GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE ORDE DER KERK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE ORDE DER KERK

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een vrij omvangrijk werk van niim 350 bldz. heeft Dr F. L. Bos onder bovenstaanden titel kerkelijke besluiten, vanaf den eersten tijd der reformatie in de zestiende eeuw tot op heden, verzameld, en ze gerangschikt onder de respectieve artikelen der K.O. Daartoe is hij „bij wijs van spreken, de gedrukte synodale acten uit vier eeuwen van gereformeerd kerkelijk leven doorgekropen", een tijdroovend werk, 3iiaar waardoor hij hen, die de K.O. in haar historische toepassing willen bestudeeren, in niet geringe mats aan zich heeft verplicht. Hier is overzichtelijk bijeengebracht veel materiaal, dat anders moest verzameld worden, om nu maar één werk te noemen, uit de negen deelen van Reitsma en Van Veen met de negen registers, die de acta bevatten van de provinciale en particuliere synoden der 16e en het begin der 17e eeuw. Tot op zekere hoogte is het boek van Dr Bos een waardevolle aanvulling van 't „Kerkelijk Handboekje", uitgegeven door P. Biesterveld en Dr H. H. Kuyper, waajin afgedrukt zijn de artikelen van Wezel en de bepalingen van de nationale synoden tot en met D]ordrecht 1618/19. Had nu Dr Bos, op 't voetspoor van deze voorgangers, zich aUeen maar bepaald tot vermelding van de kerkeUjke besluiten zonder meer, dan had deze beoordeeling kunnen eindigen met een warme aanbeveling, en hulde-betuiging aan ijver en vlijt van den auteur. Vooral, indien hij het door hem gebezigde, weinig opvallende attentie-sein (mits „in vrijheid gebruikt'") had vervangen door een sterker sprekend waarschuwingsbord, op de m.anier zooals genoemd „Kerkelijk Handboekje" dit doet, dat nog maar voornamelijk de oude kerkenordeningen bevat, dus bepalingen „bijna alle afkomstig uit den bloeitijd onzer kerken, toen de Gereformeerde beginselen nog diep werden gevoeld" •— maar niettemin van alle „slaafsche navolging" ernstig afmaant: „zonder keur elk dezer bepalingen voor onze dagen over te nemen, zou reeds om de veranderde omstandigheden niet gaan en bovendien een miskennen zijn van de leiding des H. Geestes, die de kerk steeds verder in de waarheid leidt. Onze vaderen zelf zouden dit ook niet gewenscht hebben, omdat zij in hun kerkelijk leven niet vrij waren, en aan de Overheid menige concessie hebben moeten doen, die zeker niet uit hun beginselen voortvloeide, maar veeleer lijnrecht daartegen streed". Dat wil dus zeggen: vanwege: a. doorwerkende verslapping van , beginsel-besef; b. de verandering van omstandigheden; c. de voortgaande leiding des Geestes; d. de vroegere onvrijheid der kerken tengevolge van Overheids-inmenging, is oppassen de boodschap!

In dit verband is bezwaar te maken tegen den vorm, waarin dit boek is gegoten. Het is geworden een soort handboek voor practisch gebruik, een „toelichting" naast de bestaande. Alleen voert het de pretentie van volstrekte objectiviteit. De schrijver verzekert, tot tweemaal toe, dat hij „niets nieuws en eigens te zeggen heeft". Dat hij „niet de aandacht vraagt voor wat hij er van denkt". Hij heeft alleen maar „de verzamelde besluiten gerubriceerd en ter wiUe van de goede orde in een eenvoudig raam gezet".

Dit is echter slechts ten deele het geval, want het aandeel dat de schrijver zelf heeft in het bepalen van den , , geest van de gereformeerde orde der kerk" is veel grooter dan het Woord Vooraf zou doen vermoeden. Veel grooter ook dan de titel aangeeft, die spreekt over de orde der kerk, toegelicht met kerkelijke besluiten uit vier eeuwen. De subjectieve inslag is hier een belangrijke, mjl zelfs leiding-gevende factor.

Immers, de schrijver deed uit de besluiten een keuze, 't Zou vanzelf een onbegonnen wprk zijn, alle kerkelijke besluiten van de laatste vier eeuwen, voor zoover voorhanden, te willen bijeenvoegen in een verzamelwerk.. Maar wie er zich in verdiept bemerkt al heel spoedig, hoe sterk die bepalingen uiteenloopen, en hoe de gerefomaeerde vlag vaak hoogst bedenkelijke lading dekte. Om die beide redenen is keuze geboden en gewettigd. Doch juist in die keuze speelt het inzicht van den „verzamelaar" een zeer belangrijke rol. Het eene besluit acht hij aannemelijk, het andere niet. En al wie het aan tijd of aari de middelen ter controle ontbreekt, stelt zich daardoor afhankelijk van het oordeel van den auteur.

Daar komt bij, dat Dr Bos over sommige besluiten zijn eigen oordeel geeft (of dat oordeel al of niet juist is, daarover loopt het hier niet). Een bepaalde uitdrukking in de K.O. is bedenkelijk (bl. 31), een zeker besluit onwettig (bl. 71) of rigoureus (bl. 75) of onjuist (bl. 112, 126, 162) of gaat te ver (bl. 151) of is ongewenscht (bl. 313) of er wordt een onhoudbare exegese gegeven (bl. 199) of een besluit geeft te veel vrijheid (bl. 217). De schrijver heeft een eigen voorslag inzake hand-oplegging (bl. 32), eveneens inzEike de procedure, te volgen bij aanneming van een beroep door een dienstdoenden predikant (bl. 49, 50), hij geeft een eigen regeUng voor de verkiezing van meerdere ambtsdragers (bl. 90, 91) en houdt een betoog, dat art. 80 niet slechts uitwerking, maar ook uitbreiding geeft van art. 79 K.O. (bl. 302). Alles goed en wel. Maar hier domineert de toelichting van den auteur over de toeüchting door k e r k e 1 ij k e besluiten.

Dit komt wel voor ieder duidelijk aan 't licht als de schrijver behandelt de artikelen der K.O., die vooral de laatste jaren in 't centrum van de aandacht stonden. Dr Bos acht blijkens de door hem opgenomen besluiten tweeërlei synoden gereformeerd: die van de vrijgemaakte èn die van de gebonden kerken. Maar deze tweeërlei synoden hebben op vitale punten tegenstrijdige beslissingen genomen, en geven telkens van zeer uiteenloopende opvatting blijk. En als dan ook de gereformeerde synoden, zelfs in de decenniën vóór 1942 over dezelfde kwesties lang niet altijd eenstemmig oordeelen — wat is dan „de gereformeerde orde der kerk"? Wijst de schrijver ons dan den weg, ons voorgeschreven of aangewezen door de norm, waaraan alle besluiten van menschen onderworpen zijn? Hier raken wij aan het hoofdbezwaar tegen dit boek: op kerkelijke b e s l u i t e n kan het gereformeerd kerkrecht niet gefundeerd worden, en evenmin kan het daaruit zonder meer gekend worden. De kerkelijke besluiten in hun onderlinge differentiatie en tegenspraak, roepen om con­ frontatie met Schrift en Bel ij denis.

Telkens krijgen wij te maken met het persoonlijk inzicht van den schrijver, die overigens in het door hem aangebrachte „raam" soms retoucheert, een enkele maal ook weglaat of coupeert.

Op bl. 120 herhaalt Dr Bos zijn (indertijd door mij en anderen bestreden) opvatting, dat men zich, ook hangende een verzoek om herziening of een ingesteld hooger beroep, vooralsnog naar een met meerderheid van stemmen genomen wettig besluit van een vergadering behoort te schikken (zich daaraan te conformeeren) tenzij die kerkelijke vergadering zelf ter wUle van het heil der kerk besluit, de uitvoering daarvan voorloopig öp te schorten. Dat is dus, met andere woorden, het besluit der gebonden kerken Utrecht 1946. Tot staving voegt Dr Bos hier nog aan toe een besluit van Veere 1610 en Groningen 1617. (Doch vlak hier tegenover (bl. 125) rapport Leewarden 1920).

Dat wordt dus zoo: stel, de synode neemt een besluit, waarbij ontkend of aangerand wordt de waarachtige Godheid of menschheid van Jezus Christus. Iemand maakt aanstonds bezwaar en vraagt herziening. Maar die revisie zou pas kunnen komen op de volgende synode, zeg na drie jaar, en al dien tijd zou de bezwaarde broeder zich moeten conformeeren. Hij zou, ware hij predikant, zich moeten onthouden van alle publieke verweer tegen het onschriftuurlijk besluit en drie jaar lang (gesteld dat de synode dan tot inkeer kwam) den menschen meer gehoorzaam moeten zijn dan (jode.

Dr Bos vervolgt: „De bezwaarde partij heeft tot taak, om de betrokken kerkelijke vergadering of eventueele beroepsinstanties met bewijzen te overtuigen. (Waar haalt Dr Bos dat overtuigen vandaan? Staat niet in de K.O., art. 31). Gïeschiedt dit serieus, dan heeft zij — zoolang de kerkelijke weg niet ten einde toe bewandeld is — er recht op, in haar overtuiging zooveel mogelijk te worden ontzien. Anderzijds mag zij geenszins haar meening aan een niet overtuigde kerkelijke gemeenschap als wet opleggen, en niet-uitvoering van het besMt eischen. De liefde zal de beste interim-oplossing moeten zoeken".

Wat nu recht in 's Heeren kerk is, was het vroeger ook. Dus hadden Luther en Calvijn en Hendrik de Cock en zooveel anderen niet mogen eischen de nietuitvoering van de zondige besluiten van conciliën en synoden. Want zij mochten hun meening aan een niet overtuigde kerkelijke gemeenschap niet als wet opleggen. Hier wordt dus in feite de „kerkelijke gemeenschap", haar inzicht en wil, de hoogste norm. De liefde, zegt Dr Bos, had de beste interim-oplossing moeten zoeken. Maar de waarheid en het recht Gods? Die buiten geding laten? En waar blijft hier de liefde tot Grod? Is liefde tusschen menschen onderling ooit meer dan een enkele straal uit de liefde tot Hem? En moet de liefde tot Hem en Zijn Woord zegevieren, of moet een kerkehjke vergadering het hoogste en laatste woord hebben?

In den grond der zaak acht Dr Bos toch weer dat boven de kerkeraden staat de synode. O zeker, niet onbeperkt. Hij wü haar gezag beperken tot naar de K.O. genomen besluiten, en spreekt niet van een reohtstreeksch, maar van 'n verleend gezag. De kerkeraden hebben, zegt hij, de uitoefening van een deel van hun bevoegdheden overgedragen aan de meerdere vergaderingen. De vraag is: waar is zulks te vinden in de Heilige Schrift? Of in de BeUjdenis? Of in de K.O? De H. Schrift weet alleen van ambtsdragersgezag, en de meerdere vergaderingen zijn geen samenkomsten van eenige ambtsdragers ('t laatste wordt

ook door Dr Bos erkend, bl. 130). De Belijdenis spreekt in art. 32 alleen van „zekere ordinantie" in te stellen door die Regeerders der Kerk zijn, met duidelijken terugslag op art. 30, waar staat, dat de ware Kerk moet geregeerd worden naar de geestelijke politie, die ons onze Heere heeft geleerd in Zijn Woord, en dan volgt de opsomming van de ambtsdragers eener plaatselijke kerk — trouwens onze Belijdenis werd opgesteld in 1561, toen er van een synodaal kerkverband nog geen sprake was. En over de beteekenis van art. 36 K.O. als zijnde een nadere onderstreping van art. 31, hebben we elders iiitvoerig gehandeld.

De meerdere vergaderingen bestaan uit afgevaardigden van kerken, die eenvoudig een opdracht te vervullen hebben. En eer de kerken aanvaarden wat op die vergaderingen besloten is, controleeren ze of de besluiten kloppen met Schrift en K.O. Zoo niet, dan leggen zij ze naast zich neer, of verscheuren ze, gelijk Voetius heel nuchter opmerkt. Dr Bos citeert een enkele maal Calvijn. Waarom hem niet aangehaald in het gewichtig stuk over de taak der synoden, waarin hij betoogt, dat de besluiten eener synode niet meer waarde hebben dan van een prae-iudicium, een voorloopig oordeel, door de kerken te aanvaarden of te verwerpen?

Voorts is b.v. gekleurd de conclusie waartoe Dr Bos komt op bl. 112: „onjuist moet geacht worden, dat een meerdere vergadering een definitieve beslissing neemt in zaken van leer of orde, die de kerken in het gemeen aangaan, voordat de mindere vergaderingen daarin zijn gekend" — vlak daaronder citeert de auteur niet minder dan 9 uitspraken van kerkelijke vergaderingen, waarin duidelijk staat, dat zulks in 't geheel niet mag, dus volstrekt ongeoorloofd is; wellicht om der wille van de 10e uitspraak, die van de sjoiode der gebonden kerken Zwolle 1946, worden nu de woorden onjuist en definitief gebezigd. En, tegen de K.O. (art. 79) in, wordt op bl. 309 als regel afgekondigd, dat doorgaans de toepassing van straf over ambtsdragers in eerster instantie aan de mindere vergaderingen behoort overgelaten te worden.

Terwijl de meeste beslissingen van de synoden der vrijgemaakte kerken worden vermeld, wordt weggelaten het besluit Amersfoort 1948, waarbij èn het gewone èn het buitengewone lidmaatschap van den Ned. Zendingsraad (waarin de zending der gebonden kerken met volle verantwoordelijkheid zitting nam, Zwolle 1946) onaanvaardbaar werd geacht. En van het besluit Amersfoort 1948 inzake uitnoodiging tot deelneming aan een , , Oecumenische synode" vinden we in het boek van Dr Bos alleen overgenomen overweging 2; weggelaten zijn overweging 1, welke uitspreekt, dat de gebonden kerken niet met de gereformeerde kerken op den eeuwenouden grondslag van Schrift en Drie Formulieren van Eenigheid staan en niet naar de beginselen van de K.O. in kerkverband leven; eveneens is weggelaten overweging 3, die de voosheid van het streven naar een dergelijke „Oecumenische synode", als ook reeds gehouden, scherp in 't licht stelt.

Overigens zal men op verschillende punten met den schrijver van meening kunnen verschillen. Gevraagd kan worden, of het verplaatsen van een dienaar inderdaad zulk een onschuldig bedrijf was als Dr Bos op bl. 56 en 57 voorstelt, getuige Bogennan's afschrift van de acta der Dordtsche Synode, waaruit blijkt, dat de synode een dienaEur van zijn gemeente kon losmaken, ook als de plaatselijke kerk zelf zulks niet begeerde; of het juist is, dat alle theologische professoren krachtens den aard van hun dienst de kerken van voorlichting hebben te dienen (bl. 80); of de voorzitter van den kerkeraad het recht heeft, zoo dikwijls hij dit noodig keurt, een buitengewone vergadering van den kerkeraad bijeen te roepen (deze meening klopt trouwens niet geheel met de daaronder vermelde bepaling (bl. 148); of het bijeenroepen der gemeente op een feestdag de conscientie der leden volkomen vrij laat (bl. 242); of het huwehjk als christeUjk wordt gekwalificeerd door de kerkelijke huwelijksbevestiging (bl. 257), enz.

En ten slotte moet een boek, dat de geest van de gereformeerde orde der kerk wil leeren verstaan, toch geen besluiten opnemen als die van de synoden der gebonden kerken, vermeld b.v. op bl. 110, 113, 127, 310, die óf in strijd zijn met de door haar zelf gevolgde praktijk, óf waarbij men zich van de zaak afmaakt, of een door de K.O. veroordeelde handelwijze voorstelt als noodzakelijke uitzondering.

Slotsom: dit boek bevat, bij veel dat we afkeuren, 2seer waardevol materiaal. Toch kunnen we het voor practisch gebruik, waarvoor het bedoeld is, allerminst aanbevelen. Want het verwijst ons naar beslissingen en uitspraken van menschen, genomen en gedaan goeddeels m heel andere tijden, onder geheel andere omstandigheden. En we achten het gevaar in 't geheel niet denkbeeldig, dat men aan de hand van dit boek bepaalde kwesties afgedaan achtte, indien men zich kon beroepen op een of ander besluit uit het verleden. Te midden van de veelheid der meegedee'de beslissingen zouden we kunnen vergeten, dat de K.O. in haar weinige, sober gehouden artikelen niet meer dan beginselen geeft, waarvan de toepassing wordt overgelaten aan het inzicht der ambtsdragers.

En op dat laatste komt het aan. Laten de ambtsdragers zich maar gestadig en getrouw verdiepen in Schrift en Belijdenis. Om daaruit te verstaan wezen en karakter der kerk, recht en roeping der gemeente, bevoegdheid en verplichting van algemeen en bizonder ambt, om door gewenning de zinnen te oefenen in de onderscheiding van getrouwe gehoorzaamheid eenerzijds en menschen-aanmatiging en menschen-willekeur anderzijds.

Dan kan het best zijn, dat men in de toepassing van eenig beginsel wel eens mistast. Heel niet zoo erg. Veel erger dat kerkeraden zouden worden 'n soort iuridische colleges, waar breede discussies zouden gehouden worden of nu van toepassing is bepaling nummer zooveel of nummer zooveel. Want de vreeze des Heeren, die ia alles doet vragen naar en buigen voor Zijn Woord, is begin (en einde) ook van alle kerke­ lijke wijsheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 augustus 1951

De Reformatie | 4 Pagina's

DE ORDE DER KERK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 augustus 1951

De Reformatie | 4 Pagina's