GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Conferentie te Jeruzalem en de Boodschap des Heils.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Conferentie te Jeruzalem en de Boodschap des Heils.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Conferentie, te Jeruzalem gehouden, blijft de algemeene belangstelling trekken.

Daarover kunnen wij ons niet anders dan verheugen. Zal toch de arbeid, daar verricht, vruchten dragen, dan moet de Christelijke kerk ermee op de hoogte gesteld.

Het is niet genoeg, dat de leiders der zending in de Christenlanden en de leiders der Inlandsche kerken onder de Heidenen en Mohammedanen zich voor den arbeid geven; dit werk moet gedragen worden door de liefde en het gebed der gemeente.

Vooral is het noodig, dat worde verstaan en doorzien, hoe sinds den oorlog de toestanden in heel de wereld, en met name op het zendingsveld, totaal veranderd zijn. En deze nieuwe situatie vraagt nieuwe methoden en ook nieuwe krachtsinspanning.

Het was eerst ons voornemen met de bespreking van een en ander te wachten, tot de volledige handelingen der Conferentie zijn verschenen. Maar hetgeen prof. Richter schrijft in het „Neue Allg. Miss. Zeitschrift", geeft ons aanleiding, nu reeds iets over de hoofdzaak te zeggen. En de hoofdzaak is onweersprekelijk de prediking van het Evangelie.

Dit komt ook uit in de verschillende artikelen en geschriften over de Conferentie.

In The'Int. Rev. of missions wijdt de Canon of Carlisle, rev. Chase Quick, een breede bespreking aan'dit punt onder den titel: The Jeruzalem meeting and the Christian message. In hoofdstuk III. van zijn uitneinend inlichtend boek: Roads to the City of God, behandelt Basil Mathews dit onderwerp onder den titel: 'The new Alignment. En ook prof. Richter, die in bovengenoemd tijdschrift een verslag der Conferentie geeft, ruimt aan de bespreking der „Boodschap" de grootste plaats in. Zooals bekend is, waren de vraagstukken, waarmee de Conferentie zich bezig had te houden, in hoofdzaak de volgende: de boodschap, aan de volken te brengen; de verhouding der Inlandsche kerken tot de moederkerken; de godsdienstige opvoeding; en de gevaren der industrialiseering van Azië en Afrika.

Prof. Richter geeft in zijn artikel eerst aan, waarom vooral de kwestie van de prediking de aandacht had der Duitsche gedelegeerden. Wij mogen eraan" toevoegen: ook der Hollanders. Daarom liebben deze als vertegenwoordigers der zoog. Continentale zending, met elkander geconfereerd te Ka'iro, om eenigszins hun houding op de Conferentie te Jeruzalem te bepalen. De geschiedenis heeft geleerd, hoe juist deze voor-vergadering der Continentalen geweest is, en het zal moeilijk te ontkennen zijn, dat de bijeenkomst te KaTro ertoe meegewerkt heeft, de Conferentie in de goede banen te leiden. 'Het is aan deze bijeenkomst te danken, dat de Evangelische strooming getriumfeerd heeft over de moderne richting, welke helaas in de zendingsbeweging hier ea daar zeer krachtig het hoofd opsteekt.

Welke is de boodschap, aan de volken te brengen'?

Deze vraag is niet zoo eenvoudig te beantwoorden.

De Roomsche oordeelt hierover anders dan de Protestant; en onder de Protestanten, die in meer dan 200 kerken en secten uiteenvallen, om van de tallooze theologische richtingen niet te spreken, is het antwoord ook allesbehalve eensluidend. Zou het voor de Conferentie mogelijk zijn in deze overweldigende verscheidenheid, ja verdeeldheid, een eenheid te vinden?

Prof. Richter vergelijkt de Christenheid met een Oosterschen bazar, waar elk der honderden winkels en kraampjes zoiader uitzondering het opschrift dragen : slechts bij ons is het ware!

Daarbij komt, dat er verschijnselen zijn in den laatsten tijd, die de oplossing van het vraagstuk der Christelijke prediking nog moeilijker maakten.

Denkt b.v. aan het dusgenaamde „Social Gospel", helwelk het Christendom oplost in Vaderschap God^ en Broederschap' der Menschen, waarbij beiden in de nevelen van onzuiver denken ten ondergaan. Daarbij komt, dat de Chineesche, Japanneesche en Indische Christenen voor zich het recht opeischen. om ten opzichte ook van de meest gewichtige Christelijke leerstukken nieuwe opvattingen en formuleeringen te vinden, zich van de overgeleverde geloofsbelijdeirissen los te maken, en tegenover het , , We3tersch'' een „Oostersch" Christendom te zetten. En. wat ook een gevaar opleverde, was het feit, dat door de Christelijke en niet-Christelijke literatuur van Indië, Japan en China een sterk syncretistische lijn loopt.

Vooral dit laatste brengt de Christelijke' boodschap in gevaar. Er klonken stemmen: Wij zijn bereid voor Jezus een plaats in te ruimen als een groote Avatare, naast Krishna en Ram; of ook: De Bhagavadgita of de Chineesche klassieken moeten in Azië de plaats innemen van het Oude Testament, om als onderbouw van het Christendom te dienen.

Het scheen ook, dat zij, die deze Conferentie voorbereidden, niet geheel stonden op de basis van de absoluutheid van het Christendom, en daardoor de Conferentie in een verkeerde richting dreigden te sturen. De verschillende onderwerpen werden schriftelijk voorbereid, naar bepaalde vragen; en in die vragen werd ook op de „spiritual values", de geestelijke waarden der Aziatische godsdiens!en gewezen, waartegenover dan in het licht moest worden gesteld de geestelijke waarde van het Christendom. Dit was de methode van vergelijking der godsdiensten, maar niet het doen uitkomen van het geheel eenig karakter van de Christelijke waarheid. Het is, dit.alles bedenkende, niet te verwonderen, dat de zendingsmannen van het vasteland van Europa niet geheel gerust waren.

Hiermede wordt niet gezegd, dat alleen de zoogenaamde Germaansche zending de lijnen zuiver trok, en de Angelsaksische zending het goede spoor bijster was. Prof. Richter haalt de volgende uitspraak aan van Engelsche zijde: „Er ligt een groot gevaar in, het Christendom met andere godsdiensten te vergelijken, en daaruit punten - te halen, die zij met elkander gemeen hebben. Dit schijnt mij voor een zendingsapologetiek erbarmelijk zwak. De vraag, waar het op aankomt, is, te ontdekken, wat het geheel bijzondere van het Christendom is, wat geen enkele andere godsdienst in geen enkel opzicht kan vertoonen. Het moet hier toch gaan om een onderscheid in wezen. Wanneer het Christendom niet radicaal en wezenlijk van de andere godsdiensten verschilt, wanneer .men niet beslist zeggen kan, dat het Christendom waar is, en de anderen valsch zijn, dan kan men gerust het zendingswerk opgeven."

.Anderzijds kunnen wij niet instemmen met alle uitspraken der Continentalen. Zoo zeide b.v. Dr Kraemer van Java: dat men het Christendom eerst van den overtolligen ballast van dogma's en kerkelijke vormen moet ontdoen, zal het tot de harten der niet-Christenen kunnen spreken! Het schijnt ons toe, dat op deze wijze een streep wordt gehaald door heel de historie der kerk en tekort wordt gedaan aan de onderwijzende leiding des Heiligen Geestes.

Het is er ons niet om te doeir, de wording van de uitspraak der Conferentie inzake de prediking, uiteen te zetten. Wij herinneren slechts nog kort aan 'de resolutie, welke met groote geestdrift werd aanvaard en indertijd in de bladen werd gepubliceerd.

Om deze uitspraak recht te waardeeren, moet men niet uit het oog verliezen, dat het geen Conferentie was van Gereformeerde Kerken. ATle mogelijke kerken en i; ichtingen waren op de Conferentie vertegenwoordigd, tot zelfs Grieksch-Katliolieken toe (alleen niet de Roomschen), en dan kunnen wij niet anders dan ons hartelijk verheugeii, dat zulk een stem van den 'Olijfberg werd gehoord.

Noode missen wij echter een ïieènwijzing naar de 'Schrift als het Woord van God, en het eenige richt--snoer voor de prediking van het EvangeUe.

Ook is de resokitie Ie lang, en soms verward; het zou nog meer indruk maken, indien korter en ogk krachtiger de meening van de Conferentie was weergegeven.

Maar wij willen niet ondankbaar zijn. Duidelijk wordt Christus als de Zoon van God en eenige Zaligmaker uitgeroepen. Ook wordt, zij het niet zoo beslist als wel wenschelijk was, op het wezen der zonde gedoeld en de noodzakelijkheid van vernieuwing door den Heiligen Geest in het licht gesteld.

Wij kunnen slechts wenschen, dat algemeen in overeenstemming met deze uitspraak op alle zendingsvelden wordt gewerkt en gepredikt. Natuurlijk is hiermee niet het laatste woord gezegd. Doch de.vrees, dat de Conferentie zou afglijden naar het modernisme, is door Gods goedheid beschaamd, en het geluid, dat zij deed hooren, was in menig opzicht niet onzeker.

Daarom mogen wij met vrijmoedigheid den Heer der zending bidden, dezen arbeid der Conferentie te zegenen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 september 1928

De Reformatie | 4 Pagina's

De Conferentie te Jeruzalem en de Boodschap des Heils.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 september 1928

De Reformatie | 4 Pagina's