GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kwalijk nemen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kwalijk nemen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En als de andere tien dat hoorden, namen zij het zeer kwalijk van de twee broeders. Matth. 20:24.

Er wordt in deze wereld vol zonde veel kwalijk genomen.

Bij de arbeid in en voor het koninkrijk Gods behoort kwalijk nemen tot een van de groote anti-reformatorische krachten.

De redenen waarom de kwalijknemer zijn practijk uitoefent, zijn zeer verschillend. Daar zijn menschen, die bijna alles verkeerd opvatten, en bij het geringste op hun teenen getrapt zijn. Zij zien veel kwalijk, en daarom nemen ze veel kwalijk.

Ze , zijn spoedig geraakt, geprikkeld, ontstemd, vertoornd. Ze toonen dit eveneens spoedig. Ze reageeren snel en fel op ieder woord, op iedere daad van wie hen maar even te na komt. Wel zeggen ze er dikwijls bij: „ge moet me niet kwalijk nemen, maar..." en dan komt het.

Bij' het opmareheeren van het leger der kerk doet zich veel vertraging voor tengevolge van kwalijk nemen.

Merkwaardig is nu dat dit kwalijk nemen doorgaans opkomt uit gekrenkte eigenliefde, uit koude zelfzucht, al wordt dit egoïsme meestal handig verborgen achter het masker van een hooger-doelende gezindheid.

Zie het maar in ons tekstverband. Jezus had er over gesproken dat in zijn koninkrijk de discipelen, die alles voor hem verlaten hadden, rijke vergoeding zouden ontvangen, en met hem zouden zitten op twaalf tronen, oordeelende de twaalf geslachten Israels. Nu, dat stond de discipelen wel aan. Daar hadden ze geen bezwaar tegen. Johannes en Jacobus, de beide zonen van Zebedëus hebben daar met hun moeder Salome nog eens over gesproken; de vraag is bijl hen opgekomen, naar welke rangorde ide plaatsen dan toegewezen zullen worden, en wie er in de eere-cirkel van twaalf de hoogste twee zetels, ter rechter en ter linkerhand des Konings, zullen bezetten. Tegenover hun moeder zijn de Zebedaïden er rond v[oor uitgekomen, dat zij wel eenig recht op die plaatsen meenen te hebben. Zijn zij niet onder de eersten en meest vertrouwden van Jezus' jongeren? Als gevolg van dat gesprek is Salome met haar twee zonen tot Jezus gekomen, om, kon het zijn, alvast de beide beste plaatsen in het koninlcrijk voor hen beiden te reserveeren.

Op deze zaak zelf gaan we hier niet in, Alleen vestig ik er uw aandacht op, dat de tien-andere discipelen, het van de twee zeer kwalijk namen, dat ze dit vroegen. Verwijtende blikken, booze woorden, verontwaardiging!

Nu is echter de vraag: waarom namen de tien dat kwalijk? Omdat ze bezwaar hadden tegen het booze beginsel van de rangstrijd ? Of omdat ze deze dingen in de macht des Vaders wilden laten ? Omdat ze het zoo ondankbaar van de Zebedaïden vonden dat deze met een toegezegde plaats onder de twaalf niet tevreden waren, en de twee best-geplaatste zetels voor zich opeischten? Niets van dit alles. Uit het verband, blijkt, dat ze het verzoek kwalijk namen uit vrees dat de beste plaatsen h u n z e 1 f ontgaan zouden. Ze hadden er evenveel recht op als Johannes en Jacobus! Hadden z ij er aan gedacht, dan waren zij met bet verzoek gekomen; nu zijn de zonen van Zebedëus hun te vlug af i^eweest. Dat namen ze zeer kwalijk. Ze zijn dus geen haar beter dan de twee. Jezus neemt ze dan ook apart, om ze te leeren, dat de eerste in zijn rijk is die het meeste dient, en het verst gevorderd is in zelfverloochening en zelfverlies.

Kwalijk nemen is zoo vaak hoogmoedswerk. We verraden er mee wat er bewust of onderbewust leeft in ons zelfzuchtig hart, onze verborgen wenschen, ons zoeken van eigen eer.

Bjijl de hoogste plaatsen in het leven is hot meeste gedrang, niet alleen van vragers en sollicitanten, maar ook van degenen, die zich schijnschoon achteraf houden, maar intusschen de rechter-en linkerzetel niet uit het oog verliezen, er voet voor voet naar opschuiven, en het ook nog, verontwaardigd, kwalijk nemen, als een ander zich niet ongevoelig toont voor de eer er op te zitten. '

'O, die hatelijke rangstrijd, ook onder de kinderen en de knechten des koninkrijks 1 De vraag: wie zaJ da eerste zijn ? het zich uitnemender achten dan de anderen.

Waarom worstelen we zoo weinig tegen deze zonde, die zooveel bederft, zelfs in het kerfcehjk leven en in zoo velerlei arbeid in het Koninkrijk Gods?

Ons kwalijk nemen is zoo vaak een groote zonde, waarvoor Jezus ons apart nemen en bestraffen moet.

Wie zóó kwalijk neemt, dringt zelf voor zijn beurt in de rij voor de rechter-of linkerzetel, en duwt anderen op zij.

Maar wie op zijn plaats staat, en anderen uitnemender acht 'dan zichzelf, die zal de dienst in het koninkrijk hooger fechatten dan de zetel, en zich verbazen dat er voor hem of haar ©en plaats in het koninkrijk wordt bewaard.

Als een die dient, zoo kwam Christus.

En zóó wil hij ons vinden in zijn rijk. ' Genade maakt klein.

Het groote mag niet gevraagd.

Hel wordt gegeven van den Vader.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Kwalijk nemen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1930

De Reformatie | 8 Pagina's