GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Persstemmen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Persstemmen

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Gereformeerde Bond in Duitschland.

Reeds eer werd in deze rubriek een persstem ten gehoore gebracht, die over den Gereformeerden Bond in Duitschland bedoelde in te lichten.

Toch kunnen we nog wel wat meer licht gebruiken.

Prof. Grosheide is in de Pinksterweek naar Bentheim gereisd, waar de Gereformeerde Bond zijn jaarvergadering hield.

In „De Standaard" deelde hij zijn indmlvken mee.

Wijl het ons vooral te doen is om informaties aangaande den Gereformeerden Bond door te geven, ontleenen wij aan zijn artikel enkel een paar algemeen© opmerkingen.

Wat is 'de Gereformeerde Bond in theorie en praktijk? Prof. Grosheide deelt mede:

Het is, geloof ik, goed eerst wat over dezen Bond in het algemeen mee te deelen. Hij werd opgericht in 1884 te Marburg, toen aldaar een vergadering belegd was van Gereformeerde predikanten en ouderlingen om te herdenken, dat Zwingli voor 400 jaren was geboren. In de statuten werd vastgelegd, dat de bond staat op den gro'ndslag van. het Woord Gods van het Oude en Nieuwe Testament en 'dat hij de belijdenisschriften van de Gereformeerde Kerlc in Duitschland, in het bijzonder den .Heidelbergschen Catechismus, aanvaardt als. de juiste en zuivere uitdrukking van de leer der Schrift. De bond tracht zijn doel, de bewaring en bevordering van de gaven en goederen van de Gereformeerde Kerk in Duil; schland, te bereiken door alle twee jaren te vergaderen, door de uitgave van Gereformeerde geschrif. ten mogelijk te maken, door behoeftig© gemoentea te ondersteunen en verder door alles, wat het doel van den bond dienen kan. Leden kunnen zijn zoowel kerken en vereenigingen, als personen, die staan op den i)odem der Gereformeerde beJijdenis.

Zooveel over het officiëele. Natuurlijk is er ook offli andere zijde. WeUïen indruk krijgt men, als men verkeert in de vergaderingen van den Gereformeerdea Bond? Vat men de dingen op als bjji ons, of )ieeft men andere ideeën? Deiz© vragen zijn van beteekenis.

Men spreekt wel eens schouderophalend over al die congressen en vergaderingen, niet hot minst over de intematiO'nale en men ziet er meer gezellige onder-O'nsjos in, dan samenkomsten, waar degelijk werk w-ordt gedaan. Ik geef dadelijk toe, dat er veel waars in zulk een voorstelling lig(t. Inderdaad wordt er niet zoo Iioal veel bereikt op dergelijke vergaderingen; ik kom er straks nog op. Maar er is toch ook een andere zijde. Men leert elkander kennen en begrij. pen. Men komt in aam-aking met personen, er worden banden gelegd soms voor het leven, betrekkingen aangeknoopt, men komt in aanraking met elkanders arbeid en dat is wel degelijk van groot© beteekenis, ik heè het ook op deze vergadering ondervonden.

Eenige indrukken dan. Men kan ©en vergaderijig. van den Gereformeerden Bond voor Duitschland misschien het best vergelijken met een Vrije Universiteits-of Thoologischen Schooldag. Bij lange na niet zo'O druk bezocht, zeer zeker, maar ik dank nu a; m' het karakter der vergaderden. Professoren, veel predikanten, maar ook veel anderen, bepaald ook ouderlingen, en dan in sommige samenkomsten velen uit •de plaatselijke kerk. Wat staat nu bij het werk in het middelpunt? Die vraag zou ik zóó wUlen beantwoorden, dat men in de eerste plaatsi bedacht is op d© handhaving van het G©reformeerd©. Dat vooreerst. Dan moet er propaganda gemaakt voior uitbreiding. Natuurlijk hangt dat samen met de positie van 'de GerefO'nneerden in Duitschland. Men stelt zich niet tegenover de Lutherschan, maar men wil zich ook niet door de Lutherschen in ©en hoek laten dringen. In twee dingen lag dit alles geconcentroerd. Vooreerst in een strijd voor den Heidelb'.'inschen Catechismus. Die Catechismus moet gekeml worden en daarom gaf men hem nieuw uit. Hij moet in gebruik blijven op de catechisaties en 'in de • godsdienstoefeningen. En in de tweede plaats de Psalmen. We hebben in do vergaderingen niets dan Psalmen gezongen uit een bundeltje getiteld:50 Hugenotenliederon, dat door den bond is uitgegeven. En het was een glanspunt der vergadering, toen werd meegedeeld, dat vo-or de landsfcerk van Hannover (er zijn 27 landskerken in Duitschland, elk met eigen organisatie) ean nieuw gezangboek was gereed gemaakt, waarin al de 150 psalmen onverkort voorkwamen.

Evenwel zijn lang niet alle leden Gereformeerd.

Met ©en en ander hangt weer samen, dat de leden van den bond lang niet allen Gereformeerd genoemd mogen worden in dan Nederlandsclien zin van dat woord. Er was als afgevaardigde uit Hongarije een boogleeraar, dien ik wel van vroeger kende, die zeker niet tot 'dein kring van Prof. Sebastijen behoort. Een 'der sprekers was oen professor uit Zurich, dien wij eerder ethisch dan Gereformeerd zouden noemen. Men neme Gereformeerd bij dan Gereformeerden Bond in historischen zin, zooals het ook in Hongarije gebruikt wordt. Het zal niemand verwonderen, dat da (oud)-Gereformeerde Kerken in Bentheim en Oost-Frie'sland, 'die met de Hollandsche in één korkverband leven, van den Jjond geen lid weiischen te worden en oordeelen, dat ze dit ook niet kunnen. Een bestuurslid legde me uit, dat in den bond drie groepen; kumien worden onderscheiden. Vooreerst de groep Kolfhaus, die zeer dicht staat bij de Nederlandsche Gereformeerden en zich gaarne door Kuyper en Bavinck laat onderrichten. In do tweede plaats een groep van Kohlbruggianen, die vooral in do omgeving van Bentheim aanhangers telt. En eindelijk een meer piëtistisch gezinde derde groep. In den bond il men samenwerken tot handhaving van Gereforeerde leer en leven.

Men onderscheide dus wel!

Vergelijkende statisiielc tusschen de Cliristelijkc Gereformeerde Kerlt in Noord-Ameril< a en de Gereformeerde Kerl< in Zuid-Afrika.

Voor een goed overzicht van het Internatioiuale Calvinisme zijn statistieken zeer leerzaam.

„Die Kerkblad" trekt een vergelijking tusscli'on bovengenoemde kerken, die beide onvervalscht Calvinistisch zijn.

Met deze vergelijking op te nemen slaan we twee vliegen in één klap.

Ons .gee nou in kort enkele statistieke opgawes van die gemeentes van die Chr. Geref. Kerk in Noord-Amerika om dan hier en daar 'n vergelyking met die toestand in ons kerk te maak.

die toestand in ons kerk te maak. Die gemeentes^ 263 in getal, is ingadoel in 15 klassisse, tel 51, 821 belydendo lede en word bedien deur 216 predikante. Die do'oplede tel 56, 002 (waarom word hier gespreek van siële? ).

Ons getal belydende lede (jongste opgawe) is 24, 344 en dooplede is 22, 731. Ons staan hier ongunstig teenoor Amerika, wat 4000 dooplede meer het as

belydende, terwyl ons 1600 minder het. Wat is die rede? Het Amerika meer kinders of doen • hulle daar op latere leeftyd belydenis?

Ons bet 96 gemeentes, sodat gemiddeld bereken, elke gemeente 253 belydende lede tel, törwyl die Chr. Geref. Kerk 197 het vir elke gemeente.

Amerika bet 216 predikante vii-51.821 lidmate, ; dus vir elke .339. lidmate een predikant.

Ons het 35 predikante werksaam in die blanke gemeentes van 24.344 lidmate. Vir elke predikant dus omtrent 695 lidmate.

Op die basis van die Clir. Geref. Kerk gereken moes ons hier lOö predikante gehad bet. Ons weet natuurlik dat toestande hier anders is as in Amerika en dat , ons verspreide lidmate die institutêre lewe ontsaglik . benadeel, maar log is die vraag van pas of ons nie baie meer kan doen en of deur meer offervaardigheid en beter organisasie ons lïle oas aanstaande predikante goed kan plaas nie.

Behalwe die 216 predikante is daar nog 55 bedienare van die Woord wat werksaam is in die sending, op onderwys-en liefdadigheidsgebied en wat emeriti is.

Die 51.821 belydende lidmate ondersteun 271 predikante en professore terwyl 24.344 lidmate in ons kerk 39 predikante en professore ondersteun.

De eerste psalm in Afrikaansche berijming.

Na het proza der statistiek een stukske poëzie.

En wel van de allerbeste poëzie.

Prof. Dr Du Toit is een dichter bij de gratie Gods.

Onder .den schuilnaam: Totius, zag reeds menig vers van hem bet licht.

Af en toe geeft hij in „Die Kerkblad" een berijming van psalmen. ; .

Ziehier die van den eersten psalm.

1. Welsalig hy wat op die spoor nie gaan waar sondaars lok; wat op hul pad nie staan, of neersit waar die spotglimp in die oog is', waar spotters vrolik spot met al wat hoog is; maar wat Gods wet in stille mymering, by dag en nag, weer in gedagt'nis bring.

2. Hy is 'n boom wat diep en vas geplant, sy wortels uitsprei by die waterkant; en fris bewaai deur vrugbre somerlugte, sy volle drag laat sien van somervrugfe. Geen onspoed wat hom in sy werk sal stuit: wat hy begint, voer hy voorspoedig uit.

8. Só is die sondaars nie, maar ongewis net soos die kaf wat op die dorsvloer is, en warrel in onvaste-en wilde kringe. Hul sal nie standhou in Gods strafgedinge; geen voet van hul wat in die kring sal kleef waarin Gods volk in sy gameenskap leef.

4. God ken die pad waarop sy volk moet gaan; dis liefde wat hul gange gadeslaan, en wysheid wat hul pad bepaal tevore. Maai' sondaarspad is voor sy oog verlore; dit moet vergaan; onkeerbaar in hul spoed, loop hul loplaas 'n afgrond tegemoet.

Niet alleen staat deze berijming dichterlijk zeer hoog, maar zij is ook meer Gereformeerd dan de onze.

Zijn er tegen het vierde vers van onze berijmin, g dikwijls rechtmatige bezwaren ingebracht, is het "van Arminiaansche smetten niet geheel vrij en wordt het daai'om zelden of nooit in onze kerken opgegeven voor den zang, in de berijming van Totius wordt gejubeld over de eeuwige verkiezing Gods.

„Art. 41" in de Gereformeerde Kerk van Amerika.

De Gereformeerde Kerk in Amerika is — wij spraken er reeds meer over — onder ons te weinig bekend.

Aan den eenen kant is dit begrijpelijk.

Maar uit internationaal-calvinistisch gezichtspunt toch niet verscboonbaar.

Hoe men het handhaven van de Gereformeerde leer opvat, hebben we onlangs nog besproken.

liet geval van Dr M. R. de Haan geeft „De Hope" aanleiding om meer ernst te maken met wat wij zouden noemen art. 41 der Kerkenorde.

De vragen zijn daar wat anders gesteld dan bij ons, ook al, .omdat men daar geen kerkvisitatie kent.

liet onderstaande spreekt voor zichzelf, mits men „Itonstitutie" niet neemt in de beieekenis van „grondwet", maar van „kerkenorde".

Op de voorjaarszitting der classis worden de zoogenaamde constitutioneele vragen gedaan. Dat is een eisch der constitutie der Gereformeerde Kerk. Die vragen zijn als volgt:

Worden de waarheden des Evangelies in hunne zuiverheid in uwe gemeente verkondigd, overeenkomstig bet Woord Gods en de Belijdenisschriften der Gereformeerde Kerk in Amerika?

Worden de punten der leer, in den Heidelbergschen Catechismus vervat, van tijd tot tijd verklaard naar den eisch der Constitutie van de Gereformeerde Kerk in Amerika?

Wordt de opvoeding der jeugd in de essentieel© waarheden van Gods Woord, door catechisatie of op andere wijze getrouw in uwe gemeente waargenomen?

Wordt het pastorale bezoek getrouw in uwe gemeente waargenomen?

Doen leeraar en ouderlingen nauwkeurig onderzoek voor de viering van het Heilige Avondmaal naar den wandel der leden, overeenkomstig iden eisch der Constitutie?

Wordt het contract betreffende de tijdelijke aangelegenheden tusschen leeraar en gemeente vervuld?

Worden jaarlijksche bijdragen gedaan door uwe gemeente voor de verschillende liefdadige Boards en Fondsen der Gereformeerde Kerk in Amerika?

Deze vragen nemen de plaats ïn van de oude kerk-visitatoren, dat vroeger in de kerk gebruikelijk was. Het doel is natuurlijk, om de classis op de hoogte te houden met den toestai: yi in elke gemeente binnen baar grenzen en waarover zij geestelijk overzicht beeft. Iets dat kan wat den inhoud der vragen aangaat. Want zonder in bijzonderheden te gaan blgkt het duidelijk, dat deze vragen veelomvattend zijn, zoodat, als iedere gemeente daaraan voldoet, de zaken goed worden nagekomen, en op deze vragen toch moet elk leeraar en ouderling, op de classis tegenwoordig, met ja en neen beantwoorden.

De vraag, die nu echter mag gedaan worden is deze, of deze zaak in den regel wel ernstig genoeg opgevat wordt. Wij vallen zoo. licht in sleur en gewoonte. Het gevolg waarvan niet zelden is, dat wij de gewichtigste zaken niet altoos zoo ernstig opvatten als het behoorde. Temeer, waar men elkander kent en waar het dus licht verondersteld wordt, dat aan. al de eischen der constitutie, door elke gemeente, voldaan wordt. En in den regel is zulks ook het geval. Met uitzondering van de laatste vraag omtrent het collecteeren voor al de Boards en Fondsen der kerk worden ze meestal bevestigend beantwoord. Ten minste in het westersch gedeelte der kerk, waar wij bekend zijn met de praktijk der kerken in dezen.

Toch zijn er' schijnbaar uitzonderirigen op den regel. Alleen dat, dunkt ons, verklaart de toestanden die tot openbaring zijn gekomen in de classis Grand. Rapids in bet Waalfces geval van onlangs en nu wederom in het geval van den leeraar en kerkeraad der Calvary Gereformeerde Gemeente. Hier waren leeraars en ouderlingen beide, die deze vragen elk jaar be-• vestigend beantwoord hebben zoo het schijnt. Ten minste, wij hoorden nimmer van het tegenovergestelde. Toch schijnt het, dat men het tegendeel deed; dat men, bijvoorbeeld, de waarheden niet conform de belijdenis der Gereformeerde kerk predikte; dat men de pimten der leer, in den Heidelbergscben Catechismus vervat, ook niet verklaarde. En deze geschiedenis leert ons dan ook weer, dat men ook deze constitutioneele vragen weer ernstig opvatte, en dat men, waar men in gebreke blijft, doe wat onder dergelijke omstandigheden behoort gedaan te worden. Wat baat het, dat wij wetten en regelen hebben als een ieder doen kan wat hij wil. Als er een wet is, laat dezelve gehandhaafd worden. Dat is even waar op kerkelijk als op maatschappelijk gebied.

Ook ons heeft dat iets te zeggen.

Ook bij ons worden de vragen van art. 41 wel eens wat vluchtig afgedaan, behalve dan de laatste „of er iets. is, waarin zij' (n.l. de afgevaardigden der kerken), het oordeel en de hnlp. der classis tot rechte instelling hunner kerk behoeven". Dat punt vraagt niet zelden beel wat tijd van de classicale vergadering.

Nu zou dat spoedig afdoen der eerste vragen zoo erg niet zijn, indien de bepaling van art. 44 der kerkenorde maar streng werd nageleefd, dat in alle kerken, van de steden zoowel als van het platteland, alle jaar visitatie zal worden gehouden.

In alle kerken alle jaar! .'

In menige classis ontbreekt daai'aan nog al wat.

Men zie toe!

Evangelisatie onder de negers in Noord-Amerika.

Amerika is bet land van zending en evangelisatie:

De Gereformeerde kerk heeft de evangeUsatie onder de negers aangevat.

Daarvan vertelt „De Hope".

De Negerbevolking in ons land telt op heden om trent elf millioen; meer dan tweemaal zooveel als in 1865.

Zestig jaar geleden woonden 92 procent der Negers in het Zuiden. In de laatste jaren, vooral sedert den wereldoorlog zijn velen verhuisd naar het Noorden. Ze Tiebben zich meestal gevestigd in de groote 'steden, In Chicago wonen plm. 200.000' Negers.

Drie en veertig steden hebben een negerbevolking van meer dan 10.000.

Het is algemeen bekend, dat het onderwijs voor de jeugd der Negers in het Zuiden van ons land, zeer gebrekkig en onbevredigend is. Zoover de belasting aangaat, is er geen verschil tusschen blanken en IdeurKngen in de zuidelijke staten. Maar de som die besteed wordt voor de kweeking van de kleurlingen bedraagt plus minus een honderdste deel van wat men geeft voor de blanken.

De scholen te Hampton en Tuskegee zijn schijnende lichten in de opleiding van de jeugd. De grondslag voor deze inrichtingen werd gelegd door medewer-Idng van de Kerk en de Binnenlandsche Zending. Sedert deze kweekhoven zoo verbazend zijn uitgebreid, beteekent de ondersteuning van de kerken in dezen zeer weinig. Sommige rijken hebben milde bijdragen gegeven of de scholen bedacht in hun testament.

De behuizing van vele Negers in bet Zuiden laat nog veel te wenschen over. De woningen in de steden en op het land zijn erg primitief en werken besmettelijke ziekten in de band. Men heeft berekend, dat er aldoor 450.000 Negers in het Zuiden ziek zijn en dat 600.000 van de tegenwoordige bevolking zeer waarschijnlijk aan de tering zullen steri^en.

De neger is van nature godsdienstig. Dit beteekent dat een neger gemakkelijker te winnen is dan andere rassen. Hij is veelal luidruchtig, en laat zich leiden door het gevoel. Dat komt ook uit in zijn godsdienst Bijna de helft van de negers in Amerika zijn verbonden aan een of andere kerk.

De neger heeft ©ene natuurlijke gave van gezang en muziek. Als men een kerk vol negers hun geestelijke Kederen hoort zingen krijgt men onwillekeurig den indruk die een Amerikaan ontvangt als hij een kerk in Nederland of een kerk onder de HoUandsche bevolking in dit land bezoekt en de Hollandscha psalmen hoort zingen. Natuurlijk is er verschil maar de indruk in beide gevallen is van blijvenden aard als van iets dat eenig en bijzonder is.

De Gereformeerde Kerk heeft een school te Brewton, Ala., die bekend staat onder den naam van Southern Normal and Industrial Institute. Het hoofddoel van den Board en de Kerk met deze inrichting is de .Christelijke Opleiding van Negerjongens en - meisjes als leiders onder hun eigen volk.

Moge 'deze school bloeien en ondersteuning vinden in de voorbede en financiëele hulp van al onze kerken!

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

Persstemmen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1929

De Reformatie | 8 Pagina's