GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het studeeren der Ouderlingen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het studeeren der Ouderlingen.

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

VII.

Zelfs het overladen zijn met praktisch, werk mag dea o-uderling nooit als niotief dienen, het bij'zon-'dere c-nderzoek van Gods Woiortd - en van de verborgenheiden des geloiofs pro mje-mo'iiiei uit te trekken.

Dan - moiet hij' zich liever aan andere werkzaamhedon, welke buiten zijn ambt be'slag O'P' hera leggen, onttrekken dan hieraan.

Daarmee heb ik natuurlijk nie! het eerst het oog •O'P zijn maa-tschappelijken arbeid.

Zijn , Goddelijk beroep heefL hij ig-etro-uw waar Ui nemen, op'dat hij, naar de treffende uitdrukking in het huwelijksfo'rmulier, zijn huisgezin met God en 'met eere mag oinderh-O'uden en ook daarboven iets heeft, cm den nooddrufti-ge mede te deelen.

Wel mag ide kwestie niet - O'naange-roe'rd b'fij'ven, üf velo gemeenteleden, die de' giaschikth'eid voor O'uderling bezitten, niet al te zeer zich beijver-ön, c-m' 'hun maatschappelijke positie - otah-o-og te-voeren.

Of de materialistische trek. in. onzen tij'd niet zóó sterk, in onze kerken woridt teruggevond'en, dat het bezetten der ambte-n er onder Ui'dt.

Zijn er voioral in onze groot-e stdden niet, die hun vrijen tij'd zóó financieel pro'ductief maken, dat zij de gemeente niet kunnen dienen, wainneer die hen daarlo'e roept?

In zoover hun gewone arbeid niet genoeg loon liiitkeert, o-m in de bescheiden behoeften van het gezin t, e voorzien, is zulk bijwerk geboden.

Maar worden over­ ïilaar wo-rden niet dikwijts de behoeften dreven ?

Is men so-ms nie! te bang voor den ouden da^? Of speelt 'de naijver tegenoivter andere g-esiinnen geen parten?

Is vaak niet meer een lief villatjef of een kunnen meedoen met hen, die zich een zfefce're luxe kunnen veroorloven, het ideaal, dan zijn krachtea aan • 'te wenden ten nutte van de berk - des Heerem ?

Voorzeker is O'ok difli een kwaad in 'de genloente. En er zal heel wat geestelijke klem' voior gebr-^iikt nfoeten worden, om dat te keeiren.

Het rec'hte standpunt blij'ft, dat men vo-or zijn ouderlingsC'hap een offer, ook een financieel offer wil brengen.

Maar gelij'k gezegd, dat werf door raij niet in de eerste plaats bedoeld.

Stel, een OTiderling zit in een schoolbestuur, in het bestuur van tal van vereeniginge-n, en dat is hem een beletsel voor s-tuldie, dan neme hij deh .moed, om zooveel van zijh fundlies neder te leggen, dal hij den gewenscihte-n tijid o-verhoudt.

Hoeveel - tijd daarvoor vereischt wo-rdt, kan natuurlijk niet - met preciesheid' worden aangegeven.

De een 'heeft een vluggen, de ander - een moer langzamen geest.

De een heeft een - gunstige vóórontwikkeling, d'e ander moiet veel schade van vroeger inhalen.

Eenzelfde ihaalstaf kan hier niet wotrden aangelegd.

Is men geheel vrij van beroepsarbeid — ónze k'erke'raden 'tellen gewo'onlijk e-en klein pe'cciantage renteniers, dan zou het wel aanbeveling verdien nen, alle morgenuren hiervoor 'te besteden.

Is men fla, aren'Legen in de zorgen van den leeftocht ingewikkeld, dan wil het mij' voprko-men, ida(t to'ch tiet minimum 'v^an' één vrijen av-on'l hiervoor m-06t worden uitgetrokken.

Men stelle daarop de aansptaken der gezellig; heid ter zijde en geve z'ich gteheel aan hét onderzopk.

In dit verband wil ik op nog iets wij'zen 'Onze Kerkenoj'de stelt de zoogenaamde verplichte .aftreding als regel, het dadelijk herkozeji wC'rl-ien als uitzondering.

Artikel 27 bepaalt: „De , aftre!denden aull'^n door anderen vervangen wo-rden, ten ware, iJat de gelegenheid en het profijt van eenige kerk, bij de uitv.oerii'ig v, an arit.-22 en 24 een herkiezing raa!dr zaarn, maken."

Leert echter de praktijk niet, dat me-n de mit^ zondering ite zeer als re-gel veïheft?

Het is voior gee-n tegenspraali va-tbaar, dat de .zgn. verplichte aftreding bezwaren miat zich btengit, in heel kleine en Jieel - groote gemeiente soms ernsitige bezwaren.

Maar gaat mien idikwijls niet voor de eerste.moeilijkheden uit den weg?

Zijn er geen kerken, 'dje het nopit recht liebbeh beproefd om den regel van o-nz© J^leifenorde tot Ide hare - te maken? 'löSlf^"

Mij dunk'!, , naen moest van-Se'"iïitziO'n'dering in art. 27 genoemld, geen gebruik maken, tenzij' de onmoge] ijldheid, O-m - den regel te vo'lge-n, ook proefoindervindelijk is bewezen.

En dan moet men zicih' daarbij-niet beroepen

op 'de praktijk van één of twee, m, aar van nieer-Idière jaren.

'Ook hierin is alle beigin moeilijk. Later ledt 'het zich vaak van zfelf.

Welnu, wanneer men zicii meer aan de kerkenoiide hield, zou dit het stuldeeren der ouderlingen 'ten goede kunnen koonien.

Ieder, die wel gediend heeft, kan ercp* rekenen, dia; t hij bij een volgende verkiezing wiel weer xal worden voorgedragen.

Doch na !kan [hiij zijh am; biteloo< Z!en tijd' uitstekend benutten, om' zich Id'oor verdubbeld onderzoek voor zijh taak verder te bekwamen.

Kromme lijnen.

Onder dit opschrift schreef Prof. Obbink in „Bergopwaarts":

In 'het laatste nummier der „Refoi'm'a'tie" be-«pirteekt Dr Hepp een boek over ketkgeschiedenisi' • van - wijlen Ds T. Bos, waarVan de - 3s druk ^Verii •beweïkt door G. Meima.

Dr' Hepp Kdndt in 'dit boek veel te prijzen, maar ' hjj betreurt liet, dat daarin kromme fijnen worden getrokken inzake de geschiedenis der doleantie; Er komt n.l. in .yoor „de oiude voorstelling, van Hervormde zijde gegeven en ook van anderen kant wel geloofd, dat de Dioleantie toch eigenlijk draaide om fde Vrije Universiteit en het niet toelaten van haai' studenten lot de bediening in de Hervormde Kerk". Deze Voorstelling nu noemt Dr Hepp „geheel . bezijden de 'waarheid".

Het zal goed zijn, dat D!r Hepip nog eens leest • het boek Van Dis RuUmann „de Dioleantie", blz. 10--19, bepaaldelijk blz. 14 waar duidelijk 'blijkt, dat bet niettemin de waai^heid is. Als eerste motief voor bet „gehoorzamen aan het Woord van den Koning der Kerk" wordt daar nadrukkelijk genoemd, dat de synodale organisatie aan Dis Houtzagers, den candidaat der Vrije Universiteit, den toegang tot bet proponentsexamen belemmierde.

En al is Rullmann's boek geen objectieve gescbiedbeschrijving, voor Dir Hepp is het dat, vooral op dit punt, waaifscbijnlijk wèl.

In het volgende nummer kwami 'hij' er echter openlijk vo'or uit, zich te hebben vergist. Hij neenit op' deze wijze zijn bezwaar terug:

Een lezer van „Bergopiwaarts" die bet weten kan en tevens een man is van onverdachte betromvbaarbeid, maakt er mij op opraeirkzaam!, dat hel beroep van .Ds Houtza, gers inderdaad n i e t' ! de aanleiding tot de doleantie is geweest, •en bij toont dat aan met allerlei overtuigende argumenten. i Ik neem dus mijn bezwaar tegen de voorstelling van Dr Hepp terug: heti-bC!et; ]? ; an__Rullmann bracht mij op een dwaalspocÉr.f^ll'ffil^lll; -

Wij eeren het in'Prof! "Obbink, dat-hij zoo gul--weg zijn vergissing erkent, en zich gehaast heelt, 'dleze te hers.tellen.

Wij' z-ijn hem voior zijn reotifioatie dankbaar. Slechts zouden we hem willen verzoeken: indien hielt niet te veel moeite is, zoiuidt Gij: dan in nw blad de feiten willen mededteelen, doior uw zegsman U verstrekt en waarvoior Gij' wel moest ZÏVLCIIten?

Zoovelen toch houden aan dezelfde onjuiste rrieening vast.

Door ons willen zij zich dikwijls niet laten overtuigen.

Van een hunner geestverwanten, zoioals Prof. Obbink, zullen zij het zich lichter laten gezeggen.

Zoo zou de waarheid erdoor gediend worden. Wordt het niet hoog üjd, dat bedoelde legende uit de wereld worde geholpen?

Inmiddels heeft oiok Ds Rullmann op hot stuk van Piof. Obbink gereageerd en zich aldus verdedigd :

Verder moet ïk «r ernstig tegen protesteeren, dat Professor Obbink de voorstelling, als zou de Doleantie tocb teigenlijk gedraaid hebben om de Vrij© Universiteit en bet niet toelaten va, n haar studenten tot de bediening in de Hervormde Kerk, met een citaat uit mijn boek tracht te bevestigen.

Het eeïste hoofdstuk toch van mijn Diode an tie levert juist leen sprekend bewijs', „dat d© kerkelijke verandering niet uit zekeren hoek des lands bevolen is, maar dat er te voren reeds enkele jaren lang met 'ernst en gebed gezocht is naar een weg ter ontkoming aan den zondigen toiestand, waarin de kerkelijk© reglementen de gemeenten gevangen hielden, " blz. 4.

En in De Strijd voor Kerkberstel heb ik aangetoond, boe de Doleantie slechts het eind© is geweest Van een strijd, die lang vóór d© oprichting der Vrije Universiteit, onder Groen van Prinsterer in 1842 begonnen, een halve eeuw lang gevoerd is.

Daarbij liep het telkens over verschillend© kwesties.

In 1842 was bet de Formulierkwestie, in 18.54 de kwestie-Meyboom, in 1864 de kwestie-Zaalberg, in 1872 het vergrijp der zeventien ouderlingen, in 1879 de "Aannemingskwestie, in , 1883 de Proponentsformule.

En zoo was bet in 1886/87 te Kpotwijk de belemmering van den toegang tot het proponentsexamen van den eörsten candidaat der Vrije Universiteit, maar fte Ariisterdam. de afgifte der attesten, en te Utrecht de bijwoning van het Congres.

Doch al deze incidenteele kwesties werden beheerscht door üe één©, , groote hototdkwestie, die, van 1842 af, aan de orde was, n.l. de h © e r-scbappij van iCi'hristus in Zijn Kerk.

Daarom ^ng het óók in d© Doleantie.

Dr Bavinck-bibilotheek.

De heuglijke tijding kan worden gebra'cüt, jlat het grootste deel van de bibliotihieek van wijlen Prof. Bavinck door het Bavinck-oomité is aange-'koeht om het aan de Vrije Universiteit .aan te hiedea.

Natuurlijk zijn alleen 'die werken uitgezocht, welke de bibliotheek der Vrij'e Universiteit nog niet bezat en die voor haar van waarde' werlden geacht.

Deze voirmen een rijte verzameling, wielfeö pijenige anidore Universiteitsbiblioitheek ons bteni^jden kan.

Meer mo'gen wij; niet uit de school Mapp'Pn. Doxh dit mieenden wij! te moeten publiceeren, Oiinldai dezer • dagen het bericht in de pers voorkwam', dajt de biblioitheek van wijlen Prof. Bavinck zou worden geveild en men 'zich' lioh, t ongerust zoar miaken, idat het Bavinök-oom'ité in zijh pogen niet IS geslaagd.

Het is integendeel, dank zij' de .milde gaven, ten volle geslaagd.

HEPP.

De Centrale voor jeugdarbeid op Gereformeerden grondslag.

II.

De eerste samenko'riist op 6 Sepiteimber hal tot resultaat, dat besloten werd in het begm van 1922 een Conferentie bij'een te roepen, op welke in de eerste plaats zou gepoogd worden een nader con.taci tusschen 'de bestaande organisaties Lot .stand te brengen, en in 'de tweede plaats een tweetal onderwerpen ter bespreking ^ouJden worden ingeleid. -

De voorloopige commissie van initiatief wend belast met 'de verdere voiorbereiding. Ze werd daartoe aangevuld met nog een drietal personen, aan te wijzen idoor en uit de besturen van 'de drie st: ? rkste • jeug'dorganisaties: den Jongelingsbond, 'den Meisiesbond en den Bond van Geref. Jeugdorganisatie. Aan 'deae voorloopige commissie werd op'gedragen zoo mogelijk ook reeds van te voren een conoept-regeling voior nader contact te ontwerpen en daarover het Oiordee! van de tot medewerking gevraagde organisaties in te winnen.

De commissie toog met bekwamen spoed aan het werk. Het gelukte haar spoedig tot overeensteimnüng , te geraken over de leidende beginseOien, waarnaar het contact tusschen de organisaties behoorde te worden gelegd. En 'daar voor dit contact toch' ook een naam moiest worden gevonden, wierd na 'eenigo bespreking beslist ten g'unste van „Centrale vooi Jeuig'darbeid op Geref. grondslag". Een concept was nu spoiedig in gereedheid gebracht, dat aan de organisaties werd rondgezonden, en toen de Conferentie, waartoe in September besloten was, op Wnen& lag 11 Januari 'te Utrecht in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen •giehou'dte'n werd, kon dit concept in de morgensamenkom'st in zeer ko'iten tijd worden afgehandeld, en kon reeds namens op één na alle uitgenoodigde organisaties verklaaid worden, dat hunne besturen bereid waren, tot 'de aldus in beginsel geconstitueerde Centrale toe te treden, beho'udens definitieve go'eicifceuring hunner organisaties. Alleen Gereformeerid Schoolverband moest uitspreken, nog geen gelegenheid te hebben gehad, zich over het concept te ber: iden; doch de afgevaardigden durfden hieraan de verzekering 'toe te voegen, dat 'toetreding bij hunne organisaüe wel geen bezwaar ontmoeten zou.

Het spreekt vanzelf, 'dat de toogelijkheid open staat voor deelneming van eventueel nog andere organisaties, die 'met doel en grondslag van de Centrale instemmen, zoowel thans reeds bestaande 'd'; 'e. niet waren uitgenoodigd, als nieuwe 'Üe later nog mochten worden opgericht.

Een 'kostelijk resultaat, waarvan de beleek'enis niet gering zal worden geschat door ieder, die er eenigszins mee bekend is, 'hoe moeilijk en langhaam het menigrflaal gaat om overeenstemming te bereiken tusschen lichamen van zoo omvangrijke en kiac'htLge organisatorische ontwiMieling.

Een resultaat, waarvan de beteekenis te meer daarom zal worden gewaardeerd, - wijl er vele en goede vrucht van mag worden geho'opt voor onzen arbeid onder de jeugd. Een arbeid, die vooral in onzen tijid om ontplooiing van de meest intensieve arbejidskracht roept. •

Met een enkel woord moge iets over den aard en de bedoeling van de tot stand gekomen Centrale worden gezegd.

Haar bedoeling is — in overeenste'mming met de gedachte, welke van meet af de initiatief-nemers leidde — aanraking te geven en te bestendigen tusschen de organisaties, die zich aan den jeugdarbeid wijden, maar tevens ook een gemeenschapsband te vormen tusschen de personen, welke zich voor dien arbeid geven. Daarom is het mogelijk 'gemaakt, dat van de Centrale niet alleen de organisaties als zoodanig, maar odk personen lid zijn. In hel laatste geval geschiedt de toetreding op urcnoo'diging. Deze maatregel is getroffen teneinde zooveel mogelij'k een waarborg ite heibben, dat juist die personen deelnemen, op wier advies men om hunne bizondere belangstelling in den jeagdarbeid of om andere redenen hoogen prijls stelt.

Haar grondslag is de Heilige Schrift als het Woord Gods, naar de verklaring van de drie foirmuliercn van eenigheid der Gerefotranieerde Kierben in Ne: derland. Ook dit geheel in overeenstemming met wat van meet-af voor de initiatief-nemers vaststond. Natiiuriijk is hierbij geen kerkelijke, m'aar allöeji eene cionfessioneele begrenzing beldoeld, zooals tronwens onze Geref. Jongelingsbond al z'ooveel jaren lang heeft gehandhaafd, dat hij niet kerkelijk-• Gereformeerd is, en ook Gereformeerde jongelingen uit de Ned. Herv. of Chr. Geref. 'Klerk zonder eemg bezwaar lid kunnen zijn van de Gereformeer'ie .Jongelingsvereeniging; een standpunt, dat door de oiverige jeugdorganisaties ten volle wordt gedeeld.

Wat nu de Centrale met haar band wil bereiken, is het bevorderen van den jeugidarbeid op dien grondslag, 'zoowel naar binnen als naar buiten. Naar binnen — want ze wil dien arbeid intensiever maken, ver^diepen. Ze wil de gelegenheid openen, om 'door samenwerking de bes'tudeering van allerlei belangrijke vragen van methode en organisatie te bevoilderen. Maar ook naar buiten — want ze wil dien arbeid doior eendracht sterk doen zijn tegenover alles, wat in de wereld o'm' ons heen zich antithetisch aan d'at werk openbaart.

Tot dat einde wenscht ze, behalve de al'gsm'eene aanraking, die O'p zichzelf alreeds zeer nuttig en noiüdig is, ook op bep.aalde tijden regelmatig confelenties te beleggen ter bespreking van bela.ngrijke onderwerpen den jeugdarbeid betreffende. Hoe dat bedoeld wordt is op de eerste dezer oonferenties in Januari 1.1. gebleken. Daar werd gerefereerd over itwee beteekenisvolle onderwerpen: de kwestie van den overheidssteun, thans zoo actueel, wijl over de vr.aag of, en in welken vorm de overheid steun zal oieden, wellicht spoedig ook in 's Lands Raadszaal zal worden beslist; en de niet minder gewichtige vra.ag van 'de lichamelijke opvoeding en oartspanning, een vraag, die zich ook in onze kringen al meer naar voren dringt en die wij' niet maar van ons kunnen afschuiven. D'e bedo'eling van. deze referaten was, om'over deze kwelsties eena breode, zakelijke, broederlijke bespreking uit te lokken, waarvoor zich een conferentie, geen meeting of Inassa-vergaidering, uiitnemend leent; en ik geloof niet te veel te zeggen, wanneer ik als mijn gevoelen uitspreek, dat de deelnemers aan de eerste conferentie wel met den indruk zullen zij'n huiswaarts gekeerd, dat ze in dat opzicht oo'k aan haar doel heeft beantwoord.

Doch nevens deze conferenlieis, die, als ik het zoo eens zeggen mag, 'de meer wetenschappelijke zijde van het jengdvraagstuk raken, wenscht' de Centrale ook-eene regelrecht-praktisohe vruchl van haar bestaan te kweeken. Zij beoogt ook: het voorbereiden van gemeenschappelijken arbeid der gemelde organisaties. Er is namelijk velerlei, dat nu misschien idioor elk van de organisaities afzonderlijk wordt gedaan, en door sam'enwerking veel economischer zou kunnen ges'chieden. We noielmien nïaar iets: de kamp-beweging neemt m^öer en meiöc toe. Wie daarmee nu eenigszins bekbnd is, gevoelt aanstonds, hoe belangrij'ke besparing hier zou te verkrijgen zijn, indien verschillende organisaties, die elk voor zich met kampeeren zich bezig moeiten hi/Uiden, de handen ineensloiegen. Zoo^ heeft b.v. 'ten vori'gen jare 'het kamp-van den Bond voor Geref. Jeugdorganisatie te Ermelo ook diensit geda'in ten behoeve van het jongenskamp der Gereformeerde Studentenbeweging. En van dien aard is er waarschijnlijk meer. We denlïen b.v. nog aan het vele drukwerk onzer organisaties. Zou ook hier niet door samenwerking besparing zijn te bereiken, mei. het belangrijke gevO'lg dat voor hetzelfde geld méér kan woiden gedaan? Natuurlijk m, 06t hier nóg O'n'derzocht worden, wat voor - gemeenschappelijken arbeid in aanm-erking komt en hoe dit kan geschieden, maar hel is de betee'kenis van 'de Centrale, dat daarvo'or een weg geopend is.

We hopen door deze mededeelingen aan de lezers van dit bJad eenigen indruk te hebben gegeven van het belang, dat in de totstandkoming der Centrale gelegen _ is. Een opwekking 'tot steun, althans in financieelen zin, behoeft daaraan niet te worden toegevoegd. De onkosten van den arbeid der Centrale worden naar overeengeko'mle'n verhoudingscijfers 'door de samenwerkende organisaties gedragen. Maar wel vragen we van O'us Gereformeerde volk belangstelling, liefde en ge'bed voor 'ieze ziaak. Van de O'utz'aglijke beteekenis van' den arberd onder de jeugd kan ons volk niet geno'eg doordrongen zijn. Vooral in onzen 'tijd is het hebben van de jeugd een kwestie van zij'n of niet-zijn. Als we nu niet het uiterste doen o^m! onze jeu'gd, de jeugd onzes volks, bij' de oude beproefde beginselen te behouden of daartoe te brengen, dan is hot voor de itoekomst een verloren zaak en sterft de vrucht der Reformatie onder ons volk weg. D; 'aa.rora vragen we met allen aandrang voor den jeugdarbeid in het gemeen, en ook voor de Centrale voor jeugdarbeid op Geref. gro'iidslag in 'het bizondor 'de meest hartelij'ke en warme belangstelling van allen, die de Gereformeerde beginselteh liefhebben.

G. CH. AALDERS.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

Het studeeren der Ouderlingen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1922

De Reformatie | 8 Pagina's