GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Synode-indrukken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Synode-indrukken.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXI.

D e z a a k - D s; Van D u i n.

De samenspreking, op de Synode betzij in. comitégeneraal, hetzij; in een barer' Commissievergaderingen met de predikanten Van' Duin, Vermaat en Brussaard. gehouden, werd op de meest aiangename wijze gevo'erd.

Was de Synode indertijd, toen Dr Geelkerken voor haar verscheen, één en al hoiffelijkheid en bewaarde. zij' .den broederlijken zin tot het einde toe, thans kwamen ongedwongenheid en gemoedelijkheid in deir goeden zin van het woord, de stemming nog verlidogen. •.

Moest er toen weleens pijnlijk worden gewaakt teneinde op de vergaderingen zoo-mogehjk een konflikt te voorkomen, nu kon van alle waaikzaainheid, veilig worden afgezien. •ïfl^^É'^W

Incidenten als, ioen voorvielen, bleven^'nir'aGh^" terwege^ ': J^^Ê$^

De genoemde predikanten hadden er volstrekt geen behoefte aan te weten of zij „geciteerd" waren of niet. Zij' wilden zich niet vooraf vergewissen, welt karakter de samenspreking zou dragen. Al die formeele kwesties waren uitgeschakeld. Men koai dadelijk op bet materieele ingaan. Dit gaf een zekere vlotheid en gemakkelijkheid, welke voorzeker van beide kanten op prijs werd gesteld.

De gevallen van deze drie predikanten stonden niet gelijk.

Daarom werden zij afzonderlijk behandeld en be­ oordeeld.

De zaak van Ds van Duin was door de Classis Haarlem via de Particuliere Synode van' N.-Holland naar de Generale Synode doorgezonden, opdat deze over haar in haaar 'geheel een beslissing zou nemen. .Over de voorgeschiedenis reppen wij' nu maar niet.

Wij mogen die als bekend veronderstellen. Aan Ds van Duin werd ruime gelegenheid gegeven zijn gevoelens uiteen te .zetten. Wie er behoefte aan had kon hem vragen stellen, van welke gelegenheid door sommige Synode-leden ook gebruik werd gemaakt. Maar gedisputeerd mocht er niet worden.

Dat er in enkele vragen niet een Hein 'dispuutje lag opgesloten, zou ik niet durven ontkennen. De verleiding is in zulke gevallen te grooit om ongemerkt toch in gedachtenwisseling te treden. Maar gelukkig nam dat geen ongewenschte afmetingen aa.n. - Een simpele herinnering was genoeg om de samenspreking aan het doel te doen beantwoorden.

IJitteraard kan van het verloop Sier bespreking doox mij geen verslag worden gegeven. 'Ook al ligt dat alles nu achter ons, wij hebben het zegel der geheimhouding, door de Synode eraan • bevestigd, te eerbiedigen. Alleen 'de Synode zelf zou dit kunnen verbreken.

Natuurlijk liet de Synode het bij deze kennisne­

ming van gevoelens niet. Een Commissie van drie vroede mannen-werd benoemd om den volgenden dag te trachten Ds van Duin van. zijn bezwaren te ontlasten. Het resultaat was, ^ dat Ds van Duin hun een verklaring ter hand stelde, welke aan de Synode werd voorgelezen, maar die niet is gepubliceerd.

Thans was het woord aan de Synode.

Die moest beslissen of de verklaring voldoende kon worden geacht.

Maar het eind© van de week was gekomen.

De behandeling van deze zaak kon eerst in de

volgende week worden voortgezet. In dien tusschentijd had Ds Van Duin aan de Syiaode een telegram gezonden, waaiin hij verzocht om voor en aleer een beslissing werd genomen,

door de Synode te worden gehoord. Toeschietelijk als immer bood de Synode hem

daartoe gaarne de gelegenheid. Zelfs zijn wensch om dit onderhoud op zulk een tijd te stellen, 'dat hij op één dag uit en

thuis kon zijn, werd grif ingewilligd. ' De Synode stelt zich immer op een hoog sta.nd-

punt. • ., Als zij jemand ter wille kan zijn, laat zij het niet na.

En ZOO' sprak Ds Van Duin zich dan wederom op de bynode uit. Dezelfde Commissie, vermeerderd met nog één lid, werd opnieuw uitgenoodigd

Als vrucht daarvan werd de volgende verklaring, door Ds Van Duin schriftelijk aan de Commissie gegeven, de bynode aangeboden:

Ondergeteekende aanvaardt voor z'ichzelve de beide in Genesis 2 en 3 met name genoemde boomein in den eigenlijken .of letterlijken zin, en belooft, bij al zijn ambtelijfcen arbeid alleen deze opvatting, ook als zijnde in dezen de eenige leer der Geref. Kerken, te zullen voordragen. Wat de slang en haar spreken betref^ acht hij persoonlijk naast de letterlijke opvatting ook mogelijk onder de slang dan duivel te verstaan, maar wil in afwachting van de beslissingen der Generale Synode inzake het desbetreffende bezwaar, tot op dien tijd alleen de letterlijke opvatting voordragen.

(w.g.) W. E. VAN DUIN.

Men-lette er wel oip, 'dat deze verklaring niet door de bynode is opgesteld, noch ook door de Commissie, welke met Ds Van 'D'uin heeft " gekonfereerd.

Maar door Ds Van D'uin zelf.

Had de bynode hem een verklaring ter onderteekening voorgelegd, dan zou zij ongetwijfeld een andere redaktie hebben gekozen.

Nu stond zij echter voor de dubbele vraag: zullen wij er op staan zelf een verklaring opi te stellen en: is deze verklaring bevredigend.

Men heeft er de bynode een verwijt van gemaakt, dat zij de opstelling van de verklaring aan D Van Duin overliet, terwijl zij van DT Geelkerken. eischte, dat hij h a a r verklaring zou onderschrijven.

De één was er haastig bij om hier het gebruikelijke „meten met twee maten" te konstateeren.

Mr Knibbe, diaken te Leiden, die in zijn bezwaarschriften beweerd had, dat de Synode niet gerechtigd was om onderteekening van een door haar gestelde verklaring van Dr Geelkerken te vorderen, meende hierin zelfs een bewijs te zien, dat zi op haar oorspronkelijk gevoelen was teruggekomen en zich tot zijn meening had 'bekeerd!

Het antwoord, door de Synode hem gezonden op zijn bezwaren, had het hem anders kunnen Ie eren!

Noen, de Synode gaf haar recht om'iemand een door haar zelve vastgestelde formule voor-te leggen, niet prijs door aan Ds Va, n Duin toei te staan een door hem gekozen formule voor te dragen.

Hiermede' werd in geen enkel op; zicht ookmaax de schijn gewekt, dat zij op het standpunt ^ao^^fe. Van Duin was overgekomen. ? *ppp*.'

En ook de inhoud der verklaring van Ds Van Duin geeft geeii, recjit tot bovengenoemde veronderstelling. ''^^MÊ'

Deze verklarmglcan moeilijk anders worden opgevat, dan dat Ds v. Diuin zich aan de beslissing der Synode inzake de-beide met name genoemde Paradijsboomen niet alleen ambtelijk konformeert, maar de opvatting, daaxin vervat, voor zijn p' e r s o o n-1 ij k e rekening neemt en a 11 e d i s p u t a b i 1 i t e i in deze a 1 s • in s trij d met de Heilige S c h r i f t V e r w e r p t.

Immers, duidelijk' verklaart hij „onderfeteekende aanvaardt voor zichzelf" enz. Dat moet toch wel persoonlijke instemming beteekenen.

Verder belooft hij „bij al zijn ambtelijkeri arbeid alleein deze opvatting, o^ok als zijnde in dezen de eenige beer der Gereformeerde Ker­

ken, te zullen voordragen". Nu moge men de door ons gespatiëerde uitdrukking mooi vinden of niet, waar het op aankomt is dit: mag daaruit iets anders worden gelezen, dan dat de flisputabiliteit in deze door hem ten eenenmale wordt uitgesloten. Hij onderschrijft die opvatting als de eenige leer der Gereformeerde Kerken in casu. Een andere opvatting is alzoo volgens hem niet toelaatbaar. En die niet-toelaatbaarheid rust voor den Gereformeerde natuurlijk enkel en alleen in Gods Woord.

Kan het daarom verwonderen, dat het eerste deel dezer verklaririg bij de Synode bevrediging wekte?

Ten opzichte van, het tweede deel kon de Synode niet in diezelfde mate 'bevredigd zijn.

Daarin toch spreekt D's Van Duin uit, dat bij „persoonlijk naast de letterlijke opvatting" van , de slang en haar spreken het ook mogelijk acht, dat onder de slang de duivel moet worden verstaan. Maar hij wil in deze de beslissing der Synode over het gravamen-van Leeuwen afwachten.

En tot op dien tij'd zal hij over dit punt niet slechts zwijgen, doch alleen de letterlijke op-V a 11 i n g V 0' 0' r d r a g e n.

Nu denke men zich den toestand wel in.

Aan Dr Van Leeuwen werd toegestaan op di punt een gravamen in te dienen, terwijl hij nog altijd zijn ambt als Dienaar des Woords in een onzer kerken ongestoord uitoefent.

Zou dan de Synode billijk hebben gehandeld, indien zij tot Ds Van Duin zei: maar gij^ blijft om uw gravamen, dat precies van dezelfde strekking is als dat van Dr Van Leeuwen, in uw bediening geschorst?

Als men van „meten met. twee maten" spreekt, dan zou dat euvel hier zijn begaan.

Voor' handhaving der schorsing bestond nog te minder reden, waar Ds van Duin eigener beweging verder ging, dan • - van, ^ hem.. geëischt : zop; kunnen

Ingeval iemand 'eéii' afwijkehd' gevoelen'ih een gravamen belichaamt, wordt door de kerk niet meer van hem gevorderd, dan dat hij hangende zijn zaak voor dat gevoelen geen propaganda maakt.

Ds Van Duin verzekerde evenwel, dat hij alleen „de letterlijke opvatting" zou voordragen.

Als de Synode een verklaring had ontworpen, zou zij .gtellig dit niet van hem hebben bedongen en zich met minder hebben tevreden gesteld. Onlangs werd evenwel geschreven, dat dezelfde verklaring ook wel door Dr Geelkerken en andere dissentiëerende broederen kon worden onderschreven.

Op zichzelf iets ongelooflijks.

Wij' zullen ten bewijze daarvan de heele zaak-Geelkerken en de bewoordingen, waarin hij onderteekening van de verklaring weigerde, niet meer ophalen.

Wel willen we even de aandacht vestigen op de wijze, waarop wij dit hoorden beredeneeren. Kijk eens, zoo zegt men, de woorden „ook .aJs zijnde in dezen de eenige leer der Gereformeerde Kerken" behoeven volstrekt niet in te houden, dat men de bedoelde opvatting niet disputabel acht. Men konstateert er alleen door, dat sinds de Synode van Assen in 1926 dit de eenige leer der Gereformeerde Kerken is. Meer niet.

Wie er echter deze beteekenis in zou willen schuiven, zou daarmee toonen op dit punt niet Gereformeerd, maar Roomsch te zijn. De Roomsche legt zich bij een opvatting neer, omdat de kerk gesproken heeft.

Doch ' de Gereformeerde aanvaardt slechts als „eenige leer" wat gegrond is op de Schrift.

Als Dr G. en anderen onder voorbehoud van die uitlegging bereid waren te pnderteekenen, zou dit onmogelijk kunnen worden geaccepteerd.

Intusschen kan men uit al dit geschrijf leeren, dat het per saldoi toch maar beter is, dat de Synode zelf een verklaring opstelt.

Wanneer heel een Synode aan een formuleering, arbeidt, zal ze allicht wel zooi juist zijn dan wanneer één persoon haar geeft.

Bovendien kan zij' bij eventueel geschil dan uitspreken wat haar bedoeling is geweest.

Het is wel jammer, dat de Synode dan haar toegeeflijkheid wat moet inkrimpen.

Maar de ondervinding der laatste weken deelde wijze lessen uit.

Het welzijn der kerken moet het zwaarst wegen.

Intusschen heeft meri. vernomen, dat D'S Van Duin nog altijd niet het Woord bedient.

Zijn schorsing is door de Classis Haarlem opgeheven.

Toch waren er van de 28 stemmen nog .10 tegen en één blanco'.

En op een latere vergadering van de Classis werd besloten met de effectueering van de opbeffing der schorsing te wachten tot de Generale Synode O'pnieuw over de zaak zal hebben gehandeld. Welke zwarigheid zich thans weer heeft voorgedaan, meldt het Classicaal verslag niet.

Wij hadden gehoopt, dat de zaak-Van Duin voorloopig' in het reine zou zijn. Maar 't is anders geloopen.

Bestiere de Heere het zóó, dat wij dezen broeder mogen behouden. 9^^^

-s Moeilijkheden.

Ieder, die ernstig poogt in te dringen in de waarheid Gods, staat elk oogenblik voor moeilijkheden.

De Schrift plaatst er ons voor, niet 'in Gen. 2 en 3 alleen, maa.r op eJke bladzijde.

Dat kan dikwijls jf.ls lO'Od wegen op de ziel. Sommigen verstaan dit niet. Zij kennen geen moeilijkheden, omdat zij ei' eenvoudig over ïieenwippen.

Zulke menschen schijnen te benijden, maar zijn inderdaad te beklagen.

Hun leven heeft geen diepgang.

Zij tobben nooit, maar zij missen ook die intense blijdschap, welke het hart vervult, wamieer één van de moeilijkheden wordt opgelost.

Aan den anderen kant zijja er echter ook velen in onzen tijd, die geheel onder de moeilijkheden zitten. '

Die er schier nimmer boven uit weten te komen. Zij vergeten, dat God niet-enkel moeilijkheden op onzen weg legt.

Dat Hij ook Zijn licht ons doet toestralen, .waarin wij het licht aanschouwen.

Dat het licht den rechtvaardige gezaaid is en vroolijkheid den oprechte van 'hart.

Er schuilt veel ziekelijks onder hen, die enkel den mond vol hebben van moeilijkheden. Hun geest is er eenzijdig op-gericht om moeilijkheden te zoeken.

Het wordt hun soms tot ee'U sport.

Voor de oplossing van de moeilijkheden heeft men oo-k van deze lied-en weinig te verwachten. Want wie het o-nbe-kende wil ontcijferen moet uitgaan van . het bekende.

En nu kan - men zoolang in het onbekende rondtasl: en tot het bekende als uit de beugenis is weggevaagd. ^^^^$êi0SMt

Er is meer, wat MK^^p^*éten''''; ''aM; ^, w

weten. %l^^-' '^^^^'^ Zullen We echter 'tegetf'die mo'eilijkheden 'm'Tïeèl ons leven, ook in ons kenleven, opgewassen zijn, dan moeten wij ons steeds meer bewust worden van wat wij weten.

Wij moeten met de moeilijkheden worstelen vanuit de zekerheid des gelools. En wordt de jubel van die zekerheid onder ons niet al te zelden gehoord?

Treden wij wel genoeg op met da apostolische pretentie: wij weten?

Leven wij wel genoeg uit de werkelijkheid, door onzen Heiland to^t uitdrukking gebracht in de woorden, dat, wat den wijzen en verstandigen verborgen is, den kinderkens is geopenbaard?

Wie zich met zijn natuurlijk verstand voor het evangelie plaa.tst, stemt het den wij'sgeerig aangelegden 'Griek toe, dat het dwaasheid is. En wie met zijn natuurlijk hart het evangelie nadert, sympathiseert met den sensibelen Jood, die er zich aan ergert.

Het evangelie is één groote-moeilijkheid.

Alleen het gelool maalct het u gemakkelijlc.

Het doet u moeilijkheden oplossen. G-ewis.

Maar dat is toch niet het voornaamstei van het geloof.

Want het laat nog talrijker moeilijkheden onopgelost.

Doch het doet u daarin aktief rusten.

Het „ten deele kennen" wordt u niet een nachtmerrie, maar het stemt u tot oiotmoed.

Men hoort tegenwoordig wel redeneeren: ik kan dit niet gelooven, want er zit een moeilijkheid in. Het gelool echter spreekt: ik neem aan, wat God openbaart, ondanks de moeilijkheid, die het in zich bergt.

Moeilijkheden mogen geen hinderpalen worden voor het geloof, maar behoeven veelegr. prikkels te zijn om vaster te gelooven. ''i^M0''ii: ^W^

Wie zich terneergeslagen voelt onder dé ovef-- stelpende veelheid van moeilijkheden, bezie eens biddend zijn geloofsbezit.

Het zal hem heerlijk verlichten.

De velen, die thans lijden aan moeilijkheidszucht, zijn slechts te genezen door de bergjucht des geloofs.

HEPP.

GEESTELIJKE ADVIEZEN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

Synode-indrukken.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1926

De Reformatie | 8 Pagina's