GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Nieuwe Boeken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuwe Boeken.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Voordrachten", Verzata'eld Ar ie Polst (drie ; bundels). door

Nog niet lang! geleden besprak: ' ik in deze rubriek van ons blad de Jiteraire bloemlezing van Seerp Anema. „'KJeurgerechten". Thans komt alweer een soortgelijke bundel onze aandacht vraigen, de in drie vlugge, 'goed uitgevoerde 'deeltjes „Voordrachten", verzameld door Arie Bost.

Beide uitgaven, ofschoon natuurlijk' in opzet en bewerking verschillend, bedoelen vooral christelijke kunst te verspreiden.. De |a, uteurs hebben opi het breede terrein der letterkunde voornamelijk dat gezocht en gerang& cihikt, wat Van een .christelijken geest getuigt; de eerste , h!ad daarbij een zuiver literair doel voor (Oog'en, de ander meer een praCr tisch oogmei-k'.

Het komit taij Voor, dat, bij de steeds groeiende belangstelling voor letterk'unde in 't algemeen en voor christelijke 'kunst in 't bijzonder, zoodanige verzamelbundels van groote beteekenis zijn. Want ze brengen samen het ^beste wat er is — laat het dan waar wezen, dat de daarbij aangelegde maatstaf een subjectieve is — en geven alzoo den belangstellende juist wat hij zoekt.

Ook de verzamelaar van dezen bundel „voordrachten" heeft een goed werk gedaan.

Want er is groote vraag onder ons christelijk „publiek" , 'naar voordrachten, die aan moderne eischen voldoen en toch van christelijke strekking zijn. Ook onder de lezers van „De Reformatie" leeft deze vraag, blijkens de vele brieven, die ik daarover reeds ontvangen h'eb. En die brieven kwamen alle neer op Ihetzelfde: noem ons, wat voor onze christelijke vereenigiiig geschikt is. In zulkte verzoeken ligt opgesloten eenerzijds het bewijs, dat er v^eel „vraag" is naar goede voordrach-• ten, maar aan den andei^en kant de erkenning, dat men in de niet-christelijké 'kunst zoo weinig .vindt, wat men ter lezing durft kiezen of aanbevelen.

Ik neem de vrij'beid hier, waar het verband gereede aanleiding er toe geeft een zoodanigen brief te bieantwoorden, dien ik dezer dagen ontving. Misschien interesseert de quaestie ook andere lezers, vooiral waar de vraag (van de ch'r. reciteervereeniging N. B. te M.) nadrukkelijk is 'geformuleerd. Ze luidt: „Is het wel wienschelijk op een christelijke vereeniging (leeftijd der leden 16 a 18 jaar) andere dan christelijke kunst te bespreken? "

Nu kan ik deze vraag niet zoo bondig beantwoorden als ze is gesteld. Want met een simpel „ja" of „neen" zijn we er 'niet. Alles hangt hier al van de omstandigheden en de verhoudingen, waaronder zulk een vereeniging leeft. Is er een goede leider, iemiand, die op h^^et terrein der letteric'unde behoorlijk thuis is en vooral, die goed-'gefundeerd staat in z'n overtuiging én de gave beeft haar uit te spreken, dan is er nx. i. niet alleen geen bezwaar tegen het bespreken van andere dan christelijke 'kunst, 'majar dan is }iet inderdaad „wenfï'chelijk". Want dan voorkomt de goede leiding allicht veel Schadelijk' geliefhebber van onkundigen. Juist voor dezen is ide mlodeme letterkunde gevaarlijk, omdat ze zoo verlokkend is, en vlak naast, dikwijls vergroeid 'miet wat op zichzelf waardeering niet uitsluit, elementenliggen, die nimmier waardeering toelaten. Alleen ielii& nd, die zelf 'heeft leeren onderscheiden, kan hier de gewenschte voodichting geven. En als dan ieen vereeniging in het gelukkig bezit is V|an iziil'k een voorzitter of lid, dan acht ik het wenschelijkj dat aan de moderne lettericunde de aandacht wordt gewijd, om'dat de jongere leden overal miet haar in aanraking komen.

In het andere geval, waar ta'en dus zulk' een leider mist, is een zich bözighbuden met deze dingen even zeer af te keuren als h'et in de eerste situatie aan te raden valt. Want dan brengt mten elkander van de wijs en kan 'niets goeds, maar alleen schade worden tew^eeg gebracht. En, waar ook dan de jongeren toch de tabderne literatuur langS h'un weg vinden, daar rust te meer op de ouders de taak, hier leiding en Voorlichting te zoeken en g«ven. Maar als vereeniging stelle men deze onderwerpien niet aan de orde. Er valt uit de taodeme letterfc'unde onlgetwijfeld veel te leeren, taiaar onder zoodanige verhbudingen niet veel anders dan wat vei'keierd is.

En dan — waar ptnen to'eent andere dan christelijke 'kunst op bovengenoeinde gronden te kunnen bespreken, daar ga 'men in z'n keuze toch systemlatisdh te werk. Men moet dan niet in 't wildeiweg nemen, wat men zelf om een of andere reden mooi vindt, want dan ontbreekt een vaste lijn van behandelen en zal men weinig resultaten zien. Men geve eerst 'oen algemieene .inleiding, waarin men duidelijk jaangeeft, welke de christelijke opvattinjg! is van kunst en schoonheid, en - dan neme m'en een of landere goede bloemlezing, om die in haar gang te volgen. Zoo krijgen de jongeren een goede basis en ktmnen ze geleidelijk tot eenige meerdere ontwikkeling komen. Zoo ook bei; eikt men 't eerst het stadium dat ze zelfstandig oordeelen kunnen.

Voor dit doel bruikbare gidsen zijn o.a. „Onze Letterkunde" van Dr J. van 'der Valk, de reeds genoemde bundel „Kieurgereehten" van Seerp Anema, „Verzen" van Dr Aleida Nijland — en ook het wer'^'e, dat ons tot deze beschouwing thans brengt, „Voordrachten" van 'Arie 'Bost.

De titel geeft aan, wat de auteur met z'n bundeltjes bedoelt en ten (overvloede zegt hij het in z'n „voorwoord". „Dieze drie bundels voordrachten werden voornamelijk .'samengesteld voor onze .Christelijke Reciteer-en Jongelingsvereenigingen". 't Is (dus vooral m.ateriaal voor ^, voordragen", dat de Schrijver hier samenbrengt, een werk Waarvoor vele vereenigingen hem ongetwijfeld dankbaar zullen zijn.-

Het standpunt, dat de Schrijver bij z'n keuzié innam was „eenerzijds de ipvertuiging, dat ieder waar voordrager rijmelarij en (ondicht h'aat', en anderzijds onze groote waardeering voor het verhalend gedicht, dat in zijn versc'hillende schakeelringen, idrama, epols, ballade, romance, legendey fabel, im'mer zoo popnlair is geweest". Overigensi zegt hij toe een iwerkje over „Voordragen", dat „binnen niet al te langen tijd het licht zal zien" en dat nader dit istandpunt argu'menteeren zal.

We krijgen dus theorie len practij'k', maar dan in de omgekeerde volgorde, die waarschijnlijk door de omstandigheden is ontstaan, dat de tlheorie komt na .de practij'k en niet er voor. Het wordt daardoor wel 'moeilijker een volfcomien , billijk oordeel over de drie ons geboden bundels uit te spreken, want mogelijk worden sommige dingen, die ons wat vreemd ischijnen afdoende verklaard in hlet komende werkje. '

Vreemd is het b.v. - dat 'de 'Schrijver, die uit de nieuwie dichtkunst zoo goede keus weet te doen, in effl van z'n bundels nog opneemt verzien van Tollens, Bogaers, Messchert. Daardoor brengt 'hij samen (het ouderwetsche Imiét het nieuwste, de grootst denkbare tegenstellinjg'en op hbt gebied der literaire k'nnst. Welke methode ten grondslag ligt aan een volgorde als b.v. in bundel 1: Felix Rutten, Adriaan Bogaers, Willem de Mérode, k'an i'k niet begrijplen, of 't taoest zijn de bedoeling tegenstellingen te doen zien. Mij dunkt, we hebben nu toöh in onzen tijd, veertig jaar na de hei*leving van 1880, met de school van Tollens afgedaan in de practijk. Die kan toch bij (hjet moderne inziaht moeilijk m'eer een [andere dan louter historische beteekenis hebben. En het voordragen van 'hun gedichten, ook al stem ik aanstonds toe, dat de auteur lang niet de pleahtste heeft uitgekozen, heeft m. i. zoo weinig nut roor jonge menschen van onzen tijd.

Overigens kunnen we, geloof ik, niet anders dan lof voor deze bundels hebben. Ze brengen inderdaad niet a.lgtemeen bekende gedichten, Idie toch doorgaans goede proeven zijn van clhristelijkle kunst.; En wat de bundels aan niet-ch'ristelij'ke kunst bevatten is uit taieer dan een oogpunt goed gefcbzen. Vooral ïijkt het taij een verdienste, dat de auteur ook! 'een goede plaats heeft ingeruimd aan dramatische ktmst, en daarbij alle aandacihit geconcentreerd Jiieeft

182 'op cli ris te lij ike dramiatisclhfe kunst (., Saul 'en Dia, vid", yan A. van Delft, „Caïpfas en Annans" van P, B. J. Frencfeen, „Caïn" van DT Felix Rutten^ „Juda: en Ruben" uit Vondels „Jozef in'Dothan" e.d.). Naai' zulke „voordrachten" is in onze dagen vraag, meer dan naar op voos effect berekende onwaarscMjnlijkheden als Tollens' „De Brand". Eien enkele nietbepaald christelijke bijdrage tot de draimatischo ikiiinst lals van Dr René de Clercq misstaat niet. De auteur heeft blijikbaar (getracht afwisseling' te brengen in lederen bundel en daarin is hij goed geslaagd. Naast bewerkingen van D-uitsche balladen (door Dr J. van der Yalk^ geeft hij "enkele oorspronkelijke balladen van Staring; Potgieter en Hekners, Bilderdijk .en Da Costa vinden evenzeer hun plaats als Dr Felix Rutten, Marie Boddaert, W; . G. v. d. Hulst, F. Rodenbach. En jhet gekozene is voor voordragen meestal uitnemend geschikt, terwijl zoowel de christelijke kunst als de moderne verzenistructuur goed tot h'an recht konien.

Op grond van dit alios geloof ik te mogen zeggen, dat we imet dezen bundel wel weer een eind verder komen in de goede irichting. Den prijs van de deeltjes weet ik niet, imiaar die kan nooit heel hoog zijn, 'zoodat elke vereeniging makkelijk een exemplaar zioh aanschaffen kan. Wie goede en geschikte „voordrachten" wenscht, zoiskt hier niet tevergeefs.

Naschrift. Ia de eerstvolgende nummers verschijnt een aa'tikelen-serie van Drs AV. E. Engelkes over „Het Grieksche heldendicht". Bijdragen en correspondentie deze rubriek betrefffiode adresseere men Overtoom 350, Amsteidam.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Nieuwe Boeken.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1923

De Reformatie | 8 Pagina's