GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Nieuwe Boeken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuwe Boeken.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wilma, Die Vrijwillig dragen.

De Schrijfster van dezen christelijken roman, is al sinds lang een van de bekenden onder de auteurs, wier arbeid door een christelijke o^^ertuiging g'edragen wordt.

Bij de herleving onzer lettei'kunde in 1880 is de cfaWstelijfce literatuur iniet achtergebleven, maiar ze heeft zich, izij het dan ook in lang'zaim'er tempo, . mede ontwikkeld in de riclhting, die de nieuwere letterkunde ging.

Dat ze in dezen igeen gelijken tred Wouden kon, spreekt wel vanzelf. Imtaers de volkomen vrijheid van ontplooiing, die het individualistisoh.' beginsel aan de niet-christelijke hteratuur schonk, bestond voor haar niet, .wijl scherpe iovertuigings-begren'-^ zing een cii^el rond haar trok. En ook haar imprcssionisme, haar zielkundige ontleding!, haar realisme moesten uiteraard ^an geheel aüder karakter zijn. De izielsemotie Van den christelijken kunstenaar is Ron giansch' andere, 'dan van hem', die buiten liet christelijk beginsel stalat, eenvoudig omdat de christen alle dingen ziet in afhankelijkheid van God en zijn zelfstandigheid daaraan altijd onderworpen "blijft. Zooi kimnen we begrijpen, dat de chi'istelijfce literatuur in de hooge yluch't, die de moderne letterkunde nam' niet taeegaan kon, eigenlijk steeds meer achterbleef, zelfs achterblijven 'taioeët op grond vlan haar heigiiisel.

Het is noodig, idat we hierop letten, als we ons afvragen hoe het toch' komt, dat het christelijk beginsel zich niet 'mieer gelden deed in de latere letterkunde. De beginselen, wjajarvian deze uitgaat, zijn veelal de volkomen tegenstellingen van het christelijk belijden en dus moest de christelijke literatuur, die eenerzijds "Wel de yormvemieuwing begeerde, ^mlaar aian den anderen kant toch veel meer aan het oude gebonden bleef, zich eigenlijk een eigen weg banen. Achter de groote pioniers van „de Nieuwe Gids" k'on ze imWers niet blijven gaan.

Nu (klan ik in een {artikel als dit niet ingaan op de vraag naar het khnstgehalte in die christelijke literatuur. Wie daarVian meer w^eten wil raadplef^o de verschillende christelijke tijdschriften en periodieken, die in den laiatsten tijd miet deze quaostie ziali in 't bij'zonder bezig houden. Slechts vn\ ik op het bovenstaande wijzen, als een element, waarmede billijke 'critiek stellig rekenen m, 'oet. Want zeker gelden vooir ch'ristelijke kunst geen andere, toindere, eischén dan voor niet-christelijke bellettrie — integendeel, ik zou haast zeggen nóg meerdere i— maar men vergete niet, dat de basis, w'aarop de moderne c^hristelijke kunst rust een geheel andere is dan die, welke aan de door-niets-gebonden moderne literatuur ten grondslag ligt. En al kan stellig niet alle christelijke hteratuur kunst genoemd worden, er is toch geloof ik wiel meer, dat op dien naam eenigen aanspraak Imlaken mag, gezien de ontwikkelingsgeschiedenis, dan m'en oppervlakkig meenen zou.

Wilma, een der ouderen onder de christelijke auteurs zooals ik lai zei, beh'oiort 'zeker onder hen, wier werk kunst heeten raaig. In de verschillende romans, die-ze gaf en vooral ook in kleinere schetsen, heeft ze izich doen kennen als een Schrijfster "^lan talent en Van Maar inzicht in de moderne compositie-eischen. Een schets als haar „Grand-Seigneur", die in het tijdschrift „Opgang" Verscheen, toag stellig gerekend worden onder het beste, wat op christelijfc-literair gebied is gepraesteerd en kan de vergelijking met lalgemeenjerkende kunst van niet-christelijke zijde aeker doorstaan. Vooral in haar natuur-impressiën ligt haar kracht; de weergave daarvan is gewoonlijk even zuiver van visie als van taal. En, wijl altijd er door heen fluistert de bewondering en aanbidding van Hem, die dat alles geschapen heeft, nadert ze veel meer de sfeer der •waarachtige schoonheid, dan vele, overigens misscihien uiterlijk meer artistieke geschriften van nietgeloovige kunstenaars.

Aan den anderen kant echter valt in haar werk duidelijk waar te nemen de oimistandighteid, die ik aangaf, n.l. dat de christelijke kunst met de ontwikkeling der hteratuur geen gelijken tred houden kon. Taal en stijl, geheel de conceptie eigenhjk, zijn van het, nu reeds ouiderwetsche, tachtigerssoort. Ik wil daarmee volstrekt niet zeggen, dat het minder is dan de nieuwste productie, want in de latere jaren ligt zeker het hoogtepmat niet van de literatuur na 1880. Ik constateer alleen het feit als een consequentie.

Ook de inhoud van Wilma's werk, de stof-keuze dus, is niet ivjan het Imodeme type, im'^ar alweer is dit geheel ve: i^kliaarbaar uit het karakter en de ontwikkeling van dat karakter.

Daarom (rnloeten we Vooral niet te haastig zijn met lOns oordeel als •zulke lectuur een ouderwtetschbn indruk im'aa: kt. Wie in dezen tateet naar den maatstaf der allernieuwste literatuur, stelt zich niet op het juiste standpunt. Want de (kunst, die christelijk wil zijn, zal ten opizichte yan de huidige ontwikkehng steeds meer reserve moeten in acht nemen en daardoor lOok altijd den schijn van ouderwetsch houden.

Eén eigenaardige trek heeft inij altijd in het werk van Wilma getrcrffen, een trek, - dien ik ook weer heb teruggevonden in „Die Vrijwillig dragen". Er hangt n.l. laltijd )een zekbr waas yan geheimlzinnigheid over wiat ze schrijft; somtoige personen ziet men lals door een nevel, zoodat ze vaag blijven. Daardoor blijft soms een zeker gevoel van onbevredigdheid na, van niet-precies-begröplen-hebben. Zelfs in het overigens zoo voortreffelijke „Grand-Seigneur" ontkomt mten daaraan niet. JVIen kan eigenlijk niet diep genoeig doordringen in de psychologie van zulk een gesdirift len dat heeft ten gevolge, dat het laromla van 't boek of de schets verloren gaat. Het zichngëheel inleven in wat men leest, Wat toch voorwaarde is om' Wezenlijk een boek te „genieten", wordt daardoor zooveel mO'eilijfcer. •: ,

Van het eerste hoofdstuk van „Die Vrijwillig dragen" b.v. begrijpt men zoo goed als niets. Wel wordt, veel verder in 't verhaal, de hoofdzaak duidelijk, maar dan is het-moeilijk' de 'draden, die men in handen krijgt naair ide juiste punten van aanknooping te .leiden. En in ieder geval is. de kracht van het eerste hoofdstuk, iaan u voorbij gegaan.

Raadselachtige figuren zijn ook Johansen en de dokter, bij wien Reynold, een der hoofdpersonen, inwoont. Heeft men hbel het hoek gelezen, dan klaart het vage wel w.at op •— m'aar volkomen helder wordt-'tn 'toch niet. pan gaat men fantaseeren, begint zelf draden Van gebeuren te vlechten en (men raakt den gedachtengang'-Van de Schrijfster kwijt. iDoor (het blijven yan zulke figuren in een mystiek' Waas, ziet inlen ook niet hoe de personen met elkaar in aanraJking komten of gekomen zijn en krijgt hün onderling conta; ct, dat straks de kern van 't geheel blij'kt, iets toevalligs, iets geforceerds.

Men taeene echter niet, dat m'et deze enkele opmerking het boek is geteekend. Wa& t dan zou men zicih de lectuur van ©en belangrijke proeve van christelijke romankunst onthouden.

Een overzicht van den inhoud te geven is mij niet mogelijk. Ik Zou dan al de draden los moeten maken van hun verbindingen en dan is de spanning toch weg en krijgt (men niets dan een opsomming van hamen.

Hoofdzaak is de geschiedenis van Reynold, die na een ontzaglijken Istrijd en [dank zij de alles overwinnende christelijke liefde van anderen, opistaat uit z'n izonde'-dood tot een nieuw leven. En het vrijwillig dragen, waarvan de titel spreekt is dan het 'mede-worstelen in zijn strijd, het mede aanvaarden-van zijn smaad, waartoe de liefde van Christus de landeren klacht geeft. Mooi geteölcend is de invloed, idie uitgaat lyan hbt getuigen voor Christus, en het licht, dat daardoor opgaat over de zieledonkterbeid yan anderen uit Reynold's omgeving. Er zit dunkt mij iets persoonlijks in dit boek, iets zelf-doorleefds, Wa, t er warmte'en kleur en zuiverheid aan geeft.

Goed geslaagd is .Vooral de teekbning van 't milieu in 't predik'antsgezini het centrale pnnt van 't heele boek. De worsteling van den predikant zelf, de glorieuze overwinning van z'n vrouw Emmy, die het leed eener lidhaïnelijke verminking vrijwillig leert dragen, ze zijn sterk' en zuiver van beelding. Heel het boek door is die Emmy een nrooie figuur, na.ïef en toch beslist, krachtig en toch altijd vrouwelijk-zacht. Vooral is ze goed , als de moeder van haar kinderen, wier wolkenlooze levensblijheid lafstraalt op haar zelf. Die kinderen en dan met name het jongetje Pimimïe, ; spelen een groote rol in het boek, ook in Reynolds geschiedenis. En overal treffen u tooneeltjes Vol licht en tintehng van levenswerkelij kheid, die de lectuur van dit boek telkens weer aangenaam tni!aken. Eigenlijk heeft deze roman in z'n onderdeelen mij 't mteest voldaan, meer nog dan als geheel. Want bij het lezen van zoodanige fragmenten bemeAt men de vage plekken niet, die het geheel vertoont.

En nu de practische vraag Omtrent de waarde van dit boek als lectuur in het christelijk gezin?

Die kan belangrijk' wezen, als de lezers niet te jong zijn. Een zielegesteldheid als die van Reynold kan door te jonge menschen niet voldoendew-orden 'doorpieild, om de kracht van het vrijwillig dragen te gevoelen. Ouderen echter khnnen veel aan het boek' hebben; zij bem'erken oofc beter waar ' het hier en daar naar „algemteene verzoening" neigt.

Als goede proeve yan christelijke romankunst begroeten we dit boek, dat al z'n tweeden druk heeft, met Arreugde. Het miag zeker den naam van , , christelij'fce kunst" dragen, wiaht ook aan de uiterlijke eischen van artisticiteit voldoet het ongetwijfeld.

Het vinde vele nadenkende lezers.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Nieuwe Boeken.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1923

De Reformatie | 8 Pagina's