GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Synode-indrnkken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Synode-indrnkken.

20 minuten leestijd Arcering uitzetten

XII.

De schorsing.

, Waar dan de laatste poging om Dr Geelkerken de verklaring te doen onderteekenen, mislukt was, wees de weg zich verder van zelf aan.

Hij was daar, gelijk het onderteekeniiigsformulier het uitdrukt, , ipso facto van zijn dienst gesuspendeerd of geschorst.

, De Synode sprak dan ooi de schorsing uit.

Men heeft er van de zijde der aanhangers van Dr 'Geelkerken over geklaagd, dat de Synode op het laatst zoo" snel recht deed.

M^ar men vergeet er bij aan te geven, hoe het kerkrechtelijk anders had gekund.

De Synode had, zoo heeft men opgemerkt, hem gedurende eenigen tijd kunnen vermanen!

, Hier echter verwart men het tuchtrecht over een predikant met de censuur over een geméentelid.

Bij een gewoon censuurgeval hebben in elk stadium van de kerkelijke procedure tal van vermaningen plaats.

Doch de Synode stond, hier niet tegenovef'Dr Geelkerken als lid eener Gereformeerde Kerk, maar^ tegenover Dr Geelkerken als ambtsdrager.

Dat maakt een enorm verschil.

Stel, dat eeiiige ouderlingen zich aan fraude heb­

beu schuldig gemaakt. Zoodra een kerkeraad desaangaande zekerheid heeft-zal hij met behulp vanden kerkeraad der naastgelegen gemeente deze broeders in hun ambt schorsen. Hij begint niet met hen langdurig te vermanen. Neen, de schorsing moet dadelijk intreden. Maar vervolgens zullen zij als leden der kerk vermaand, worden en de gewone censuur op hen worden toegepast.

En nu zégge men niet: ja, maar, dat geldt een afwijking in den wandel. Want artikel 80 onzer Kerkenorde stelt voor ambtsdragers leertucht en levenstucht .op één lijn. Valsche leer of ketterij worden daar in één adem genoemd met dieverij, echtbreuk, gewoonlijke dronkenschap enz.

Om dit nu op het geval-Geelkerken over te brengen.

Door de weigering van Dr G. oih de verklaring te onderteekenen, , kwam ; onomstootelijk vas.t, ; -| staan, dat hij afweek in de leer.

Nu mocht volgens Gereformeerd kerkrecht-.öi geen oogenblik gedraald hem te schorsen.

Dit hing niet van het believen der Synode Trouw aan de Kerkenorde verplichtte er haar tosT Hier kon de uiterste welwillendheid, welke dg Synode steeds betrachtte, geen verandering, ; '!' brengen.

Iemand, wiens dwaling apert is geworden, alleen te vermanen, . maar hem voorts nog een' tijd te laten prediken, zou indruischen tegen de Schrift.

Men leze slechts, welk een houding Paulus en' Johannes in hun Inieven tegen de .dwaalleer aan­ namen.

Maar indien Dr G. zich aan de scho^rsing had onderworpen en de kerkeraad in zijn geheel aan de zuivere gereformeerde leer trouw ware gebleven, dan zon deze hem als lid der gemeente hebhen moeten vermanen. Zelfs indien het dan tot af-' zetting ware gekomen, dan, zou, met die vermaning moeten zijn - voortgevaren.. Immers, afzetting uit den dienst beteekent nog niet excommunicatie vti|; de gemeente. Dr G. was eenvoudig objekt v, ^ kerkelijke censuur geworden. • ^

Men late déze twee lijnen, tucht over een amhls-" drager en tucht over dien ambtsdrager als lid der gemeente, niet dooreenloopen. " .''ifll

Dan. vertroebelt men de kwestie. .s.iS

Wie ze beide goed uit elkander houdt, zal inzien, dat de Synode niet anders, kon of mocht handelen.

De schorsing mocht niet worden uitgesteld. Het was daarentegen nog lankmoedigheid van de Synode, dat zij zich eerst alleen tot schorsing bepaalde. .: vii-»> > ^4ft; •'

Zij had' og^^S* schorsing onmiddelhjk door; ! afzetting kunnen laten volgen. , .

Op grond 'van ons kerkrecht bezat zij •d.aart volle bevoegdheid.

Maar dat wilde zij niet.

Zij wenschte hem ruimschoots gelegen'heid..| geven tot Inkeer te komen. .

De schorsingstijd diende als bedenktijd.

Duidelijk was dat uitgesproken-.

Het schorsingsbesluit luidde ten deze:

„De Generale Synode enz-•

besluit, met 'diep leedwezen, U, ingaande heden, 12 Maart 1926, volgens art-80 K. 0. in uwe ambtelijke bediening te scliorsen, voor den tijd van drie maanden, teneinde U gelegenheid te geven U alsnog t'e beraden, tot verootmoediging te komen, en uw afdwaling te.be.s lijden, waartoe de Synode U met alleii a a n d r a n g o p w e k t, en waartoe z ij vanden 'Heere-bidt, dat Hij U geve alles wat gij in dezen w e s b e li o e f t." ."iM

Uit de door ons gespatiëerde woorden blijkt" ï^ klaarste, wat de Synode mef de schorsing voorhad.

Een termijn van drie maanden kan kwalijk"'ko^ worden genoemd. •''''flB

Dat bij de. Synode de bedoeling heeft-voorgezelOT om — gelijk men heeft beweerd — met Dr G. korte| metten te maken, wordt hierdoor gelogenstraft.

De geest der lankmoedigheid én zachtmoedigheid was allerminst van haar geweken. '"'...^B

De officiëele daden toonen dat. '"' 'S

En wie zelf de Synode heeft bijgewoond, leeft , nog .|e sterker onder dien indruk.

Geeii enkel hard woord werd ook' op 'de ver-' gadering, waarop het schOTsirigsbeslttit vieij-t^a aanzien va.n Dï G. gehoord. f'^--'^B

Uiterst bezorgd was men, dat Dr G. dit besTiiif^ het eerst uit de krant zou vernerhen. ' ' "'

In de p'ublieke zitting werd door den Prae^es ' zelfs het verzoek tot de aanwezigen gericht om ' Op weg naar huis niet over deze besluiten 'te ' sprekeii, (jpdat geen vreemde oóren het zouden : op\'angeii en het aan de groOte pers met haar ochtendbladen, zouden over„briea"en". Helaas is dit laatste toch geschied. Hoe dit kron, deéien wij mis-- schien nog wel mee. Maar in ieder geval' treft de • Synode geen schuld. " • .1

Tot het laatste , toie trachtte zij al - wat ontstemming ; bij Dr - G. kon wekken, te koepeeren. ' j

Zij bewaarde ook nu de uiterste welwillendheid-J

Gefingeerde eenparigheid.? "

.In de publieke-fitting stemden alle Synode-leden J voor de schorsing. : |

Achteraf is, vooral door een ingezonden stuK van ouderhng, ..Brandsnia, openbaar geworden, dat zulk een eenstemmigheid op de ..Synode, toen., ^^ in. coinité-generaal vergaderde, niet bestond! '"

Dat heeft aanleiding gegeven tot heel wat' gl'? schrijf.

Men is gekomen met verdachtmakingen, als zou aan de-hooggeroemde eenparigheid, waarvan in de Synodale publikaties sprake was, een steekje los z.ijn; als zou die eenparigheid min of meer zijn afgeperst en in het geheim "bekonkeld; als zou de groote eenparigheid, waarmee de Synode, steejll voor den dag kwam, slechts gefingeerd zijn, ., , : |r~'

Welnu, wij zien niet in, waarom thaiis niét, 3_^ de meeste openhaitigheid zou kunnen worden gf| sproken. • '

Wij willen alle „onthullingen" geven, dij maar te geven zijn.

Feit is. dat tot op de schorsings-vergadering d! eenparigheid in de zittingen van het comité-geupraiil die in de openbare zittingen volkomen dekte ''^

öók het-besluit om Dr Geelkerken de bekende verklaring voor te leggen werd met algemeene , steninien - genomen. Br Brandsma maaTcte hierop sgen uitzondering.

Alleen toen het op schorsing aankwam, hadden te comité-generaal twee broeders bezwaren 'hun gtem' daaraan te geven.

Men lette hierop.

T w e e.

Wan dè 52 stemgerechtigde leden. Of rekent men er de afgevaardigden van Xoord-HoUand af, die in deze zaak geen keurstem hadden, van de 48 leden.

Die twee waren br. Brandsma en Dr \"an Es.

Br. Brandsma wilde, als wij hem goed hebben •begrepen, dat eerst nog gepoogd zou worden om hel misverstand, dat blijkens het ihgekomeai .teleoram bij Dr Geelkerkeir was ingeslopen, uit den weg te riümën: 'De vorige week hebben wij over dit misverstand lang en breed geschreven. Tegenover br. Brandsma meende de Synode, dat di misverstand geenerlei invloed kon hebben op D G.'s weigering om te onderteékenen. Berichtte hijzelf niet, dat-onderteekening hem te meer onmo-„gelijk was?

Maar er gebeurde meer. Br. Brandsma bekende iè-diezelfde zitting, dat hij met zeker vooroordeel |r Synode was gekomen, • dat dit echter bij hem jèheel was weggevallen, dat hij met name voor Wïoi-Kuyper de grootste sympathie was gaan koestereji en'dat hij noch eenige actie*, welke ten deze tegen de Synode zou worden gevoerd, zou steunen, integendeel, dat hij er met alle kracht tegen in zou 'gaan. Toen hij dan bij de beslissing zijn stem fegen uitbracht, stond hij op, voegde, zonder dat de Praeses nog iets gevraagd had, dus geheel eigener beweging er aan toe, dat hij zich evenwel gaarne aan het besluit der Synode zou konformeeren. En, om dit nu maar dadelijk te vermelden, toen in de volgende week de Synode samenkwam om ' over de afzetting te beraadslagen en "hr. Brandsma. de vergadering lang vóór de stemming moest verlaten, verklaarde eeir ander afgevaardigde uit zijn naam, dat hij ervan overtuigd was, dat de bynode de konsekwentie van haar besluit van den vorigen Vrijdagavond had te trekken en dat hij, hoewel zijn werk het moeilijk toeliet opzettelijk gekomen was om zijn' stem uit te brengen. •

Hieruit ziet men, hoeveel pressie op hem was ^uitgeoefend!

Nu schijnt het gewoonte te zijn om, als meiï in besloten zitting, te kennen geeft zich gaarne aan een Synodaal besluit te konformeeren, in publieke zitting zijn stem vóór uit te brengen. Daarop hebbeu enkele broeders ouderling Brandsma gewezen. Heeft men overwegende bezwaren, ^ dgji, , mag dit natuurlijk niet.

Men kan de vraag stèlf^-'öf'-'hJFloin^*©i'genlijk maar niet beter is om 'in zoo'n geval in publieke zitting-te herhalen, wat men in comité-generaal heeft gezegd en op dezelfde wijze te stemmen — iets, , waarvoor wij wel wat gevoelen — maar naen zal moeten toegeven, dat het de moeite niet waard |s, daarover zooveel drukte te maken.

Ziedaar j|.u alles, wat er achter zit.

Het hoofdbezwaar Vaii. Dr, Vajn E's was van anderen aard. Met een beroep* opi de brochure van Prof. Rutgers over de rechtsbevoegdheid der plaatselijke kerken, , , oordeelde hij, dat de schorsing in dit geval ook door de plaatselijke kerk met behulpi van de genabuurde kerk.moest worden voltrokken. Hem werd toegelicht, in welk verband Prof. Rutgers zoo geschreven had en met de stukken werd aangetoond, hoe (J, «ze hoogleeraar zich later, had uitgesproken in den zin, waarin thans de Synode geadviseerd werd te hairdelen. Dr Van Es handhaafde., echter zijn standpunt. Hij stemde dan opk tegon. ï\Iaar op de.vraag van den Praeses of hij-, zich aan het besluit konformeerde, antwoordde ook hij bevestigend'. Oofc hij., - stemde'..aru in-publieke' zitting vóór. Mm^^^^^; ..

Bestaat er nu heusch ódrzaalï om op*.de een-, parigheid der Synode zoov'eel af te, dingen? -

PehQoren zij, die er zich toe leenden te insinuee-, Ten, dat de Synode door de vermelding van de eenparigheid, ' de-goe gemeente een rad voor de •oogen heeft gedraaid, , : ..? ; ich-niet te schamen?

De vermaning.

Tegelijk met hè'f schorsingsbesluit werd aan Dr Geelkerken' ook een vermaning toegezonden.

Deze was reeds te voren gekonöipiëerd.

Had Dr G. zich gereid verklaard tot onderteekening, dan zou hij genoodigd zijn naar Assen te komen en na het zetten van zijir handteekening zou deze Termaning hem door den Praeses zijn voorgelezen.

Waar zij eerst de vorige week werd gepubliceerd en nog niet in ons blad werd opgenomen, plaatsen ^vij haar hier.

Het doet mij üinig leed, dat ik mij geroepen zie een woord van ernstig vermaan namens, de S-ynode tot u te spreken. 'Wij mogen u toch niet verhelen, dat uw handelwijze in deze procedure meermalen niet was, zooals zij van een Christen en dienaar des Evangelies ver-wacht had mogen worden. Getuigde reeds irw houding tegenover broeder Marinus weinig van zelfverloochenende tegemoetkoming, gelijk zij eisch is van een' leider over 's Heeren kudde, inzonderheid hoog warensoms uw houding en toon tegenover de classis-Amsterdam en haar commissie. Hoeveel onaangenaamheid in de onderlinge verhouding en smaad over 's Heeren gemeente hadden voorkomen kunnen worden, wanneer , u met behoorlijke welwillendheid de door haar u gestelde vragen had willen beantwoorden. Ook heeft u, door publicaties, deels zelfs van stukken, voor welker openbaarmaking u eerst verlof van de classis had moeten vragen, niet weinig de onrust in onze kerken bevorderd, en haar in opspraak doen komen bij haar vijanden. Hoe geheel anders hadu, ook voor zoover u meende ongelijk te lijden, behooren te handelen, om in zachtmoedigheid en liefde en nederigheid u een dienaar te betoonen van Hem, Die Zich voor zijn gemeente. overgaf, zelfs in den dood en van zichzelven mocht getuigen, dat hij zachtmoedig was en nederig van hart. "Werden in verband met uw procedure, te uwer verheffing, maar töt bespotting of onteering van uw medebroeders in de bediening, onjuiste berichten in de liberale bladen gegeven, u is daar langen tijd niet tegenop gekomen om er openlijk tegen te getuigen.

Voorts meenen wij, dat u in uw beoordeeling van den bekenden preekbundel van wijlen dr Oberman en in die van Querido's „Saul en David", alsook in anderen persarbeid in „De Overtoomsche Kerkbode" niet die waakzaamheid en zorg voor de aan uw hoede'toevertrouwde zielen betracht hebt, als de Heere van Zijn dienaar eischt. 'Want terwijl het voor de behoudenis van den mensch zoozeer aankomt op de rechte voorstelling van den Christus der Schriften en van de verzoening door Zijn bloed, en op de waarschuwing tegen wat tot zonde prikkelen kan, ontbrak het in die recensies en in dien persarbeid aan genoegzame waarschuwing tegen verkeerde prediking van den Christus Gods en' van Ziju verzoening'sarbeid en tegen wat tot 011kuischheid leiden kon.

Nu brengen wij deze verkeerdheden in uw genoemd optreden en deze gebreken in uwen aangeduiden arbeid u onder het oog, opdat u u daarover zoudt verootmoedigen voor den Heere, en in het vervolg u voor die zonden zoudt wachten.

De Heere geeft aan Zijn dienaren zulk een hoog, maar daarom ook zeer verantwoordelijk ambt, dat naast liefde tot den Heere, allereerst ook wel vraagt veel liefde tot Zijne gemeente' en geloovigen, nederigheid, zelfverloochening en waakzaamheid. Mogen dezen dan al uw verder optreden en uwen verderen arbeid sieren, en daardoor uwerzijds voorkomen worden wat tot ontsiering van 's Heeren naam en tot verontrusting van Zijne gemeente zou kunnen strekken."

Dr G. moet, mogen wij de pers gelooven, over deze vermaning zeer verontwaardigd zijn geweest.

Maar was zijn toorn billij'k ontstoken? -.^^^^; ; ^^, _

Unaniem keurde de Synode zijn optr©d@fip? ÖSial tegenover de Classis Amsterdam ten , sterks'^tè 'af alsook zijn gemis aan waakzaamheid en voorzichtigheid in zijn persarbeid. '^^^^ê"-

Nu had de Synode zeker niet ; leffiSireehte-van hem kunnen eischen, dat hij daarover, berouw zou betoonen en zijn leedwezen uitspreken. Zij had van hem kunnen eischen, .dat hij-de aangewezen, „verkeerdheden" in zijn persarbeid zou. herroepen.,

Maar ook hier koos zij .den zachtsten vorm.' '•

Zij wilde het bij een vermaning laten.

Zij .wilde het hem hierin nog zoo gemakkelijk' mogelijk maken, .in de'.hoop-, idat het het gewenschte effekt zou hebben.

Doch met minder kon de Synode ook niet toe.

Klachten waren ten deze tegen Dr G. ingebracht. Di-e klachten werden gegrond bevonden, . Zij mochten niet in den doofpot gedaan. Dr G. moest er over onderhouden worden. Hoe kon dit nu, zonder, aan de waarheid te

kort te doen, welwillender geschieden dan door een vermaning? «sib^^S^.

Het is een 1 a.a.dÉmf^it'^fMr G. kan verklaren, dat een man van karakter zich zoo* iets viïi6'i«kan laten welgevallen. \ •'-^i'< > ff'-^-

Plannen van karakter kunnen ook d-v\ralen, .

En dan pleit het juist voor hun karakter, wanneer zij willig zijn een vermaning daarover aan te nemen.

Afgezien nog daarvan, dat eerbied voor het ker-keiijk gezag ons moet weerhouden'ons recalditrantte betoonen.

Ook al zag Dr G. het gewettigde van die ver-' maning niet aanstonds in, zoo had de Synode er toch recht op, dat |ifi"zie< idn biddende overweging zou nemen. '•.-, v--": "-'

Vooral in zulk een geval past de zucht der zelfbeproèving: , , En zie, of 'bij mij eèn schadelijke weg zij".

Past het getuigenis: „De rechtvaardige sla. mij', het zal' weldadigheid zijn, en hij bestraffe mij, het zal olie des hoofds zijn". .i^: : ^: t'-:

Had Dr G. de goede bedo'ehngeilfe«^^*: Synoile, met deze vermaning' niet zoozeer miskend, hij zou haar als weldadigheid hebben ondervonden.'

-^ Etliiscli? - . ,

Men maakt thans een nieuw brandend kwestieijs n.l. of Dr Geelkerken Ethisch is of-niet. , :

Een paar korrespondenten deel daarover.

Wij willen trachten den belangrijken .kant van deze opzichzelf weinig belangrijke kwestie-, te vinden. ' • ' '^^^m:

Er wordt door sommigen aldus geredeneerd: indien Dr G. niet Ethisch is en hiji is niet Gereformeerd, wat is hij dan?

Door zulk een vraag wil men anderen iii het nauw brengen. 'Dr G., zoo* is de pointe van het betoog, moet tocli ergens toe behooren. Als iemand' dan verklaart, dat hij niet Ethisch is, spreekt hij daarmee^toch eigenlijk uit, dat hij Gereformeerd is.

Op deze logika valt nog al wat af te, dingen. Ze is meer sofistisch dan logisch. '

Vlen heeft hier een proeve van loketteer-manie. Hier wordt uitgegaan van de gedachte: ieder moet in een .bestaand - loket passen.

En dair ziet men liier slechts drie loketten: Modernisme, Ethische richting en Gereformeerd.

Het Modernisme valt vanzelf weg.

Blijven derhalve slechts twee loketfon over: Ethisch en Gereformeerd.

Is. iemand nu niet Gereformeerd, dan moet hij; bij. de Etbischen ingedeeld. En omgekeerd, mag men vertrouwen, dat hij niet toit de Etbischen behoort, dan moet men hem als Gereformeerd aairvaarden.

Doch zóó eenvoudig staat het niet.

Al bestaan er in deze slechts twee richtingen: de Ethische (waarbij wij gemakshalve ooik de Evangelische inbegrijpen) en de Gereformeerde', zoo-is daarmee niet uitgemaalct, dat er ni#|^.; r)..0gj!5|iÈ|^Efi/ richtingen kunnen ontstaan. ' .? ^4!^? ^'^^%^

Misschien zou dat reeds lang zijn gebeurd, indien de Ethische richting niet een veelheid van richtingen in zich sloot en er nog altijd nieuwe bij kan ontvairgen."

Er zijn Etbischen van het type-Saussaye Sr, het type-Gunning, het type-Van Dijk, het type-Valeton, het type-Saussaye Jr, het type-Riemens, het type-Obbink, het type-Slotemaker de Bruine!, enz.

Het individualisme of wil men: personalisme der Etbischen brengt mee, dat ieder min of meer^v^OJgi-Ti aanstaa, nd theoloog een eigen type vormt. •"••."'^^^

En wij gelooven niet, dat er van Bthischen kant eenig bezwaar zori rijzen om ook een type-Geelkerken in zich • op te nemen, indien de wensdli 'daartoe te kennen werd gegeven.' , vAii.; ? -•, •-

Niem.and kan precies zeggen, wat .Ethis(|Sï|J|.-Ook de Etbischen zelf niet. . - : "'•

Bepaalde kenmerken der Ethisohe richting bestaan er eigenlijk • niet.

Wel kan men van iemand verklaren: hij behooirt niet tot het type-Guraiing enz. Maar als men hem al de typen heeft aangemeten en geen ei-van past hem, dan kan men nog niet verzekeren: hij' is niet Ethisch, zoo* hij althans niet Gerefonneerd en toch nog ©enigszins „o-rthodox" is.

Men kan echter ook niet tegen-.rgijin-r; 'wgl, ; besluitein; : hij. is wèl Ethisch. • 'W^^^& ^^& ^^S&

Menschen, die behoefte hebben aan belijriiirg i'h hun denken, kimnen zich dat moeilijk voorstellen.

Evenwel heeft men het als werkelijkheid tê aanvaarden.

Men mag dan.ook nooit konkludeeren: de Etbischen leeren dit of dat. Verder dan: „de m e e s .te. of sommige of vele of enkele Etliische'i||^^g> ken er zoo óver" kap men niet komen. " .'""'i: .

Te veel wordt, onder ons vergeten, dat wij niet meer leven in de dagen .van de vaders der Ethische richting, welke-de een meer de ander minder dogmatisch waren aangelegd.

Toen kon men spreken over de Ethische Schriftbeschouwing b.v.

Thans echter niet meer.

Thans kan men alleen negatief iets vaststellen! De Etbischen deelen de Gereformeerde Schriftbeschüuwing niet. Doch verder moet gij niet vragen, want daii.; ., 0ntvangt gij zeer uiteenloopiönd6., 5^nt-. woorden. S®sf: '. ' . SÊ^iMê'i/Z

Wat nu D'r Geelkerken betreft: , de Synode heéfif niet bepaald: hij is ethisch ol hij' is niet ethisch, maar hij wijkt op dit en dat punt af van de - Gereformeerde belijdenis. Alleen vermaande zij he'Hi, omdat hij in zijn persarbeid niet' genoeg meJ-ijHëgevaren der Ethische richting rekende. . •': ^''"'

Wij doen het veiligst ons hieraan te houden: Dr G. wijkt op dé aangegeven punten van de belijdenis af en hem dan verder maar nergens bij' in : te deelen. • •: ^, /\i-^-i^-'^: , i^, ^: ..

De tij, d zal ons misschi6!S^SiflS.ië^E& 3& #v

In vorige gevallen zag men, dat' zij^ 'die afweken, zich toch bij een bestaande richting aanslot, en. Dr H. Jansen en Ds Netelenbos hielden het ook , zoo lang mogelijk vol, dat zij goed Gereformeei'd waren. Maar de eerste ging al spoedig tot het modernisme over en de tweede voegde zich bij' de Etbischen.

Men profeteere niet, hoie het ihet Dr Geelkerken zak.afloopen.

Men wachte liever '§§|^li^|EfeSto'P'r God, hem doe terugkeereïi'. "'''" hem, dat

Dat hij echter op het staridpunt kan blijven staan, waarop hij zich nu bevindt, is niet aannemelijk.

Hij zal vooruit of achteruit moeten.

Wat hij totnogtoe als zijn jneening heeft gepubliceerd is te negatief en van te weinig inhbud, dan dat hij zijn zelfstandigheid zon kunnen, handhaven.

Het zou ons al heel sterk verwonderen, of Dr G. aan een afzonderlijke, richting het".aianziijoikan even. *•*: */«* . .«s%!-«5ïïi5J^^|sijÉi: ^

Ook in deze was dé geschiedenis der Syhödè^van Assen leerzaam.

Prof. Grosheide merkte in „Noord-Hollandsch Kerkblad" op: . -

In-de tweede plaats mog'en^^fjlr op wijzen, dat Dr Geelkerken iemand is van wetenschappelijken aanleg. Hij schreef een proefschrift, dat uitsteekt, boven het gewone peil staat en dat nog altijd verdient ernstig te worden bestudeerd. Dr Geelkerken heeft echter deu weg der wetenschap niet verder betreden. Toen hij het beroep naar een groote gemeente ontving, heeft hij gemeend dat te moeten aannemen en'daarmee was in beginsel beslist, dat hij zich verder niet in de eerste 'plaats gaf aan de wetenschap.

Wij stelleu do beoefening der wetenschap niet boven de ambtelijke praktijk. Integendeel, beide zijn noodzakelijk. Maar beide eischen den vollen mensch. En wie zich geroepen acht tot den volleii rijkdom van het leven, zal in den regel aan wetenschap weinig meer kunnen doen. Zoo is het ook met Dr Geelkerken gegaan. En afgedacht van eenige kleinere artikelen heeft hij wetenschappelijk werk als in zijn proefschrift niet moer kunnen leveren.

Voor het geding is dat een schaduwzijde geweest. Want dit bracht dadelijk op wetenschappelijk terrein. En het bleek op de Synode, dat Dr Geelkerken daarop niet voldoende thuis was. Hij heeft beweringen geuit en niet willen terugnemen, die hij niet wetenschappelijk heeft kunnen bewijzen. Zelfs kreeg men soins den • indruk, dat Dr Geelkerken zich tijdens de Synode een standpunt maakte, een s tandpunt dat onhoudbaar bleek. Zoo is het ook in het rapport der dogmatische oommissie aangewezen.

Maar ieder verstaat, hoe daardoor de zaak schade heeft geleden. Wie bepaalde gedachten uit, vooral wie ze onder het groote publiek brengt, moet welbeslagen ten ijs komen.

Gebeurt dit niet, dan vermeerdert slechts de verwarring. En Avat dat betreft, van de verdediging van Dr Geelkerken moet gezegd, dat daarin niet altijd die klaarheid was, die men toch van hem mocht vragen, leder Synodelid zal, dunkt me^ ..deze, - woorden willen onderschrijven. '^^^^^^^Ö^-

Trouwens heeft Dr G. ter Sy-fföl-e•'ongë'vn-.a.agd zelf uitgesproten, dat hij sinds jaren z.óó door de praktijk m.beslag werd genomen, dat; -: hij: , .z: ieh.: ^^^ aan de eigenlijke studie niet kon wijdéös? li'--^^lSi

Zulk een achterstand haalt men in geen jareii in. Het fonds, waarover Dr 'G. op "'t oogenblik heschikl, lijkt oiis dan ook niet groot genoeg, om daaruit een zelfstandige richting te ïoerneeren.

Evenwel moet ook met dezen faktor gerekend: achter hem staan er, die een grooter fonds hebben.

Heeft Dr G. omtrent Gen.. 2 eiljx|iö|^en exegese, zij Jiebben èr wel een. •"•'•"-eigen

Maai die wordt niet ingegeven door religieiise, doch door zgn. wetenschappelijke motieven.

Niet geloovig en dieper Schriftonderzoek leidde hen daartoe, doch de wensch om vermeende wetenschappelijke resultaten niet te moeten prijsgeven voor hel geloof aan de Schrift.

Wij zien in dit alles iets tragisch.

De toejuiching, welke Dr G. ontving, vond voor een. deel hierin haar oo-rzaak, dat men in hem den man zag, die de deur zou openstobten om theorieën, strijdig met de Gereformeerde .bglijdenis^ onze-krin-.gen binnen te d ragen^SHSffi^^^^^^

Wij kunnen daarbij 'dé geMchfe hièt' vaiï ons zetten, dat Dr G. zelf maar heel weinig daarvan merkt.

Hij wordt als stormram gebruikt

En die hem gebruiken, doen dit niet zoozeer uit sympathie voor de elhischc richting, voorzoover wij tenminste kunnen nagaan, als wel om SciirJftgoloof en ongeloovige wetenschap met elkander in overeenstemming te brengen.

Maar daarom zijn, wij ook met de afzetting van Dr G. niet klaar.

Er moet meer ..*gesehieden.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

Synode-indrnkken.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 1926

De Reformatie | 8 Pagina's