EXODUS 15 : 13—18, 21.
Gij brengt dit volk, o groote Koning in vrede naar Uw heil'ge woning, naar 't land, dat Gij U hebt verkoren. Die Gij verlost hebt en bevrijd, hebt Gij, O HEER', in gunst geleid. De volken sidd'ren daar zij 't hóoren.
Hoe vrees'lijk zijt G' in lofgezangen! De volken zijn door schrik bevangen; Uw macht doet Palestina beven, de angst grijpt Edoms vorsten aan en Moabs sterkte is vergaan; zie Kanadn in onrust leven.
Ja schrik en vrees zal op hen vallen, versteend staan al hun duizendtallen. Uw hooge arm, die ons beveiligt, zal ieder met verschrikking slaan, totdat dit volk is doorgegaan, door U verworven en geheiligd.
Gij 'brengt ons in, dat w' ons verblijden Gij zult ons tot de woning leiden, die G' U gemaakt hebt, HEER der Heeren. Gij voert ons in Uw heilig land, wij worden op Uw berg geplant. Ja, eeuwig zal de HEER regeeren!
O, zingt den HEERE hoog verheven. Die d' overwinning heeft gegeven, 't paard met zijn ruiter heeft geslagen. Hij wierp z' in zee met groote macht. De HEERE is mijn lied en kracht, de God mijns levens, al mijn dagen.
Melodie Psalm 55.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 maart 1951
De Reformatie | 8 Pagina's
