zich roept, is, zij reeds hersteld, en van 'haar herstel overtuigd. Wij lezen, dat zij kwam, „wetende wat aan haar geschied was".

Waarom dan nog dat woord van den Heiland: „Dochter, wees genezen van uwe kwaal"? Behoefde haar dat nog gezegd te worden? Is het geen onnoodige ©n matte bevestiging van wat reeds geschied was ?

Ja, — eene bevestiging was het. Maar — niet onnoodig en mat.

Want Jezus zuivert hier het geloofsleven van deze vrouw. Daartoe roept Hij haar nog eens weder bij Zich terug. Zij had zich wel eerst in het geloof tot Hem gewend, maar blijkbaar was dat geloof nog met allerlei onzuivere gevoelens en inzichten vermengd; althans het noodzakelijk achten der aanraking van Jezus' kleed wijst op dooreenmenging met wonidergeloof.

En nu roept Jezus haar nog eens Mj Zich, om haar geloofsleven te louteren. En elk woord, dat Hij tot haar zegt, is eene les voor haar. Ook dat woord: „wees genezen van uwe kwaal''. Want daarin wijst Hij haar den juisten grond voor haar overtuiging, dat zij genezen was. 'Tot nog toe „gevoelde" zij het. Zij gevoelde het „aan haar lichaam". Maar dat is niet de wate grond voor de vastheid van haar geloofsovertuiging. Dat is een onziiivere bron voor de wetenschap van liaar herstel. Jezus loutert haar. Hij zégt haar, dat zij genezen is. En nu wordt Zijn Wóórd haar vastheid. Hoe licht kon zij straks meenen, dat haar gevoel haar bedrogen had, en haar genezing slechts tijdelijk was. Daarom leert Jezus haar in gezuiverd geloof zich vastklemmen aan Zijn Wóórd. En met dat doel zegt' Hij ook na haar genezing nog tot haar: — „Dochter, wees genezen van deze uwe kwaal".

Laat ieder Christen deze leering ter harte nemen. Zeker, het is heerlijk in het gevoel te staan van door Christus genezen en gered te zijn; het gevoel van vergeving der zonden en vrede met God. Zulke gevoelens zijn aan het geestelijk leven eigen; en met name wanneer de 'bewustheid van ons deel aan Christus pas bij ons doorbrak, zijn die gevoelens soms zeer sterk, ea weten we daaruit —_gelijk die vrouw — „wat aan ons geschied is".

Toch is dit niet de ware grond Van ons geloof en van onze zekerheid. Het gevoel van heden waarborgt mij niet voor den dag van morgen. En wie de vastheid zijner overtuiging aangaande de weldaden van Christus laat rusten op de meer of mmder levendige gevoelens van zijn hart, hij zal geen vasten gang in zijn geloofsleven doen zien, maar hinken op twee gedachten.

Daarom roept Jezus telkens de Zijnen weer tot Zich, gelijk Hij die vrouw ook na haar genezing weer terug liet komen. En dan zuivert Hij hun geloof. Dan zégt Hij tot hen, wat Hij aan hen gedaan heeft. „Wees genezen van deze uwe kwaal". Daar bevestigt en verzekert Hij Zijn werk aan hen uit het Wóórd. Dan leidt Hij hun geloofsblik van de wisselende en veranderlijke stemmingen huns harten af, en richt dien op Zijn onwankelbaar getuigenis in de Schriften. Dat alleen is de ware grond. Want het is het Woord des Heeren.

Wij zien dan ook menigmaal, dat een 'Christen in den loop van zijn geestelijk leven meer vooi'werpelijk wordt. Dan moge hij vaak niet meer zoo gevoelig genieten als in den eersten tijd, en soms wel eens met begeerigheid aan vroegere slemmingen terugdenken, — maar zijn gang is vaster geworden ; hij heeft zich meer aan het Wóórd gehecht, aan den geloofsgrond buiten hem; en zijn steun is meer geworden, — de trouw Gods aan hetgeen Hij gesproken heeft. Het is een bewijs, dat de Heere Jezus degenen, die Hij genezen heeft, nog eens weer teruggeroepen heeft, om hun geloof te zuiveren.

Dat zij zich dan telkens door Hem laten terugroepen, en uit Zijn Woord zich de verzekering doen geven: Mijn zoon, mijn dochter, wees genezen ... Ga heen in vrede.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1930

De Reformatie | 6 Pagina's

Geloof in het Woord.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1930

De Reformatie | 6 Pagina's