GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Eenvoudige aanbidding van den eenvoudige

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eenvoudige aanbidding van den eenvoudige

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

opdat in den Naam van Jezus zich zou buigen alle knie Philipp. 2 : 10.

Waarover wordt nu eigenlijk niet getwist? En — welke twist zal den wijze niet kunnen wijzer maken? Er is in de kerk, en ook onder gereformeerden zwaar gedebatteerd óók in betrekking tot de vraag: mag men den Christus „aanbidden", goddelijke eer Hem bewijzen dus, alleen naar zijn goddeUjke natuur, of óók wel naar zijn menschelijke? Alleen , , als" God, doch ook „als" Middelaar? Is, wie Hem ook „als" Middelaar vereert, niet een schepsel-aanbidder? Want: als Middelaar is Hij toch ondergeschikt aan God? Kan men den Heer vereeren in één zelfde aanbidding met den onder-geschikte van den Heer? Onder invloed van de lutheraansche twisten (inzake Osiander, Stancarus) hebben ook de gereformeerden zich hier wel eens begeven in al te subtiele onderscheidingen; zooals dan ook de kwestie van de aanbidding (of de aanbiddehjkheid) van Christus als Middelaar uitdrukkelijk in de polemiek tegen Stancarus is aan do orde gesteld.

Maar vnj kunnen' van dezen strijd, hoe subtiel ook, tóch weer leeren. , , De twee naturen" zijn niets zonder den éénen Persoon. En die is ondeelbaar. Wij zeggen niet tweemaal „iets", doch éénmaal „Hij" (of: Gij!). Wij houden ook in dezen de eenheid en ondeelbaarheid van den uit twee naturen geconstitueerden Persoon-des-Middelaars voor oogen. Ook hier geldt het: spreek niet over , , den Persoon" zonder eerst te hebben gevraagd: welke roeping, welke taak, is Hem toegedacht, toebeschikt? , , Persoon" is nu eenmaal'in tweeërlei zin bedoeld: a) de Persoon van den Zoon, den Logos, in zijn ééne, goddelijke natuur; b) de Persoon van den Middelaar, den The-anthroopos, de Persoon van Jezus Christus, niet maar „ontworpen", niet maar , , voorbedacht", maar straks ook in werkelijkheid straks opgetreden in twee naturen.

FeiteliJK ; s dan ook de vraag, of Christus nu Middelaar is „naar" één, dan wel „naar" twee naturen niet juist gesteld. Wij belijden, dat Hij uit kracht van zijn godheid den middelaarslast kon dragen, ook in zijn menschheid. In de kracht, de potentie, we kunnen er aan toevoegen: de capaciteit van zijn beide naturen heeft Hij den Middelaarsdienst kunnen verrichten; en 'wij kunnen veilig zeggen, dat noch in het verleden, noch in het heden óók maar één werk van den Middelaar is verricht „in" of „naar" één enkele bloote natuur; de naturen zijn niet , , bloot", sedert deze wonderlijke Persoon-van-Middelaar, synthetisch, gelijk wel gezegd is, uit twee naturen is geconstitueerd, terwille van de constitutie van den Middelaar qua ambtsdrager, middelaar Gods en der mensohen. De gereformeerden hebben daarom uit de Schrift leeren verstaan: men „heft" den Middelaar in feite „op", als men zegt: dat hij alleen naar zijn menschelijke natuur middelaarswerk verricht heeft. Wij deelen die meening, doch willen met gehjken nadruk zeggen: men heft in feite den Middelaar op, door het zeggen: dat Hij alleen naar zijn goddelijke natuur' het middelaarswerk verricht heeft. Zich offeren, zich zetten tot de verlossende prediking, zich Ons geven, dat kan, zoolang het woord „zich" in vollen ernst genomen wordt (en Hij is de Eenige, bij wien dit voornaamwoord zijn vollen ernst hebben kan) alleen de Persoon doen, die uit twee naturen is geconstitueerd.

De Middelaar worde door ons aangebeden in zijn geheel-heid én in zijn eenheid en eenvoudigheid? Zijn subordinatie was er door zijn eigen vrijen wi!; zich subordineeren, dat kan, wanneer het woord , , zich" grondig méénens is, alleen Hij doen, die v r ij is en almachtig.

Wij moeten dan ook uit bovengemelden strijd winst behouden. de

Die is deze: Laat ons nooit een ambteUjk werk, een ambtsdaad, beschouwen als een natuurlijke verrichting, een functioneeren van een of andere natuur. Een „natuur" functioneert niet anders, dan in een individueel exemplaar dat die natuur bezit. En de natuur (of naturen) van dezen Ambtsdrager, nog wel Bondgenoot in het vredespact met 'Vadier en Geest, en Bondsmiddelaar tusschen de twee partijen in het verbond der genade, functioneert (functioneeren) nooit anders, dan in den Persoon, die de natuur (de naturen) heeft.

Haarom is ook het onophoudelijk weerkeerende probleem, in welke natuur (of in welk „onderdeel" der menschelijke natuur) Christus Priester was, en in welke ng, tuur (of onderdeel der menschelijke natuur) Hij „lam" was, ook zoo vermoeiend, en uitzichtloos.

Want, in de eerste plaats, waarom zou inen 't vraagstuk alleen in de relatie priester-lam stellen? Zeker, als Priester moest Hij, die tot Middelaar geconstitueerd was, actief zijn, tot het laatste toe: en priester is immer juist dan het meest actief, wanneer hij het mes in de keel van het lam steekt; ook moet hij rein zijn, nuchter, waakzaam, attent op God-en-menschen. Zeg maar: adelijke gehoorzaamheid. En het lam, zoodra het naar de slachtbank geleid wordt, naar 't altaar, wordt Ujdelijk; en zijn lijdelijkheid heeft haar toppunt bereikt, ais het mes de keel snijdt: eg maar; lijdelijke gehoorzaamheid. Dat het zóó bij den Middelaar geweest is, daar gaf God ook teekenen vaii: et „groote stem" roept de Christus zijn vierde kruiswoord, en met „groote stem", roepende, geeft Hij den geest. Met groote stem roept Hij uit aan I^azarus' graf, dat de Vader hem gehoord heeft en altijd hoort (Joh. 11 : 41) en met diezelfde groote stem, in beide gevallen immers terwille van de schare, die rondom staat (Joh. 11 : 42) en in den dienst des Woords, roept Hij zijn „volbracht" mt, en geeft den geest (Luc. 23:46, Matth. 2-7 : 46, Mare. 15:34, 37). Verbintenis dus in gelijktijdigheid van de grootste activiteit, en de uiterste passi'viteit. Doorgronden doen 'wij het niet; maar — doorgronden wij-soms wat dat is: e menschelijke natuur aan-né-men? Dat heeft niemand gedaan, dan Hij alleen. Doorgronden we som.s wat het is: ich overgeven, en dit dan zóó reëel, dat het reflexieve voornaamwoord („zich") hier, en hier alleen, ten vóUe gerechtvaardigd is? Slechts God is Subject, waarvan het Praedicaat kan luiden: ij deed „zich" dit en dat aan. Daarom is 't ook alleen Christus' Persoon, die juist ook als Persoon gansch eenig was, en dus geen tweeden ooit naast zich zien zal, die Persoon, die nimmer „exemplaar" van een „soort" wezen kan, het is alleen Z ij n Persoon, die „zich" kan geven in den dóód. Nooit is de dood zoo grondig, en nooit de doods-gang zoo bezig, als wanneer de Volactieve zich vol-^assieJE doet worden.

En dan, wat twisten we om woorden? Priester-Lam, zeker, zeker. Maar we kunnen ook zeggen: preker-HooI-der; Leeraar-LeerUng; daarom-zegger en ook waarom-vrager (Lama sabachtani, Matth. 27 : 46 etc), Drenker-drinker, Vrije Koningszoon, en belasting-betaler (Matth. 17:25—27), Bevoegde om het leven aan te nemen, èn Bevoegde om het wederom af te leggen (Joh. 10 : 18). Men heeft gevraagd: as dat geen zelfmoord, als de Priester zichzelf als Lam het mes in 't hart drijft? Houdt men nooit met dwaze vragen op? Leven afnemen, dat is pas zelfmoord, indien h et tegen recht en wet is. Ook de zachtste vorm-van sterven, ook'de fijnst geslaagde demonstratie van euthanasie, ware zelfmoord geweest, indien de wil zich er naar toe gestrekt had, zonder naandaat en zonder verlof.

Trouwens, één ding is steeds vergeten in de debatten over priester-lam. Het is dit: at men nog veel te weinig heeft gezegd, indien men van den Middelaar speciaal dit verklaart, dat Hij priester is, en lam, — alsof het daarmee uit zou wezen. Men heeft gezegd: s Hij niet tevens zijn eigen altaar? Voor een offer, dat maar één keer geschiedt, kan niemand' een altaar' gereed houden, net zoomin als een parapluie zou zijn vervaardigd, indien er maar één keer regen ware gevallen. Daarom is Christus (naar lichaam en ziel) zijn eigen altaar geweest; gehjk ook de Schrift spreekt van het , , voorhangsel" van zijn vleesch (Heb. 10 : 20). Hij was ook in eigen Persoon zichzelf tot altaar-bereider.

Laat ons Hem dus in alles aanbidden. Als eenyoudigen den Eenvoudige.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 juni 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Eenvoudige aanbidding van den eenvoudige

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 juni 1949

De Reformatie | 8 Pagina's