GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dr. A. KUYPER.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dr. A. KUYPER.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

IN MEMORIAM.

In Jezus omtslapenl

Deze woorden, de titel vam een zijher we'i'ketai, zijn thans aan onzen Kuyper bewaarheid.

Wij kunman onzen God niet innig genoeg dankten dat Hij voor Zijn griJHen knecht zulk ©len heerlij'k sterfbed beeft gespreid.

Een 'sterfbied, wiaar dtei geloofsrust zoo lieflijk aandeed.

Een sterfbed, d'at im ©em sfeer van 'v^ede was gezet.

Een sterfbed, dat Inle'nigeen, die Kuyper fel heeft bestreden, zal no'pem ojnj zijln oordeel over zijn leven te herzien.

Een sterfb'sd, d'at oniderscheidene Kuyper-vijan-, den zal doen zuchten: ' mijn uiterste zij gelij'k het zijhe.

Daar voer een schok' door ons Gereformteerde volk, toen de tij'ding werld vernomen: Kuyper js niet meer.

Zeker, wanneer hij ons twintig of tien jaar vroeger ware ontrukt, zou die schok geweldiger zijh geweest.

De Heera heeft in Zijn onein'dige wijsheid en goeldheid ons met Vaderlijke zorg op dit heengaan voorbereid. ••

Zou er vroeger door dit verscheiden een to'estand van verwarring zijh geschapen, nu is dat gelukkig niet het geval.

Maar toch, de schok' bleef niet uit.

Er tro'kken 'bamden tusschen Ktiyp'er en hen, üi© uit de reformatie leven.

En die baniden worden niet verbroken zonder'wee.

De niet-geeBtverwante pers put zich uit in woori den vam waardeering. Zij' erkent grif en gul zijm grootheid en gemialiitBi.t. Zij' speent zich over Jbieit algem'een aam 'die schampel-e O'pmerkingen, die zij' eertij'ds doorgaans over hem' maakte, wanneer zij zijn bijzondere heteefcenis niet kon loochenen. Zij' uit zich thams veelsziifls op ©em wij'ze, dat dewenscihi bij u boven komt 5 Kuyper moest dat nog etens' kunnen hooren.

Maar bij ons Gereformieiörde volk overheersoht de gedachte aan de grootheid, welk© de Schiepp^r 'der menschenkinderem Kiuyper haid geleerd, niet.

Dit leeft in de harten: . wij' haid'den üemi zoo lief. Bij de geopienda groeve zal dit opembaar worden als nooit te voren.

De vrijzinnige pers poo'gt in d'eKie dajgen het Kuyperraadsel op; te los's'em. Men zoekt naar het geheimi zijher kracht. Maar mem vind, t bet 'bij' dezen Simson niet. ' '-

Het geheim vam zij'n kracht scïxO'Ol volgens on& im zijm diepe-, geloo'viga jnystieb.

Zijn gemiale 'denkkracht maakte hem tot een baanbreker op velerlei gebied, zijin stalen logica dwong velen om zich aam hem gewonnen ïe geven, z'ïjm magistral-e welsprekiemdheid sleepte de schare xaee, zij'n ijzeren wilskracht deed stand ho'uden, waar mein amiders licht de aftotiht had geblazen, zijm inzicht in de volksziel deied hem steeds de juiste psychologische miomenten vi'ndiem, zijm organisatorir schetalentem em systematisch© geest smolt de he^ lijders der alO'Uide Calvinistische begimselen tot een machtig leger saam.

Toch had hij dit niet fcummen bereiken, indien er geen sterke mystieke relatie besitaam had tusschen hem en het volk, dat ide' Gereformeerde belijdenis liefhad.

En die mystie'fce relatie heeft hij miet verzwegeh, miaar o-penlijk uitgesproken.

Kuyper was een mystieke figuur, die met Auguistiuus, Thomas a Kempis, Pascal op één lijm kan word-en gesteld.

Misschien breken er tijden aan, dat zijn theologisch-wetenschappelijfce werken hoofdzakehjk door godgeleerden van ptofessi© zullen worden geraaSipleegd, dat zijn S'taatkumdig'e geschriften slechtB door een beperkten kring vam mannen zal worden nageslagen, maar zijn meditaties zullen onder het Gereformeerde volk een blijvend© b!ron vam zielsgenot zijn vele eeuwen lang.

Door die mystiek had hij' hief vertrouwen detfl groote massa van hen, die aan dé Gereformee'rdie waarheid waren verkleefd.

Daarom kon hij' reformator worden.

En zoo heeft God hem tot groote dingien willen gebruiken.

Het heeft oms steeds zoo-gesm'art, dat sommigen zijner leerlingen zich vam hem afkeerden.

Natuurlijk waren ook wij niet blind voor zijin gebreken. Dioor studie kwamen ook wij' weleensl tot andere resultaten. Maar dit betrof toch steedl^ détailpunten. In de groote lijnen konden wij niet , anders, dam immiier zijn partij kieziem.. En boven dat alles — de mysfaekei band bleef.

Zullen wijl zijm werk in de kracht Gods werkelijk; voortzetten, dam is hel niet genoegi, dat wij' problemen trachten op te lossen, dat wij de werkelijk^ beid van heden moedig in het oog zien, maar dan moeten wij' ons gedragen voelen door heiligen, mystieken grond.

Dan moeten wij in gem'eienschap aan het Woord tot steeds inliemier gemeenschap komen met den levenden Christus.

Aan het hoofdei.nJde van het sterfbed, van dezen m'an Gods hing, naar een beschrijVing in „DeStamdaard", een schilderij; Christus aan het kruis. En toen hij ni-et mieer spreken kon, wees d© z, wakke hand daarheen.

Werpe het 'Kruis van Christus zijn schaduw bg ons leven en straks o-ok op ons sterven.

Aan de familie van onzen grooten Reformatdii biedt „De Reformatie" haar betuiging' van oprechte deelneming. Wij herhalen: wij hadden hem, z; ao lief. En 'daai^oim' is er droefheid in ons hart.

Maar toch komt aanstonds weer de damkbaarhed'üi boven.

Dankbaarheid, voor wat de Koning der körk ons in hem-deed genieten.

Dankbaarheid, dat de ge-hamiaste en onvermoeide strijder thams triumfator is geworden. Maar triumfator in Hem, die ons heeft liefgehad.

Zijn werkem blijven op aarde. Wat hij, door Christus geroepen, verrichtte: , is nooit omgedaan te m, aken. Het zal nawerken, zoolang d© Gerefor'meerde waarheid op onze e'rva zal worden beleden. En de Heer© geve-, dat 'dit geschiede tot den jon, 'gsten dag.

Maar zij'n werken zijn hem ook' gevolgd.

Gevolgd naar den hemel.

Om daar uit gemad© vrucht te dragien.

O, die ontmoeting tusschen Kuyper en zijm Heiland hierboven!

Beschrijven laat die zich. ioiiet.

Inenken demkeia ook niet.

Grevoelen eenigszins.

En in dat gövoel Kuininen wij' aieit aniders dan bewogen zingen: Lieive Heiland, Gij' toch. Gij zijt hun ro'eni', de kraöht vaw (hjtinne kraoM.

De Etbiscben en de Kerk.

Vóór eenige weken werd te Utuecht de vergadering gehoujdetix - tot versteïking van het eitlhisch beginsel. iigK'

Wij • hebben ' gewacht d'eze vergadering in ons blad te bespreken in |de hoop', dat het referaait van-Dr. J. F. Beerens over „De Etischen en die iöerk" spoedig in druk zou verschijtoen. , '

Waar dit nog niett is gebeurd, voorzöovör wij' weten, willen w© niet langer uitstellen.

De veiigadering had met het oog op de statuten nog ©enige formieele kwesties af te doen. Zij'^ had alleïeerst te handelen over den grondslag. Of liever — want daartusschen maaikt men begenwoordijg een scherp ondersoheiid — over de doelstelling. Van eenige formuJeering van den grondslag was 2ij niet gediend. Ziji vergenoegde er zich mee het Idael te omschrijven.

Ten slotte wend het volgende artikel aangenomen: , jDe vereeniging tot versterking van den invloed van het letbisdh beginsel, inzonderheid in de Ned. Herv. IKierk, heeft ten doel, uitgaande van Gods openbaring in Christus en rekening houdende met de historische ontwikidelinig van het christendom: , te onderzoeken en te bevorderen wat in onze dagen uit dit beginsiel voortvloeiit voor persoonlijk leven, kerk len maatschappij'."

Natuurlijk kon nien de kwestie van den grondslag niet geheel vermijden. Een doelstelling zonder grondslag is iets illusoirs. Men vindt hier d^an ook iden grondslag aangegeven in de woorden: „uitgaande van Gods openbaring in Christus en re'kening houideiide m!et de historische ontwikkeling van het Christendom."

Met Gereformeerd oog bezien is deze formule uiterst vaag.

Men kiest zijn uitgangspunt in de openbaring Gods in Christus. Uitnemiend! Wij' ook! Maaj. (.. hoe bleef die openbaring voor ons bewaard? Hoe komt die tot ons? Waar heb ik die?

Het trekt dadelijk de aandacht, dat hier over de Schrift wordt gezwegen. Vanzelf schuilt hi^rl opzet achter.

Men wil rekeniag houden met de histbrisdhe ontwikkeling van het Christendom. Alweer prijzenswaard! Maar behalve de meest radicale richtingen willen dat allen, die nog aan den christelijken naam hechten. Ook de modernen. De laatstaa beschouwen juist hun opvatting als de rijpste vrucht dier ontwikkeling. Het koimit er ook hier op aan, wat nien voor ontwikkeling aanziet en wat niet.

Men moet als Geireformee-rde ©en poosje ia het Ethische gedaobteklimaat hebben vertoiefd om te'kujinen begrijpen, ho© mien in zulk een formuleering} ; Ooit bevrediging kan vinden.

Dan voelt men pas de tagenstelling tusschen ethisch en gereformeerd.

Een Gereformeerde kan daarmee eenvoudig geen genoegen nemen.

Het eert de vergadering, dat zij' geen poging deed om in troebel water te visschen. Dien schijh zou zij op zich hebben geladen, indien zij was ingegaan op het voorstel om de woorden „inzonderheid jn de Ned. Herv. Kerk" te laten vervallen. Den laatsten tijd toch zijn er van de zijdie der zgn. „Jonigr Gereformeerden" stemmen opgegaan om nauwere aansluiting bij de Ethischen te zoeken. Wanneer de vergadering genoemde clausule had gesohrapt, zou zij daardoor die toenadering zeer hebben yergeihakltelijkt. Maar bet getuigt van karakter, dat zij zich daartoe niet leende.

Als hoofdschotel werd opgediend het referaat van Dr. Beerens over „De Ethischen en de Kerk."

Daarin komen momenten voor — wij' gaan af op het verslag in de N. Rott. Ot. — welke ons zeer sympathiek zijn.

Zijn karakteriseering van het ethisch' beginsel was zwak. „Ethisch is men wanneer men den godsdienst beschouwt ais iets dat de geheele persoonlijkheid raakt, niet in de eerste plaats het verstand, maar het hart, het centnun der persoonlijkheid." Zoo betoogde hij.

Hierin nu schuilt opzichzelf niets spfecifiek christelijks.

Zóó zou ook een Mohammedaan, een Buddhist, een Theosoof tot de E: thisc|hen gerekend kunnen worden.

Trouwens, de term „ethisch" hieeft zulk een algömeene strekking, dat men ér over verwonderd staat, hoe men hem ooit kan gebruiken om ©r een richting binnen het ahristendom door aan beduiden.

Voor de Ethischen zelf schuilt in hun naam een (niet gering te achten gevaar.

Zoo licht kunnen zij onder suggestie van dien tnaam gaan meenen, dat zij de eenigen zijn, die den .godsdienst bieschouwen als de geheele persoonlijikheid. raliende. Dat zij de Ethischen zijn.

Dat gevaar van exclusivisme is volstrekt niet denkbeeldig.

Zelfs een hreeddenkenid man als' Dr. BeeneiiJs' ontkomt ©r miet aan, indien altlians het verslag, zijn gevoelen juist weergeeft.

Hij moet n.l. te Utrecht hebben' gezegd: > , De Ethischetn leggien !den naldruk: op biet zedelijk kair, alkter der waai-heid in tegenstelling met confessioneelen en gereformleerden, die het intelleotueel© karakter oip iden voorgrond brengen, al ontkennea zij natuurlijk dat zeidelijk karakter niet."

Nemen wie hiieir nu j, waarh©id" in dien uitgebreiden zin, waarin Ide Ethisch© het gewoonlijk bedoelt, vatten 'wij'.voor ©en oog-inblik „waarheid" op als van onigeveer gelijke betéekenis met religie, dan wondt hier den Gereformieerd© iets in de gedachten geschoven, wat er op zichzielf niet in gjevondetn wordt.

Voor den Gereforniteiërd© draagt de godsdiensBj niet boven alles ©en intellectueel karakter.

Ook volgens heiml is de zetel der religie te zoek'eln in bet ; „ifc", in helt oentrum! der persoonlijkheidl.

Hij kam er zich niet mee vereenigen, dat de Eibhische hem zoio gaarine het merk „intellectualistisch" op den rug wil braniden.

Het is zaak, dat Ethischen lön Gerefoirmeerdeta elkander beter trachten te verstaan.

Dan zal elk 'Gereformteierde zich wel tie'nmaal bedenken, ©er hij' den Ethische van oneerlijkheid, , bedrog of kwade trouw verdenkt. Dat is zeker wel het Jaatst©', dat men bij' een teg'enstander mag onderstellen.

Maar dan zal ook' ©Ik' Ethische zijn kwalificatie van intellecitualist, wanneer hij' over den Gereformeerde als zoodanig spreekt, moieten inhouden.

Doch ook al leert men elkander bieter verstaab, zoo worden Gereformeerden en Ethischen het toch noioit met elkaar ©ens.

Op een 'synthese, ofpj ©en fusie van beiden valt nimmer te hopen.

Het blijft thans even waar als vroeger: tusschen beiden ligt de Sclirift.

Eigenaardig koimt dat weer uit in; het referaat van Dr. Beerens. ^

„Wie zijn de Ethischeta.? " zoo vtraagt hij'. En daarop geeft bij' ten antwoord: Niet de menschen, die het zoo nauw miet de waarheid niet neme'n, zich tevrede'n s'tellen met een „afgezakte the!ologi©", in de algemieene verzloening gelooven, 'de heilig-'"naldng op den voorgrond plaatsen, „Heer" zeggen, nieuwe gezangen zingen, vrij met de kerkelijke liturgie omispringen of aan „critiiek" doen. Er zijh predikanten en gemeenteleden, die al deze kente» kenen vertoonen en niet ethisch zij'n, zooals omgekeerd er imenschen zija, die geregeld de wet laten voorlezen, - enkel psalmen zingen, „Heere" zeggen, beweren idat 'ziji niet aan oritiek doen en toch ethiscjh zijn.

Dat laatste is typeerend.

Zulke Ethischen, ziegt de refereht, bewer©ïi|, dat zij niet aan .dritiek doen.

Let wel: beweren.

Daarin ligt opgesloten: inderdaad do-en zij' er wel aan.

Dit is en blijift dan oiok ©en der hoofdkenmerken van de Ethische Richting, dat zij - de wadergeboren pe'rsoonlij'kbeid plaatst boven de Schrift. D© wedergeborenie heeft zelf zijn houding tegenover de Schrift te bepalen. En nu kan Mj' zich veel pi weinig met Schriftcritiek inlaten, hij' blijft daarin toch vrij.

Als metn nu openhartig tegenover elkander gaat staan, zal men moetwi ©rkennen, dat op dit punt tusschen ethisicb en gereformeeird nooit verzoening m, ogelijk is.

En hierin heeft men maar niet met een vraagstuk van ondergeschikt b-elang te ido'en'.

Maar met ©en levensfcwestie.

Er staat een gainische levensbeschouwin'g mee in verband. '

Doch ler is nog iets'.

Aan het: tusschen ethisch en gerefoimeei^d ligt de Schrift, 'mioest toegevoegd worden: tus'sohei^ beiide ligt ook de kerk. \

Het 'kerkelijk besef scheen bij de Ethisoh|en hoelangs zoomeer uit te slijten.

Er werden sotois uitlatingen vernomen, waaruit m'en zou opmaken, dat bij de Ethischen alle kerkelijke liefde gestorven was.

Het uitgatngspunt van de Ethische richting' is subjefctiviistisch.

En de konsekwientie van het subjektivi'slmie is het individualisme.

Die konsek^wientie werd door velen getrokken.

Dit doet Dr. Beerens echter niet.

Zeg, dat hiji inkonsekwent is.

Goed.

Maar het is dan toch ©en geluklrige inkonsekwentie.

Hij keurt het ten strengst© , af, dat vele Ethischen met minachting neerzien op al bet „kerkelijke." Terecht merkt hij' op, dat het persoonlijk leven nu eenmaal de gemeenschap niet kan ontberen. Daarom eischt 'hij liefde voor de kerk. Die kerk is VQjor 'hem - de onzichtbare kerk, „de heilige vergadering van Christus' geloovigen." Maar tevens acht hij het noodzakelijk, dat die kerk een voim heeft. Die vorm is gebrekkig, maar toch onontbeerlijk. Zulk 'een kerk mag geen fundamenteelstrijdig© leeringen toelaten, op straffe zijn eigen graf te graven. Zij mag geen belijdenis-kerk, jtnaar 8 moet eein btelijdende kerk' zijki, m'aar de belijdeniisi' der leden dient to-ch te worden vastgelegd.

Hierbij liet hjj iln mtenig© passage uitschijnen|, i dat het gereformeerd© kerk-begrip het zijne niet is.

Toch hemen wij' van zijn uitlatingen over Ü© kerk met ingenoanlenheid nota.

Maakt zijn ide© onider de Eithischen algemeenea opgang, er ziou veel gewonnen zijn.

Gewonnen m|et nami© voor ons volksleven.

Want de toenemiende onkerkelijkheid is, op zicfcizelf genomien, reeds ©en onrustbarend verschijnsel.;

Het zou ons verblijidien, inidiien ook d© Etiiiscihen daartegen een dam zochten op te werpen. •

Tot op heden vonkt© hun houiding in dteiz© iniet van g'eestdrift.

In de red© vajn Dr. Bleerens beluisteren we echter ee'n toon, die aanigenaain giandoet.

Moge zij'^ ©en 'kentering! onder zijn geestverwanten inluiden.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1920

De Reformatie | 8 Pagina's

Dr. A. KUYPER.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1920

De Reformatie | 8 Pagina's