GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 16

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 16

Rede, gehouden bij het overdragen van het Rectoraat der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

14

DE aoXfDING VAN DE AMSTËRDAïtSCHE OYEEflEID.

was aangewezen ^). Reeds dat alles gaf haar eene beteekenis, die geene andere kerk zoo kon hebben. En, last but not least, kwam daar nu nog bij: de bekende (ik zou ook wel kunnen zeggen: de zoo vaak miskende) houding van^ de Amsterdamsche Overheid. Van die Overheid, die wel altijd ibieef handhaven dat alleen aan de Overheid in de kerk de potestas architectonica toekwam, en die waarlijk wel overvloedig getoond heeft, ook tegenover den kerkeraad en de predikanten, dat zij het bewind niet uit handen gaf; maar die toch terzelfder tijd overtuigd was, dat alleen de kerk te beslissen had over hare leer, en dat voorts bij zaken die haar aangingen haar advies zooveel mogelijk moest gehoord en gevraagd en gevolgd worden ^). Bij die houding van de Overheid sprak

') Toen in Augustus 1618 de Amsterdamsche kerkeraad de officieele akte van die opdracht wilde hebben, en «geresolveert was, dat de Scriba Classis ende Consistorii sullen opsoeken de Acta, waerdoor de kercke van Amsterdam gelast wort, te bevorderen het houden vant Synodus N'ationael, Voorder dat D. Praeses aenden Classeni Synodael van Enckhusen sal schryven op dit subiect" (kerkeraadsnotulen van 2 Aug. 1618, Protocol IV, blz. 288), moest in de vergadering van 8 Aug. gerapporteerd worden, dat »men niet en can vinden de Acta vant Jaer 80" [moet zijn 86] «waermede dese kerck opgeleyt wort het Synodus Nat. te bevorderen." Intusschen was twijfel te dien aanzien nooit voorgekomen, en ook inderdaad onmogelijk: de zaak zelve stond zóó vast, dat zelfs noodig geacht werd te constateeren, ))dat dese kerck het geene haer te laste geleyt is, heeft nagecomen" (Not. v. 8. Aug. 1618, Prot. IV, blz. 289). 2) Naar de gewone voorstelling was de houding der Amsterdamsche Overheid tegenover den kerkeraad destijds tamelijk karakterloos en beginselloos, en liep zij als het ware aan den leiband der predikanten. Dat dit van de zijde der Remonstranten haar toen werd voorgeworpen, is zeer licht te begrijpen. Het moest wel zoo schijnen, als men eenmaal had vooropgesteld, dat zoowel de kerken als de predikanten geheel en in alles aan de Overheid onderworpen waren, en dat bovenal moest gewaakt worden tegen hun zelfstandig optreden. En men kwam er dan te eerder toe, dat verwijt uit te spreken, omdat juist daardoor die Overheid misschien kon bewogen worden, eene andere gedragslijn te gaan volgen. Het is voor de menschelijke ijdelheid niet aangenaam, gedurig te moeten hooren: gij loopt aan den leiband van een ander; en wie in zijn beginsel niet vast is, wordt daardoor allicht geprikkeld, om, zooals men dan meent, zijne zelfstandigheid eens te toonen. Intusschen was er minstens evenveel waarheid in hetgeen van Gereformeerde zijde gezegd werd, nl. dat Oldenbarnevelt en de Staten aan den leiband liepen van Wtenbogaert en van zijne geestverwanten; en dan altijd nog met dit onderscheid, dat in laatstgenoemd geval de adviezen, die gehoord en gevraagd werden, geheel particulier waren en officieus, terwijl de adviezen, die de Amsterdamsche Overheid vroeg en ontving, een kerkelijk en officieel karakter droegen. Inderdaad was er, zoowel aan de eene als aan de andere zijde, wel niet bij allen, maar dan toch bij de leiders, eene eigene overtuiging en een eigen beginsel. Met betrekking tot de Amsterdamsche Overheid is hierboven getracht, die overtuiging en dat beginsel zoo kort mogelijk te formuleeren. Maar omdat dit punt tot de hoofdzaak der geheele rede weinig toe- of afdoet, moet de nadere toelichting, waarvoor talrijke aanhalingen uit de tusschen Overheid en kerkeraad gevoerde onderhandelingen zouden noodig zijn, hier achterwege blijven. Voor het overige is het woord «Amsterdamsche Overheid" hier natuurlijk bedoeld in een coUec-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1882

Rectorale redes | 196 Pagina's

Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 16

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1882

Rectorale redes | 196 Pagina's