GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het nabije Oosten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het nabije Oosten.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

De toegang tot de Mohammedaansche .wereld in het Nabije Oosten "ligt, gelijk wij in ons tweede artikel heblDen uiteengezet, voor het Westen open; en de zending, die de teekenen der tijden verstaat, maakt van de door G-od gegeven .gelegenheid gebruik ook.

Overal gaat dit echter niet.

Met name Anatolië (Klein-Azië) blijft voor de zending nog hermetisch gesloten.

Toen toch de Jong-Turken uit Europeesch Turkije veelszins moesten wijken, hebben zij in Klein-Azië een rijk .gesticht zoo sterk en geweldig, dat de Europeesche mogeiidheden er ernstig rekening mee moeten houden. ^De Turk is er door tot een te vreezen macht geworden. Hij is heelemaal niet meer de „zieke man".

Hij voelt zich.

Het bloedbad, te Smyrna aangericht, zegt reeds zooveel. Maar Prof. Richter geeft er nog een treffend staaltje van.

De Amerikaansche zending vroeg toegang tot Anatolië. En als antwoord werden de drie volgende maatregelen getroffen door de Kemalistische regeering :

Ten eerste kregen alle buitenlanders het bevel zich te J, aten registreeren; daarmee hielden zij op vreemdelingen te zijn, en vervielen tevens de privileges, die zij als burgers van een vreemde nationaliteit genoten.

Ten tweede werd er toestemming verleend scholen, zendingsscholen, te bouwen, indien er een voldoend aantal kinderen van die bepaalde nationaliteit gebruik van kon maken; practisch werd het scholen-bouwen door den eersten maatregel onmogelijk gemaakt; door de registreering waren er geen kinderen meer van idie vreemde nationaliteit.

En ten slotte w.erd aan alle Christenen in het binnenland bericht, dat zij „verlof" hadden het land te verlaten; maar dit „verlof" was gelijkstaande met een iDevel; wie niet heenging kon zich op het ergste voorbereiden.

Bloeddorstig en wreed tegen de Christenen zijn de Turken nog steeds.

Dat leert o.m. ook de droeve geschiedenis der Nestorianen. Zij woonden rustig en vredig in de Urmia-vlakte en het daaraan grenzend Westelijk bergland. Tot in 1915 deze vlakte mee een deel van het groote strijdtooneel wei''d. Het Turksche leger rukte pr binnen, en wist binnen korten de vruchtbare vlakte in een woestijn te herscheppen. Wel kwamen straks de Russen, en moesten de Turken wijken; maar toen in Rusland de revolutie uitbrak gingen de Ptussen weer heen, om in 1918 plaats te maken voor de Turken. Wat de Turken in 1915, daarna de Russen en de Koerden nog hadden overig gelaten, werd tot in den wortel vernield. Deze jaren zijn met bloed geschreven; de Syriërs of Nestorianen vochten om hun leven tegen Persen, Koerden en Turken. D© uitslag was niet onzeker.

Het overschot der eertijds welvarende bevolking week ten getale van 80.000 naar het Zuiden in wilde vlucht; wat door het zwaard der vijanden niet viel, bezweek in het wilde bergland door honger en koude; en slechts een vierde deel wist het leven te redden. Behalve de vele tienduizenden, in Urmia zelf omgekomen, waren er nog eens 60.000 dooden in het gebergte achtergebleven. Teirecht zegt Prof. Richter, dat de ondergang van een der oudste Christelijke kerken iets tragisch heeft.

En nu zwijgen wij maar van de Armeniërs, van wie er honderdduizenden zijn geslacht; ja, geslacht is een niet 'te sterk woord.

Dat door deze moordpartijen het Christendom in het Nabije Oosten een geweldige knak heeft gekregen, is wel duidelijk. En tevens spreekt het vanzelf, dat er nkar ges'treefd wordt juist onder de moordenaars het Evangelie te brengen.

Dat dit onder de Turken niet gemakkelijk vallen zal, wezen wij reeds boven aan. Maar er zijn

ook andere streken; en met name die onder Engelsch mandaat staan, bieden voor de zending een goede kans.

Neem b.v. Arabië. Door den oorlog is het onder Engelsch protectoraat gekomen. De koning moet op de Engelsche regeering steunen, ook al om finautiëele redenen, daar zijn inkomen o.a. verminderd werd met 300.000 pond, die hij tevoren uit Konstantinopel ontving, maar zich door den val van den Khalief zag ontgaan. In dit land, waarin vroeger iederen Christen een zekere dood wachtte, drongen nu colporteurs binnen met hun Bijbels, en zendeling-artsen predikten met de daad de liefde van den Heiland.

Met opzet schrijven wij dit in den verleden tijd Immers, het schijnt, dat de toestand niet meei zoo zonnig is. De koning schijnt zich te verstaan met den koning van Egypte, om dezen 'te steunen in zijn streven naar den Khalief-titel. Bovendien hebben de fanatieke Bedouïnenstammen in het binnenland zich vereenigd, en de koning zal met hun streng Mohammedaansch geloof ernstig rekening moeten houden. Om deze oorzaak vreezen wij, dat van de Amerikaansche plannen, om in Dsjedda een zendingshospitaal te stichten, niet veel komen zal. Het kookt in Arabië.

In Persië is meer leven te aanschouwen; zelfs wordt gezegd, dat er geen land is in het Nabije Oosten, dat zooveel grond voor goede verwachting oplevert als Persië. En daarvoor zijn vele oorzaken aan te wijzen.

Hier hebt ge niet het zuivere, fanatieke Mohammedanisme, maar een door vele secten verzwakte Islam. Dan dringt de Westersche cultuur van alle kanten het land binnen. Kranten en tijdschriften, die van alles leeren en zoo het conservatieve Mohammedanisme ondermijnen, worden met graagte gelezen. En zoo is er allerwegen een opwaking gekomen, die de zending benutten kan.

De Christelijke kapellen zijn overvol; de kinderen worden naar de Chr. scholen gezonden; de colporteurs worden vriendelijk ontvangen; en waar vroeger de overgang tot het Christendom een wissen dood beteekende, propageeren de Christenen nu vrijmoedig hun geloof.

In Egypte is ook al een wolkje als eens mans hand te bespeuren. Niet alsof de haat tegen het Christendom daar niet groot zou zijn! W-ant toen het bloedbad, door de Turken in Smyrna aangericht, bekend werd, trokken de .Mohammedaansche Egyptenaren door de straten van Alexandrië met een gebroken crusifix, als een teeken van den zege van de Halve Maan. Toch is het een .teeken dest ijds, dat de groote Universiteit El-Azhar (zeer typeerend door Pïof. Richter een Middeleeuwsche priesterschool genoemd) haar leerlingen-getal dalen zag van 15.000 op 6000. Ook hier nemen de vrouwen deel aan het publieke leven. En zelfs de Mohammedaansche leeraars scharen zich onder de prediking der zendelingen.

Zelfs in Klein-Azië en aangrenzende streken breekt een lichtstraal door.

Immers, de wreede vervolgingen van den Turk hebben de eeuwenoude kerken, de Gregorianen o"f Armeniërs en de Grieksch-Katholieken, naar de Protestantsche kerken en de zending toegedreven; eeuwenlang stonden ze kortweg gesproken vijandig tegenover elkander; maar het gemeenschappelijke gevaar heeft den scheidsmuur omgeworpen. Er is toenadering niet alleen, maar ook behoefte aan gemeenschappelijk arbeiden. Tevoren deden de inheemsche kerken aan verbreiding van het Evangelie niets en zij dachten er ook niet over om er iets aan te doen. En nu slaan ^zij met de zending de handen ineen. Het is een wonder Gods.

Bovendien toon en de Koerden ontvankelijk te zijn. Zelfs onder Turken, die buiten het Kemalistisch bewind staan, is toenadering op te merken.

In Palestina is de Diiitsche zending teruggekeerd. Veel vonden zij er verwoest. In vroegere jaren was de zorg voor de melaatschen een hoofddeel van hun arbeid, maar dat zal spoedig tot het verleden behooren; behalve de melaatschen-asyl der Duitschers 'is Palestina van melaatschen gezuiverd: zij zijn allen door den oorlog en koorts en honger omgekomen!

Syrië is ook toegankelijk voor de zending, zoolang tenminste Frankrijk er zich handhaaft; moet het wijken voor de Turken, dan is de ellende niet te overzien. Te Beyroet heeft de zending een reuzendrukkerij; en ook is opmerkelijk het verlangen naar volksscholen.

Alles te zamen genomen, kan worden gezegd, dat er in het Nabije Oosten een nieuw tijdperk is aangebroken, dat cipk nieuwe krachtsontwikkeling vraagt, en het inslaan van nieuwe wegen.

Deze overwegingen hebben geleid tot het houden der groote Zendingsconferentie te Jerusalem. Daar werd voor het eerst de geheele zending onder de Mohammedanen nauwkeurig bezien en besproken. Deze Conferentie is een evenement geweest van groote en verstrekkende beteekenis in de Mohammedanen-zending.

J. D. W.

Naschrift. Reeds drie weken geleden schreven wij het bovenstaande, ook wat Arabië betreft, en wij zien nu de vrees, dat de hospitaalplannen te Dsjedda niet zoo gemakkelijk verwerkelijkt zullen worden, droevig bevestigd. De berichten in de bladen spreken van de zwakke positie van den Arabischen vorst, die te vergeefs de hnlp van Engeland inriep tegen de oprukkende, fanatieke Wahabieten; Engeland meent, dat de worsteling om Mekka, en daarin om de oppermacht in Arabië, een godsdienststrijd is, waarin liet zich niet mengen mag. Gelukt het den Bedoeïnen-" stammen Mekka te nemen, en den koning van zijn macht te berooven, dan zal dit niet in het voordeel der zending zijn; in zulk een overwinning zou het fanatieke Mohammedanisme zegepralen.

J. W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

Het nabije Oosten.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1924

De Reformatie | 8 Pagina's