GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de Donaulanden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de Donaulanden.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

Komarom. I.

Wie in Komarom uit den trein stapt, voelt zekere beklemming over zich komen.

Eenzaam ligt het station op Hongaarsch grondgebied.

Slechts enkele huizen omgordelen het.

De stad zelf ziet men aan de andere zijde van den Donau en behoort tegenwoordig aan ïjecho-Slowakije.

Dit illustreert wel de willekearige wijze, waarop het verdrag van Trianon de nieuwe grenzen heeft gel rokken.

Om van het station, in de stad en van de stad in het station te komen moet men zich aan een wantrouwige passencontrèle en een dito tolonderzoek onderwerpen.

De inwoners van dit Donaustadje worden telkens, wanneer zij op reis gaan aan hun grievend leed' herinnerd.

Komarom is een bloedig stuk, gescheurd uit het levende lichaam van HOj^garije.

Aan zoo'n toestand gewent jnen niet. 'Wat'staan de gezichten van hen, die men voorbij rijdt, strak!

Alle levenslust schijnt geweken!

Men spreekt niet veel.

En als men spreekt is 'het fluisterend.

Niet omdat men iets te verbergen heeft.

IMaar omdat de omgeving er vanzelf toe dwingt.

Liever nog volgt men het voorbeeld van anderen: de oogen den kost geven en de lippen op elkander nijpen.

Het schijnt haast wel, of men bevreesd is, dat de vijand zijn innerlijkste gedachten zal raden.

Toch bedriegt deze schijn. Althans, de Hongaar is niet bevreesd.

Althans, de Hongaar is niet bevreesd. De vrees is aan den kant van de Tjecho-Slowakijsche bezetting.

Maar gelijk zoo m.enigmaal maakt de vrees streng.

En listig. ,

Overal, zelfs in de kerk, waren er spionnen rond.

De vreemdeling moet dan ook zeer op zijn hoede zijn en zijn woorden wikken en wegen.

Hoe gaarne zou men den Hongaren openlijk zijn medeleven toonen in het onrecht, dat hun is aangedaan.

Een woord van heilige verontwaardiging dringt zich bijna naar de lippen.

Maar men moet zich inhouden.

Dan ontwaart men echter ook, dat er een manier is om zonder wat zeggen toch veel te zeggen.

Om te troosten, dat God machtig is den druk te verlichten en het Juk te verbreken.

Om akte te geven, dat gij de geheimtaal, hebt verstaan: indien ik u vergete, mijn oud, dierbaar vaderland, zoo vergete mijn rechterhand zichzelf.

En dan loert de spion wel, maar krijgt geen vat.

Doch we zijn nog niet in de kerk, we staan nog vóór de Donaubrug.

Op in het oogvallende wijze zijn ter weerszijde daarvan groote plakkaten aangebracht, waarop een verklaring staat afgedrukt van Lord Rothermere, den Engelschen kampvechter voor de rechten van Hongarije.

En wanneer men ze nog niet opgemerkt mocht hebben, zal de Hongaar er u wel op attent maken.

Het is hem een zekere stille voldoening, dat onder de oogen van den vijand een protest blijft vlammen.

Drukkend stil is het. wanneer wij de brug oprijden.

Daar is het passen-en douane-kantoor van de Tjechen.

Zouden ze chicanes maken?

We krijgen verlof om te passeeren.

En het is of we in een andere wereld komen, als we daar een meter of vijftig verder jonge levenslustige meisjes van de meisjesvereeniging zien opgesteld, die den HoUandschen professor een schitterenden r^uiker komen aanbieden:

Zagen we eerst slechts gezichten gegroefd door zorg, hier rijen zich zonnige kopjes zonder rimpels.

Zoo houden jong en oud elkander in evenwicht.

Komarom — dat mag ik hier schrijven, maar in "de plaats zelf moet. de Hongaar den naam van zijn stad veranderen in het Tjechische: Komarno — is een oud stadje. Het plaveisel is berekend op de stevige voeten van den landman. Kultuurschoon moet men er niet zoeken. Het is het centrum van een welvarende landbouwstreek. Zijn groote trots bestaat in zijn Gereformeerde Kerk, een getouw, dat het type vertoont van alle oude Gereformeerde Kerken in dit gedeelte van het voormalige Hongarije.

Zooals men op de foto zien kan is de gevel niet "breed, maar de diepte overtreft de breedte vele malen. De kansel staat dan ook aan één der lange zijden. De kerk biedt ruimte voor niet minder dan 2800 personen.

De vroegere pastorie, die zelfs bisschoppen tot woning verstrekte — want Komarom was voorheen een bisschopsstad — staat geheel verscholen r achter de kerk. De tegenwoordige predikant, de ook hier te lande bekende Ds 'Von Galambos, woont in een gebouw, opvallend door zijn sterke konslruktie en dikke muren, een vroegere school. Naar men mij vertelde moest men eertijds wel zoo stevig bouwen, omdat aardbevingen daar niet zeldzaam waren. Bewonderenswaardig vernuft wist hier holle ruimte in hoogst gezellige vertrekken te hei-^ scheppen.

Eigenlijk had ik me voor een bezoek aan Komarom laten vinden, omdat daar een Theologische School zou zijn gevestigd. Die is er ook, maar niet 'in Kom: 'irom zelf, doch een halve dag reizens er vandaan. En mijn beperkte tijd liet niet toe mij zulk een uitstapje te veroorloven. Deze Theologische School is op zeer bescheiden voet ingericht. De jongelui, die predikant willen worden, mogen niet naar Budapest of Debreczin gaan studeeren. Zelfs is het importeeren van Hongaarsche bladen , en boeken er verboden. Daarom was men daar op eigen krachten aangewezen. Vier predikanten treden er nu als docenten op. Elke docent blijft er een maand of langer en geeft dan zijn colleges achter elkander. Gedurende dien tijd verricht hij dan geen gemeentelijk werk. Ds Von Galambos is één van die docenten.

Viel het tegen, dat ik deze School, hoe primitief ook, niet kon bezoeken, ik had geen spijt eenige dagen te Komarom te hebben vertoefd. Daar leerde ik beter dan elders het Hongaarsche kerkelijke leven kennen.

Een volgend maal hoop ik daar iets van te vertellen.

Thans geef ik nog enkele verklaringen van de foto.

Op de voorste rij ziet men van links naar rechts eerst een ouderling in de kleederdracht van den rijken Hongaarschen boer. Men heeft hier een man van giooten invloed. Hij is ook lid van 'het parlement. Naast hem staat een predikant in ambtskostuum. De vijfde persoon van links is de superintendent, de zesde bisschop Baloc, de zevende de classicale curator, de achtste Ds Von Galambos, de negende .de curator van de kerk van Komarom, de tiende en elfde zijn ouderlingen.

Daarachter predikanten en ouderlingen.

^s Ds J. G. Kunst, f

Onze medewerker, Ds J. G. Kunst, is uit zijn lijden verlost en in heerlijkheid .opgenomen.

Wie zou niet treuren?

Hij was een man van belijning, van beginsel, die in de kerken, welke hij diende, stuur en stuwkracht gaf. Bovendien een ronde figuur, die niet liet raden wat hij bij zichzelf overlegde, maar als het ware hardop dacht en dan liefst het beste van anderen dacht. Dat stempelde hem tot een aangename, geziene persoonlijkheid. Jezus en zijn broederen dienen was zijn lust. Hij wist zich te geven. Alle arbeid in Gods koninkrijk was hem lief. Daarom werd hij op menigen vooraanstaanden post gesteld. Hij had er talenten voor ontvangen en hij heeft geen ervan ongebruikt gelaten. Als men nagaat, welke functies hij al zoo bekleedde, heeft hij boven vermogen geai'beid. In ons blad schreef hij bij uitstek praktikale meditaties. Zelfs in het ziekenhuis heeft hij, toen het zijn beurt was, deze rubriek nog verzorgd. Alleen den laatsten keer, in Mei, moest hij ook dezen arbeid, welken hij zoo gaarne verrichtte, laten liggen. In onderscheiden kringen zal worden getuigd: wij missen hem, den goloofsoptimist, den man met helder inzicht in en warm gevoel voor al wat God hem had te doen gegeven.-En bov^enal zal hst in zijn gemeente en het meest nog in zijn gezin met droefheid in het hart, worden, herhaald: wij missen hem.

Wie zou dan niet treuren?

Maar wie zou ook niet danken?

De Heere had hem een beker met de bitterste smarten te drinken gegeven.

Het lijden van den ontslapene deed soms denken aan het lijden van. Job.

Maar hij kon evenals Job den naam des Heeren daarin loven.

In zijn lijden smaakte hij de gemeenschap aan het lijden van Christus.

En nu heeft de Heere gesproken: het is genoeg.

Welk een genade, dat zijn lijden een, einde nam.

Welk een zaligheid, dat hij nu bij Jezus is. Moge de gedachte daaraan de in rouw geslagen familie tot rijke vertroosting zijn.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

In de Donaulanden.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1928

De Reformatie | 8 Pagina's