GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Wereldoorlog en theologie - pagina 23

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wereldoorlog en theologie - pagina 23

Rede uitgesproken ter gelegenheid van den Dies Natalis der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

den afgrond der vertwijfehng, is bij Heidegger de „angst". Men moet vooral Heidegger's terminologie ontologisch en niet religieus verstaan, ook niet wanneer hij spreekt van het schuldig-zijn, van geweten, verlorenheid, Geworfenheit, Sein-zum-Tode 57). Het is alles slechts ontologische analyse van wat besloten ligt binnen den ring van den tijd. De existentie keert tot zich zelf in. Wanneer men deze philosofie pessimistisch of zelfs nihilistisch wil noemen, dan beteekent dat niet, dat Heidegger bewust in het nihilisme wil eindigen als eindpunt voor den gang van het concrete leven. Uit den angst voor het niets is er een weg naar de Entscheidung, de aanvaarding van het Schicksal, Het is de weg terug in en na de Daseinsanalyse tot het leven en z'n taak, tot levensmoed en levensaanvaarding. Het is te begrijpen, dat Delp Heidegger bespreekt onder den titel: Tragische Existenz. „Die Endlichkeit findet sich mit sich selber ab" ss). Dat Heidegger op het laatste moment toch nog een „Bejahung des Schicksals" proclameert, kan het nihilistische van zijn philosofie niet verbergen. Zijn werk weerspiegelt de situatie van den mensch, die op den tweesprong staat en de genade heeft afgewezen. Daarmee wordt de eindigheid van den mensch tenslotte weer vergoddelijkt. Delp spreekt terecht van „titanischer Finitismus". Wanneer Jaspers als voorgangers van de existentiephilosofie Nietzsche en Kierkegaard noemt 59) dan kunnen we zeggen, dat het zeker Nietzsche is, die hier sterken invloed oefende èn de zwaarmoedige reflexie van Kierkegaard met aftrek van diens „religieuze sfeer" so), Delp spreekt van de saeculariseering' van den Euros') Duidelijk komt dit uit in HEIDEGGEE, Sein und Zeit, 1935 (4e druk), pag. 179 V.: „Die existential-ontologische Interpretation macht daher auch keine ontische Aussage über die „Verderbnis der menschlichen Natur", nicht weil die nötigen Beweismittel fehlen, sondern weil ihre Problematik vor jeder Aussage über Verderbnis und Unverdorbenheit liegt. Das Verfallen ist ein ontologischer Bewegungsbegriff". Vgl. over het „schuldig-zijn" nog: H E I DEGGER, Sein und Zeit, pag. 306: „Das ursprünglich zur Seinsverfassung des Daseins gehörige Schuldigsein ist vom theologisch verstandenen status corruptionis wohl zu unterscheiden". „Die existentiale Analyse des Schuldigseins beweist weder etwas für noch gegen die Möglichkeit der Sünde. Man kann streng genommen nicht einmal sagen, dasz die Ontologie des Daseins von sich aus diese Möglichkeit überhaupt offen laszt, sofern sie als philosophisches Fragen grundsatzlich nichts von der Sünde „weiss"." Vgl. F. TEAUB, Heidegger und die Theologie, „Z. f. syst. Theol." 1932, pag. 713 w . Een religieuze interpretatie van HEIDEGGER geeft R.G.G. IV, pag. 1222, b.v. over het geweten bij HEIDEGGEE: „Das ist die Stimme des Gewissens, des verborgenen Göttlichen, die den Menschen aufruft und durch das Schuldbewusztsein hindurch, sein Selbst zur Freiheit und Wahrheit führt" (LiPSius). Voor HEIDEGGERS beschouwing over het geweten vergelijke men wat hij schrijft over STOKER: Sein und Zeit, pag. 272. ^8) ALFRED DELP, Tragische Existenz. Zur Philosophie Heideggers, 1935, pag. 103. 59) K. JASPERS, Vemunft und Existenz, 1935, cap. 1. *o) Zie W. J. AALDEES, Het woord existentie in het moderne wetenschappelijke spraakgebruik, 1933: „Heidegger komt aan de derde sfeer van Kierkegaard, de religieuze, niet toe." „Alles blijft binnen de sfeer van het immanente. Heidegger saeculariseert Kierkegaard" (pag. 34). Zoo ook R. WINKLER,

21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 22 oktober 1945

Rectorale redes | 52 Pagina's

Wereldoorlog en theologie - pagina 23

Bekijk de hele uitgave van maandag 22 oktober 1945

Rectorale redes | 52 Pagina's