GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Boeken-series.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boeken-series.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Christelijke lectuur.

De vorige week handelden we over verschillende serie-uitgaven van literatuur-productie, ten behoeve van diegenen onder onzie lezers, die belang stellen in wat de letterkunde heeft voortgebracht.

Thans zou ik .willen wijzen op' en'kela lectuurcollecties, boekten 'dus van belletristischen aaïd-

Nu noem'de ik in leen de'r vorige artikelen meer dan een van die boeken-, en voo'ral romanseries, op; ze zijn veelvuldig en zeer gevarieerd van inhoud en strekking.

Maar er zijn ook specifiek „christelijke bibliotheken", dat v/il dus zeggen series, die uitsluitend boeken van christelijk gehalte bevatten en door christelij'ke uitgevers worden verzorgd.

Zelfs besta, an verscheidene zulke coUeoties, en daaronder zijn er, die al jaren loopen en een zeer goeden naam hebben. Nu kah het natuurlijk niet de bedoeling zijn, als we op' déze series de aandacht vestigen, die alle te bespreken; bovendien wordt de inhoud vaar déze artikelen uiteraard bepaald 'door de boeken, die ons worden toegezonden, en dat zijn in "dit geval enkele nummers van twee series, die bij den Uitgever E. J. Bosch te Baarn verschijnen. Dus hebben die bo'eken thans in 't bijzonder ' onze aanda, cht. Maar, in overeenstemming met den opzet van deze artikélen-reeks, moeten we toch ook met een enkel woord op de bekendste van deze series wijzen.

Het is een zaak van veel belang, dat onze christelijke uitgevers „christelijke bibliotheken" stichten. Er is behoefte, .Veel behoefte aan lectuur v-an positief christelijken geest. We moeten, als we opkomen tegen het lezen van „verkeerde" boeken in de plaats daarvan andere 'ktamen noemen en aanbevelen. En hoe meer. materiaal de uitgevers ons verschaffen, des te beter is het.

Daarbij mo'et echter vastgehouden worden de eisch, dat 'deze christelij'ke to-eken ook den toets der literaire critiek kunnen 'doorstaaji. Veel is daarover al geschreven en we behoeven niet in een da capo te vervallen, maar we moge^n die voorwaarde nog wel eens uitdrukkelijk herbalen. Het spreekt vanzelf, dat christelijke boeken .anders zijn, dan niet-christelijke; er is een gansch andere levenssfeer en gedachtenwereld, er is een nauwe begrenzing, omdat er een beslissende norm is, er is ook een geheel verschillende visie op menschen en dingen. En dat alles drukt een bepaald stempel op de christelijke boeken. Maar 'dait zegt nog niet, dat ze niet hebben te vo'ldoen aan technische eisch en van compositie, taal, stijl, 'klank. En hun psychologische analyse moet en zal andersoortig zijn, dan die van wat we noemen „de moderne romans", maar ze behoeft volstrekt niet minder te wezen. We mogen niet tevreden zijn met een stichtelijk verhaaltje alleen; onze christehjke lectuur moet evengoed z'n uiterlijke qualiteiten hebben als ons christelijk leven-van-allen-dag, en we sluiten in onze boeken niet de luiken voor onze vensters, omdat in het fleurige zonnelicht „de wereld" zich vermaakt.

En nu zal het niet gemakkelijk zijn voor de uitgevers voor hun serien steeds boök'en te vinden, 'die aan de gestelde eischen voldoen, toch mogen ze die niet laten varen, willen ze hun „bibliotheek" op peil houden. Niet elk christelijk bo'ek behoeft een kunstwerk te zijn, om goed te wezen, maar zonder de minste technische qualiteiten kan_JpLet dat niet. zijn.

De bekendste series christelijke lectuur zijn de al oude bibliotheken van de uitgevers Callenbach en Daamen, de „Christelijke Bibliotheek" en de „Bibhqtheek voor hoofd en hart".

Beide collecties loo-pen al jaren en ze hebben al menig goed christelijk boek onder de menschen gebracht. Ik herinner b.v. aan de mooie werken „Oostersch leven" (van Dr Obbink), „De Opgang uit de hoogte" (van Posthumus Meyes) en het zeer recente prachtwerk van ~Ds Knap, „Ear uitverkoren Vat" uit Callenhach's serie, en de historische romans van Marjorie Bowen, en'kele verhalen van Penning e^^nit Daamen's bibliotheek.

In vele chnstelr|ke gezmnenTieeft men zich door een abonnement op een van deze series het bezit van deze goede lectuur verzekerd. Er is natuurlijk graadverschil in de verschillende nummers, ook al omdat sommige boeken al van ouden datum zijn, maar over 't geheel genomen is wat deze bibliotheken bevatten goed.

Naast deze series zijn nieuwere gekomen „de Vereeniging ter bevordering van Christelijke lectuur", een voortreffelijke bibliotheek, door den uitgever J. H. Kok te Kampen verzorgd, de „Boekenserie „Opgang", „Jonge-meisjes-boeken", en de „Nieuwe Opgang Serie", alle uitgaven van Bosch te Baarn.

Van deze laatste collecties ontvingen we enkele nummers, die we thans nader moeten bespreken.

De „Nieuwe Opgang Serie" is een vervolg op, of misschien beter gezegd, een uitbreiding van de z.g. „kleine Opgang-série", die, in batikbandje gebonden, boekjes als: Wilma „Zomer", Weiland „Levensleed", Wiesterbrink—Wirtz „Jong Vrouwtje" e.d. bevat.

, Van deze „nieuwe" serie verschenen tot nu toe twee numniers: Wilma „De bruidsketting" en P. Keuning „De kracht van hunne kracht".

„De bruidske11ing" is een samenvoeging van schetsen, die Wilma eerder in tijdschriften publiceerde. Ze hebben alle iets vaa, gs, iets pessimistisch odk, typische trekken van Wilma's productie. Heel sterk komt dat uit in de, eigenlijk' onbegrijp'elijke, schets „de man met de lantaren"; maar Wilma's rustige, mooie stijl doet u toch zoo'n stuk ten einde toe lezen, 't Heeft iets van een allegorie, doch den achtergrond verstaat ge niet, terwijl ge leest. „Liefdes Jonkheid" voldoet beter, maar de verreweg beste is „Grand-Seigneur", ongetwijfeld een van de sterkste schetsen uit geheel Wilma's literairen arbeid, uit stylistisch oogpunt evenzeer als om 'den inhoud. Er zit scherpte karakterteekening in de figuren van den Grand-Seigneur, éen arme, oude buitenman, maar die zich koning voelt in z'n stulpje, midden in de rijke weelde der natuur, en z'n vrouw Driek'ske. En de frappante tegenstelling van volkomen onafhankelijk zich voelen bij absolute afhankelijkheid is tot het eind van 't stuk toe bijzonder goed volgehouden. De laatste schets „Geesje", is weer meer wazig, maar toch ook' goed geschreven.

't Is altijd moeilijk, een schetsenbundel als een eenheid te zien en dat is ook' hier het gevjal. Voor mij bestaat heel groot verschil tusschen ^, de man met de lantaarn" en „Grand Seigneur", ooK technisch. Maar een stuk als het laatstgenoemde is dan ook' op zichzelf voldoende, om den bundel met ingenomenheid te begroeten.

„De kracht van hunne kra.cht" is óók een samenvoeging van afzonderlijke stukken, ma, ar die zijn toch tot een goede eenheid gegroeid èn doordat ze gelijk zijn van localiseering, èn omdat dezelfde personen herhaaldelijk optreden.

Als vroeger werk van Keuning, is ook dit boek een repro'ductie van het Groningsche leven op 't land, en, al is het voor een vreemde in dat milieu moeilijk' om het al of niet juiste van de typeering te bepalen, ik durf toch wel te zeggen, dat dit boek' knap werk geeft. V\? iant de karakters zijn consequent geteefcehd en allerlei kleine tre'kken in de verschillende stukken doen zien, dat 'de psycho-analyse, te voren van een der personen gegeven, juist is. Daarbij 'komt nog, dat de dialectische taal, vol van kernachtige en karakteristie'ke uitdrukkingen volkomen harmonieert met geheel de omgeving, in haar puntige kleinzieligheid eenerzijds, haar kostelijke naïeveteit aan den anderen kant. En het humor-element, dat altijd sterk is onder, het volk en gewoonlijk met naïeveteit nauw verhouden, ontbreekt geenszins.

De verhalen, of eigenlijk, dorpsschetsen zijn getraliseerd in Dijkhuizen en heel het dorpsleven speelt er zich in'ai, met al z'n heftigheden en harmonieën, juist die afwisseling maakt het boek, dat toch in de eerste plaats een karakter typeering is, zoo pittig en 'doet de lectuur een onverdeeld genoegen zijn. Zoo'n gniepig klein ruzietje als tusschen Neeltje en Mina, twee oudjes van bij de zestig, over het al of niet schoon zijn van Mina's gordijnen, een heftig woordgefcletter als tusschen Klaas .Koster, den 17-jarigen arbeiderszoon en bakker W'esterman, over de stoeten, door den laatste het vorige jaar aan de „jongelingsveraineging" voor haar jaarfeest geleverd, een broederlijkheid als van Trijpstra, die den dominee en den kerkeraad wil gebruiken om z'n triomf over een ander te vieren — ze illustreeren kostelijk de dorpsmenschen en doi-pszaken en zetten de karakterteekening telkens weer in het juiste kader.

En daarnaast is overal dat eigenaardig dorpsche meeleven in elkanders' leed, meedragen van elkanders last, 'dat leed en last beide verlicht. Ook daarvan zijn meerdere voorbeelden te noemen; ik volsta nu maar met te verwijzen naar de schets „Neeltjes preek".

Maar één gemeenschappelijke trek verbindt alle stukken en maakt inderdaad het boek tot een krachtig sprekende eenheid, dat n.l. alle tegenstrijdigheden, onderlinge, verschillen, gniepige of eclatante wrijvingen, worden opgelost in het één-

ziju in 't geloof. Wie onrecht heeft gedaan voelt ten slotte z'n schuld tegenover God en wordt geneigd tot verzoening, en wie onrecht heeft geleden beseft z'n plicht de minste te moeten zijn om Christus wil en staat naar hereeniging — en zoo komen alle gekantelde wagens weer in 't spoor. En dat is nooit geforceerde vroomheid, maar echte menschelijkheid , die eerst na strijd tot overwinning komt. Dat is, naar de titel zegt, de kracht van hunne kracht.

Men late zich niet afschrikken door de moeilijldieid , van de taal. Die is door hard-op' lezen gemakkelijk te overwinnen. En dan brengt het dialectische juist het eigenaardig effect. Zonder die eigen kleur zou het boek stellig de bekoring niet oefenen, die het thans heeft, want dan ontbraiis! de sfeer van na'i'eveteit en echtheid.

Ik geloof, dat we hier inderdaad hebben een proeve van christelijke lectuur, die voldoet aan de ei'schen boven genoemd.

Van de serie „Jonge-meisjes-boeken", die tot nu toe 4 nummers omvat, werden ons twee ter kennismaking toegezonden, „Gelouterd leven" van Mevr. Westerbrink—Wirtz, en „Op den drempel'' •van Mej. Themmen. Ik wil beginnen met te zeggen, dat die „kennismaking" zeer bevredigend is, gezien het doel van deze, "aardig uitgegeven, boekjes. 'Juist aan christelijke lectuur speciaal voor jongeren bestemd, hebben we behoefte en deze uitgaven, modern van uiterlijlc en innerlijk, voldoen aan die behoefte.

„Gelouterd leven" is een roman van door tegenstroom belemmerd liefdesgeluk, dat echter, na zieleloutering door allerlei omstandigheden, tot realiteit wordt. Het thema is wel niet nieuw, en de toevalligheden, die op het juiste punt de losse draden samenknoopen, ontbreken niet, maar het verhaal is goed en boeiend geschreven, en, wat belangrijker is, er gaat een sprekend getuigenis van uit omtrent de kracht van het geloof en de in het geloof wortelende liefde. De jonge lezeressen zullen zeker met genoegen dit boekje lezen.

Van „Op den drempel" is de groote verdienste het pretentielooze. Mej. Themmen schrijft fleurig, geheel in den toon, die bij haar lezeressen past. En ook het eenvoudige verhaal is precies uit het milieu van jonge meisjes. Gebeuren is er niet zoo heel veel in, maar dat is juist het prettige, want in een jonge-meisjes-leven gebeurt ook niet veel anders dan een vacantie-uitsta.pje, een school-historie, een huiselijk tooneeltje. ïoch zit goede teekening in de karakters en vooral' de hoofdpersoon. Rie, een Hl B. S. leerlinge, is verdienstelijk getypeerd. Er kan zelfs paedagogische waarde liggen in de lectuur van dit boekje, als jonge lezeressen zich deze Rie ten voorbeeld stellen. fUt slot, een vrijwel onverwachte verlovingsaankondiging, had gemist kunnen worden, 't Verhaal zou er niet minder om zijn geweest, juist omdat karakteronleding en niet het gebeuren hoofdzaak is.

Het religieuze element is in beide boekjes goed: 't ligt er niet boven op, maar zit er in.

Wat we op deze wijze van beide series zagen, geeft reden tof tevredenheid. Zoo moet onze christelijke lectuur groeien, zoo krijgen we materiaal, waarmede we iets kunnen bereiken. Want met critiseeren alleen komen we er niet, met het formuleeren van wenschen evenmin.

We moeten ook doen.

En wat gedaan is, met zorg, in eerlijke overtuiging, moeten we met waardeering naderen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

Boeken-series.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1924

De Reformatie | 8 Pagina's