GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De moderne roman.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De moderne roman.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

II. De auteurs

In mijin vO'rig artikel wees ik er op, hoe de moderne ro'inan 'in 'de beginselen die hij' voorstaat spiegel is .van zij'n tij'd; ho'e hij jde absolute vrijhei'd van han'delen opeischt voor de moderne jonge vrouw en het 'doen ; schildert als den weg, die naar 'de 'Verwezenlijking van dit ideaal voert.

Nu ligt in dez© zpo speciale strekiking en in de 'duidelijk uitgesproken bedo'eling ©en aanwijzing, in welk© richting we de auteurs van den moidernen roman moeten .zoeken. De gloed van overtuiging, idie u van schier elke pagina tegeinschittert, zegt u, • dat die 'auteurs geen belangelO'Oze toeschouwers zijn, die ©en proces beschrijven, dat zich voor hun 'oogen .voltrekt, maar dat ge hier te 'doien hebt miet 'een opzettelijk' bedoelde weergave van eigen beginselen. De schrijvers moeten m'enschen zijn, diie zelf leven in dïe vrijheiidisgedachte en haar een onmisbare levensfactor achten. Ec'Umaal zoover, ligt de conclusie voor de hand: de auteurs zijn zélf jo'nge modernen, die in haar boeken gestalte geven aan beur eigen wensch'en, ze als het ware objectiveeren, door andere pjersonen dragers ervan te doen ; z, ijn.

Inderdaad zijn vele nieuwere romans door vrouwenhanid geschreven; in elk geval hebb'en de sterkst spre'fcende typen een vrouw tot auteur.

Schrij'fsters als Emmy van JUokhorst, Jo.de Wjt, Julia Frank, Albertine Draayer—De Haas, " Elisabeth Zernike hebben zich alle aan de moderne romankunst gewijid én goede vertegenwoordigers van de soo'rt geleverd. En dan zijn er nog heel wat meer vrouwelijke auteurs, die ni'Ct zpo ver gaan als de geno'emde, maar toch ook' in hetzelfde ge'nre werken.

Trouwens, het is heel opmerkelijk hoevele schrijfsters 'Onz© tegenwoordig© literatuur-geSchiedeniis vermelden moet. 'Al zij'n ze niet alle romanschrij'fsters (gelukkig niet!) en behooren ze dus in een artikel als 'ëit met te worden aamgehaald, ik veroorloof mij' 'toch in dit verban'd op het verschijnsel in 't algemeen te wij'zen en even er over te spreken. Wanneer ik' slechts 'de biebeindsfe noem krij'gt. ge al een heele rij: Auguista de Wit, Marie lÜetz—• Koning, Margo 'Antink, Anna van Goch—Kaulbach, Anna de Savomi, n Lohman, Jeanne Reyneke van Stuwe (Mevr. Kloos), Ina Boudier—Bakker, Töp Naeff (Mevr. v. Jlhijn—Naeff), Carry van Bruggen, Annie Salomons, 'Sara Boutei'se. En dan zijn er nog vele mi.nder bekende te noem'en als Marie Gijsen, Marie .Koenen, Nine van der Schaaf. Al dez© auteurs schreven prozawerk. Maar naast haar staat ©en heel getal dichteressen, van wie ik slechits noem: Hélen© Swarth., Mevr. Roland—Holst, Marie Boddaert, Albertine Steenhoff—Smulders, Jacqueline van der Waals. (Sommige van haar gaven ook prozawerk, gelijk enkele der straks genoemden tevens verzen hebben geschreven). Zulk een veelvuldigheid kan niet toevallig zijn; er moet een

bepaald© oorzaai' wezen die zooveel vrouwen er toe dringt 'zich te uiten in geschrifte. .Mevr. Jo van Ammera—lEueller (zelf vei^dienstelijk schrijfster) geeft idie oorzaak aaxi, in een' harier lezensr waaridig© artikelen dn „De Socialistische Gids". Ze zegt daar dit: „Voor een deel zullen sociale omstandighedm hier oorzaak zijln; „schïijven" is in Holland een luxe-baantje, waarmee de meest ijverige 'en sucoes-volle • nog niet in zij'n onderhO'Uidi kan voorzien; en waarvoor ide vrouw, die d'e strijid om het beistaan in veel gevallen minder dwingt, dus eerder tijd zal kunnen vinden; maaf ongetwijfeld werkt daarbij' sterk de streelend© overtuiging, dat al wat „de vrouw" te zeggen heeft, belangrijk is; dat steedis onze getuigeniss'eïi met geidegen aandacht worden aaagehooi'd en ontleed, bn dat elke vrouw, door het uits.pteken harer diepste !en innigste gevoelens en overtuigingen, iets te niet doet van het vele onware en onjuiste, dat (ook al weer) door normen en conventies, als specifiek „vrouwelijk" gekenschetst of veroordeeld weid." !Onder verontschuldiging voor het citaat wijs ik u erop, dat ge toch ook hier jde modeme gedachte voelt, die 'trouwens bij' al de genoemde schrijfsters tot uiting komit (natuurlijk met belangrijk verschil in graad). En dat kan ook wel niet anders, waait evenzeer aJis deze strooming een vrucht is der emanoipatiei-lieer, evenzeer heeft deze als lo'gisch gevolg met zich gebracht dat de vrouwen gingen schrijven en idichten, juist de vrouwen. En dat verklaart wieer het veèlszins propagandistisch kar rakter van vele der geschriften.

Nu wij'st Mevr. v. Ammiers—Kueller verder op' het feit, dat „vele onzer mannelijk© auteurs }iun „visie" van de vrouw hebben gepast en gevormd naar het beeld dat de vrouwen zelf hebben opge^ houwd". Ook dit is belangrijk glenoeg, om het hier ©ven .aan te halen. Want inderdaad' komen in heel wat werken van mannelijke auteurs dezelfde naar vrijheid jagende Vrouwen voor, waardoor men zou kunnen gaan mieenen, flat deze modeme litefatuur-figuur niet speciaal het werk' is van .vrouwelijke auteurs. Maar dan toont U deze aanhaJling 't onjuiste van die meening en bewijst, dat de moderne vrouw in ide literaituur wel degelijk schepping is van vrouwen. Dat troosteloos zoeken naar inzicht in de omringende verhoudingen naast 't feil© bevechten van „oud'erwetsohe" jieiikbeeldèn, waaronder ze altijd gevangen gelegen hebben, is hier zoo typisch vrouwelijk. De overtuiging schijnt vfortel gevat te hebben, dat de vrouw ook in de literatuur een eigen roeping heeft te vervullen, n.l. de oud© sleurbegrippen op te ruimen en de hatelijke vooroordeelen omver te werpen. En dat' moiet dan geen half v; ^erk zijin, want dan; is nog niets bereikt; geen geven en nemen, geen transigeeren, m'aar doen, lalleen en padicaal doen.

Met nam© nu toont de moderne roman deze roeping. In lean figuur als Hellen uiit „De Branding" jaagt een drang naar vrijheid, naar verzet tegen alles wat die vrijheid, belemmeren wil, een behoiöfte nu eens te zeggen met woorden en daden hoe men jstaat tegenover 't leven, eigen bruisende individualiteit eens te doen zegevieren over doode en "verstijfde etiquette-vormen. En dat is natuurlij'k de mientaliteit van de schrijfster.

Nu is er ongetvvdjfeld iets in deze opvatting dat echt is, dat ook den naam verdient van kunst. Want waie kunst moet gemoedsuiting zijn, moet geboren worden , uit de behoefte, te zeggen wat er leeft, diep in d© ziel. En dat voelen we stellig in dez© vrouwenliteratuur. Maar oneindige grooter is in dat fanatisme het gevaar, omdat het zoo meesleept, omidat het zoo subjectief is, omdat bet zoo heelemaal niet rekenen wil met omstandigheden en verhoudingen, bovenal, omdat het zoo vierkant zich stelt tegenover alles wat den christen heilig is. Het klinkt zoo zeldzaam verleidelijk, dat wei alles, wat ons hindert te handelen naar ons idee, maar op zij moeten slaan, omdat 't conventie, vormdwang, verouderd, gtijf 'is, maar 'tdi'uischt zoo t© ©enenmale in tegen den wandel, die een christen betaamt. De syrenenzang is zoo bij'zonder welluidend, dat bet laaid van beloften voor ieder open ligt, die de staketsels maar durft verbreken — maar dat zijn .veelal juist de inzettingen door God zelf .geordineerd. Zoo wordt de leer, die' de moderne roman predikt een gapend© afgrond op |den levensweg der jong© vrouw. Het individualisme flat hij wil is allergevaarlijfcst, omflat de bèoordeeling van wat kan en mag wordt verlegd naar het eigen, dikwijls al o^mneveld oordeel. Zelfstrij'd, aarzeling., omdat het geweten waarsdiuwend klopit, worden weggelachen. Er blijft nieüs meer over van wat te alleai tijd'e het vrouwelijk sieraad is' geweest, haar scliroom, haar ingetogenheidi haar door liefde ontvonkte weiderliefde, 't wordt een grij.pen lüet ruwe, schennende hand, die alle teer vrouwelijks heeft verloren — en ©en heel fliep! vallen.

Dit wat betreft de grondidee. Maar nu is er nog heed veel aan gelegien, hoe dit alles wordt gezegd; kiesche woorden kunnen veel dat tuw, stuitend is beonantelen, men kan duidelijk genoeg zijai, bonder noig alles te zeggen. Maar zelfs dit schijnt te hehooren tot fle conventie, die voor de modeme vrouw zoo. verachtelijk' is. Henri Borel, bekend schrijver zelf („Wijsheid en Schoonheid uit China", „Levenshonger" etc.) bespreekt fle moderne romanliteratuur in ©en recensie van één proeve er van. Daar ziegt hij over den ; toon dezer boeken dit: „de auteur laat nu en dan' ^'n personen spreken over die (bedoeld zijïi seksueele) dingen op' een... realistische, nu en flan naar 't studentikoze, en zelfs wel eens ploertige zweemende: manier, di© een Q-enigszins fij'nvoelend mensch het boek ©en oogenblik met afkeer doet ter ïijée leggen. 'Het seksueel© wordt er in opgevat op ©en manier, di© ik de enkel animalistische zou willen noemen, als een functie, een behoefte, dierlijk naar bevrediging zoekend"...

En dat betieft boeken die door vrouwen geschreven zijnl Als een man, die van neutraal standpunt de dkigen beziet, zóó oordeelt, hoe moet dan de indruk zijn op het gemoed van hem, wiens zienswijze door het goddelijk element wordt overwelfd. W.at schrijnt het uw ziel, dat dergelijke gedachten vloeien, uit de pen van vrouwen en aan joaig© vrouwen worden ingegeven. En wat zijb. alleen daarom geeds die modeme romans tegendraads. Borel roept uit aan 't einde van flit stuk: „hoe is 'tmogelij'k, dat een vrouw dit alles zoo precies weten en schrijven kan" en gij prevelt vol verbazing di© vraag hem.na.

Hebben dan die dames-schrijfsters (want haar kennis va|n toestanden en verhoudingen in hoogere kringen der maatschappij' geeft z© recht op; dien naam) werkelijk niets beters te beschrijven, flan dat opborrelen van lag© hartstochten? En is ér voor een vrouw, die ; zulke bij'zonder© talenten heeft ontvangen als vele d©2fer modem© romancières', niets edielers in 't leven ïiondom, 'dat haar kunstenaarsblik bioeit? Ik kom op|. de beteekenis dezer romans als literatuuruiting nog wel terug — hier zie ik ze als weergave van gemoeds'stemming, als werk van de auteurfe ... van vrouwen !

Werkelijk, als er één wapen tegen de romans in 'talgemerai (ik bedoel dus niet van christelijk standpunt) te trekken valt, dan is 't' het auteur, schap. Nog altijd, is, ook voor onzen' tijd, ondanks emanoipatieLbuiteniSsighedein en politieke charlatanerie, de vrouw de verpersoonlijking van het ideëele. Zij' is in fle schatting vaW ons, mannen, de natuurlijke vijandin van wajt laag en minderwaardig is. In den Kring, waarin de| vrouw verschijnt, wordt de toon mechanisch een aridere flan die, welke onder-manaien-alleea heerscht; fladelijk komen d© uitdrukkingen op' ander peil (vfaannede volstrekt niet gezegd is, flat ze te voren op; een' laag peil stondien) en flat alles, omjdat' de vrouw, de échte vrouw, is fle samenvatting van al wat lieflijk is en wèl luJidit.

En nu valt die moderni© vrouw in en door de romans geheel uit dien to-on, doet en denltt, wat we voor haar afschuwwekkend geloofden. Vergoelijk dit nu niet floo* te spfekenl van realistisch© kunst, v/ant dé ware realistische kunst heft niet het lage in de menschenziel omhoog; , opdat men daarin zijn banier zal zien, waaronder men strijden moet — ze is daar te objectief voor. Zeg ook niet, flat er toch zulke meisjes, als in de romans met werkelijk talent beschreven woa^den, zijln, want er miogien er honderd en helaas misschien jduiztand zijin, flat geeft niemand het recht, ze - ten voorbieeld te stellen aata. anderen. .Wan^t, al wil ik fle schrijfsters niet aanwrijven dat z© dezen tendenz hebben gehad, 'tis in fle praotijk toch de vrucht van haar arbeid. En in elk geval zullen vele meisjes haar voorbéeldj er in vinden, indien ze niet genaidig worden bewaard.

Ik zeg dit alles niet, om fle auteurs zwart te maken; ik wil alleen .wijzen op: het gevaar, flat ze veroorzaken. Terecht zoeken fle oudexs voor hun opgroeiende dochters voorlichting van vrouv/en. Gelukkig ziet inen, ook in ons k'amp; , de v/aarde van 't contact tusschen de ouder© en d© 'jongere vrouw, verstaat rnen, dat fle man floor , z'n gansch andere geestesgesteldheid niet altijd floorflringen kan tot 't meisjeshart. Tijdschriften als „Christelijk M©isi©sl©ven", „Christelijk Vrouwenleven", vere'enigingen als de ^jNederlanidsohe-Christen-Vrou-•wenbond" zijin van dit inzicht de gelukkige uitingen. En boek-en, door vrouwen geschreven, zijii zeer gewaardeerde hulplnidldelen in deze richting. Hoe giemakkelijfc zou men fla.n fleze romans, |di© immers door Vrouwen geschreven zijin, gewenschte lectuur kunnen 'achten en geheel te goeder ; trouw z'n 'kinderen onder bogen brengen, wat men' liefst verre van hun gedachten houden wil. Op dat gevaar wil ik wijizen, juist omfliat fle auteurs vrouwen en de handelemriie piersonen jong© dames zijn.

Behoudens fl© ernstige , bezwar©n, flie van ethisch en r©ligieus standpunt tegen flen roman zij'n' in te bipengen, (waarover in volgende nummers nader) is wat ik thans noemde al reden' g©noeg, om ^ez© boeken onzen 'kinderen te onthouden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 januari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

De moderne roman.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 januari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's