GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De geslagen herder en de verstrooide schapen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geslagen herder en de verstrooide schapen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En als zij den lofzang gezongen hadden, gingen zij uit naar den Olijfberg. Toen zeide Jezus tot hen: ij zult allen aan Mij geërgerd worden in dezen nacht; want er is geschreven: k zal den Herder slaan, en de schapen der kudde zullen verstrooid wordep. Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea. Mattheus 26 : 30, 31, 32.

(II)

Wanneer gaat Christus die oordeel'.sprofetie van Zacharia op Zichzelf toepassen? Toen

Wanneer is dat?

Als zij den lofzang gezongen hebben, en bezig zijn uit te gaan naar den Olijfberg.

En let op dit heilshistorisch moment: het volgt onmiddellijk op dat uur, waarin Hij met de Zijnen het Oudtestamentisch Pascha heeft gevierd, om dat te doen overgaan in het Nieuwtestamentisch Sacrament van het Heilig Avondmaal.

Dat wil zeggen: daar ligt tusschen deze beide tijdstippen een afstand als tusschen den hemel en de hel.

De lofzang —• u weet, dat zijn de psalmen 113—118. De eerste twee er van (psalm 113, 114) werden gezongen voor den eigenlijken maaltijd^). En aan het eind van den Disch hief men de overige psalmen aan. Dat waren liederen des Verbonds! Geen individueele expressies van individueele emoties — neen, gemeenschapszangen. Pascha-disch en lofzang — het zijn de documenten van de gemeenschap der heiligen — psalmen van het volk, dat de HEERE uit het diensthuis uitgeleid, en de Sabbathsrust deelachtig gemaakt had. En zoo is het ook met het Avondmaal, dat Christus aan dien Pascha-disch inzet ter gedachtenis aan Zijn bloedoffer.

Daarin weerspiegelt zich de glorie van den hemel. Pascha-disch, lofzang, Avondmaalstafel — het is alles één betuiging, dat de vloek is weggenomen, dat de communitas, de gemeente, verlost wordt — de groote gemeente, in welker midden Christus zeer begeert, den lof Zijns Vaders te zingen. Is de Disch des Verbonds niet profetie van de Bruiloft des Lams? het feest van het heilig lichaam van Christus, dat in het nieuwe Jeruzalem woont?

En onmiddellijk na dit tijdstip gaat nu Jezus Christus Zacharia 13 : 7 op Zichzelf in toepassing brengen. Dat wil zeggen: ij, Die Zijn hand aan hemelvreugden heeft geslagen, zooeven aan dien gemeenschapsdisch, dwingt Zijn voet, de diepste versmaadheid der hel binnen te gaan, in het volstrekte isolement van den geslagen Herder. Want de vloek der zonde is, dat zij de harmonie schendt en de gemeenschap verstrooit. U denkt toch niet alleen aan den man van Karioth, maar ook aan de elf, die aan Christus Zich ergeren, in hun hierarchie-ruzie daarstraks? ^). En daarom is een der kenmerken van de hel, dat daar het „commune" wordt gemist, en de individu zichzelf handhaaft. Het „generale" van de hel is, dat al haar bewoners door-en-door individualist zijn, maar een „communitas", een saamJioorige gemeente vormen zij niet.

Lofzang — verstrooiing tusschen hemel en hel. dat is een afstand als

Maar zoo moet het, zal die gemeenschapsdisch, in dezen nacht ingesteld, niet een hersenschim zijn. Zacharia 13 : 7 móét vannacht bij Hem terechtkomen: et zwaard des HEEREN móét tegen Hem ontwaken. Hém slaan. Isoleeren Zijn jongeren Hem, door in ergernis van Hem heen te vluchten? Het wondt Zijn hart — maar DE snede, welke het doorsnijdt, komt daar niet van, doch van het scherpe zwaard, dat God bestuurt en in Zijn ziel drijft. Daardoor wordt het eenzaam rond den Zoon des menschen : de Vader voert Hem in het volstrekte isolement der hel, waar niemand uit het gansch heelal mee naar toe kan,

geen engel, geen mensch. Hij wil niets anders, Hij wil niets liever. Hij. hecht de zonden van Zijn volk in Zijn vleesch, de zonden van Zijn jongeren allereerst, hun hiërarchische twist aan den Disch daarstraks, hun consequente ergernis aanstonds. Petrus' verloochening, als de ochtend nadert en de haan kraait

Zoo is onze Herder de barmhartige Hoogepriester. Slechts in dezen weg wordt de eene Avondmaalstafel nimmer opgebroken, en de communitas, de gemeente, vergaderd en bewaard. Het einde is niet de verstrooiing, maar de vereeniging — niet het isolement, doch de gemeenschap — niet de hel, maar de hemel.

En daar profeteert Christus van.

Vallen de schaduwen der hel over Hem? Ja, maar daarachter breekt het licht der hemeilen open. De Paaschzon nadert reeds den horizont: Ik sta op, Ik ga u voor naaf Galilea.

Ze zullen verstrooid worden, deze Zijn ambassadeurs, • omdat zij zichzelf verstrooien, den Herder isoleerend. Maar deze Herder is dan ook de Man, Die Gods Metgezel is, ! Die het isolement niet schuwt, omdat de gemeenscha p Hem wenkt; is dat niet de vreugde, welke Hem was voorgesteld? Dit is de-Theocratische Herder, Die in Koningsmajesteit achter de oneindige steppen van Zijn volstrekt isolement het vereenigingspunt der verstrooide kudde bepaalt: Galilea! Daar zullen de elf Apostelen, ontdekt aan hun zonden van individualisme en hiërarchischen stijl, van ergemisname en verloochening, voor Hem neerknielen, en den Herder hunner zaligheid aanbidden. En zij zullen de s o c i e-t a s Jesu vormen. En die door hun woord in dezen Herder gelooven, zij allen zijn de ware f r a t r e s societatis Jesu. ^). Want dat is de gemeente, gekocht met Zijn bloed. De gemeente, die zal aanzitten aan de Bruiloft des Lams, waar de lofzang in aanbidding gezongen zal worden.

Zij zullen er allen zijn, die de Vader geheiligd heeft in Zijn Woord, dat is de waarheid, en daarom de eenheid vertoonen, de schoone eenheid van de gC' meente, welke in eeuwigheid niet verstrooid kan worden.

Dat is nu P a s c h e n, één met GoedenVrijdag. Dat is het einde: niet de verstrooiing, maar de gemeenschap:

het wordt één Herder en één kudde.

3) Zinspeling — gelijk beikend, worden de paters Jezuïeten bij Rom.e aangeduid met S. J., , d.i. societatis Jesu, „broeders van Jezus' gezelschap".


1) Sommigen zeggen: alleen psalm 113.

2) Vgl de vorige Schriftoverdenking.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 april 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

De geslagen herder en de verstrooide schapen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 april 1950

De Reformatie | 8 Pagina's