GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De oorzaken van de psycho-pathologische verschijnselen in de moderne romanliteratuur.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De oorzaken van de psycho-pathologische verschijnselen in de moderne romanliteratuur.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Naast den invloed van individtialisme en pessimisme, dien we vooirop stelden bij! ons onderzoek' naar de oorzaken, der psycho-piathologische verschijnselen, noemden we als derde element de b e g i n s e 110' o> s h e i d der moderne literatuur.

Als we in dit artikel nader daarover handelen, wijzen we allereerst er op, dat deze derde oorzaak der ziekelijkheid ten opzichte van de beide eerstgenoemde andersoortig is. Immers, individualisme en pessimisme zijn directe invloeden, die een nawijsbaar spoor trekken en beginselloosheid sluit juist in de gedachte aan een gemis, aan een nietbepaalde lijn.

Intusschen, men bedenke dat andersoortig niet beteekent minder van beteekenis en dat een negatieve kracht ook een kracht is. Een gemis, het ontbreken van iets, kan evenzeer f'actoT zijn in een ontwikkelingsproces, dan welke positieve invloed ook, 't komt er maar op aan, waar het gemis zich gelden doet, wat ontbreekt.

En nu gelooven wij', dat de beginselloosheid, het. gemis dus van een beginsel, van zeer verstrekkend gevolg is geweest bij den groiei der latere literatuur, omdat ze uitwas in bepaalde richting noodwendig meebrengen moest. Daarbij' doelen we op beginselloosheid in tweeërlei, zin, i-in. Jiterair en.Jn religieus opzicht. É^^P f" '.'•lfei•^£•*: '^"A"''; •ï^> , ^t^•l[

Bezien we de zaak eerst van den literairen kant. Het is al vaak opgemerkt, dat de „beweging van tachtig", die 't begin was van vernieuwd literair leven, niet een basis had, niet steunde op een leidend beginsel. De (het zij' aanstonds gezegd) zeer verdienstehjke jongeren, die de nieuwe actie inzetten, hadden, dank zij hun studie en de leiding van Dr Doorenbos, wel denkbeelden, maar geen belijning daarvan; ze wisten wel wat ze afkeurden in het bestaande en formuleerden daartegenover ook wel positieve eischen, maar hun eenstemmigheid bepaalde zich toch alleen tot wat moest worden afgebroken. Ten aanzien van den nieuw-bouw liepen de gevoelens van meet aan uiteen, ver uiteen zelfs, ZOO', dat na verloop van weinige jaren meer dan één richting bestond en gansch verschillende opvattingen werden gepropageerd.

We herinneren aan deze algemeen-bekende feiten, omdat ze het bewijs bevatten, dat geen bindend! en belij'ud literair-of kunstbeginsel de groeiende beweging leidde; er was niet een basis, op' welke alle denkbeelden rustten, niet een beginpunt van aller denken. Er was derhalve beginselloosheid wat betreft de ontplooiing der algemeene gedachte en beginselloosheid ook ten aanzien van do richting, die-gevolgd worden zou.

Het laat zich verklaren, - ^3St' standigheden het individualisme de overhand kreeg en gaandeweg zich van het terrein meester maakte. Niet toevallig is het, dat de vooropstelling der persoonlijkheid meer en meer zich als een algemeenheid openbaarde; zulks vloeide geheel voort uit de verhoudingen zelf. Waar dan met dat individualisme allerlei verschijnselen samenhingen van het soort, als we in den loop van deze en de vorige artikelenreeks herhaaldelijk zagen, was de verwording, de verziek'elijking bij' voortgaande ontwikkeling onvermijdelijk. -

Men lette eens op het realisme, de werkelijfcheidsbeelding, dat als richting het naturalisme over 't hoofd groeide. In dat realisme als richting leefde ongetwijfeld een kunst-opvatting, inzooverre, dat de schoone verbeelding van de realiteit schoonheid voortbrengt. Maar nu ontbrak een leidend beginsel, kon dus elke kunstenaar dat realisme naar zijta eigen, zijn individueele inzichten beoefenen en daardoor moest dat realisme wel voeren tot „realistiek", die, aan geen enkele begrenzing gebonden, tot de steeds heller wordende teekening van sensualisme en sexualiteit leidde. Als er geen algemeen beginsel is, dat den grondslag vöraït van eenig werk, en daartegenover juist het perso'onlijk inzicht tot het voornaamste element wordt gemaakt, als dus beginselloosheid en individualisme samengaan, ontbreekt iedere besnoeiing en wordt de groei vanzelf vergroeiing, uitwas.

Zie ook eens naar het expressionisme: de weergave van ontvangen indrukkeit oï impression. Het is in den psycho'logisch analyseerenden i-oman een veelvuldig en zeker ook belangrijk element, inzooverre het levendigheid, kleur en relief brengt in de verhoudingen en toestanden: het stelt den Schrijver in staat zich te ohjectiveeren en dus den lezer te naderen. Maar nu is daar weer de beginselloosheid, de door individualisme versterkte ongebondenheid. Zij laat elke expressie, iedere weergave toe, ongeacht haar strekking, haar herkomst, haar duidelijkheid. Inhoud noch vorrn doen iets ter zake als voorwaarden voor mededeeling; de auteur heeft, naar we in het vorige artikel zeiden, het volste recht te schrijven wat hij' wil en zooials 'hij wil: aan zijn impressie kan hij' een volmaakt eigene expressie geven. Daarmee is weer ruim baan gemaakt voor allerlei excessen en is de wonderbaarlijkste uitgroei niet slechts gerechtvaardigd, maar zelfs erkend in z'n recht als kunstuiting.

Nu willen we zeker niet alle expressionisme als uitwas veroordeelen; een dergelijk' fo'utief generaliseeren ligt trouwens ook niet opgesloten in wat we zeiden. Er is stellig iets, zelfs veel, goeds in het expressionisme als kunstrichting, zoo goed als er veel waardevols ligt in het realisme. Maar — en daarop klemt ons betoog — beide looplen gevaar door de beginselloosheid te worden verwaterd en dan onder den invloed van individualisme en pessimisme • alle wezenlijke kracht te verliezen. Wanneer men de romans van den tateren tijd leest, en men beziet de romanproductie in haar geheel, komt men tot de erkenning, dat dit gevaar niet denkbeeldig is. Want bij alle ontwikkeling die de literaire kunst en haaf Voorname openbaring de romankunst genomen hebben sinds de Tachtigerbeweging begon, een-ontwikkeling, die in Vele opzichten het tachtigersideaal ver is voorbij gestreefd — de beginselloosheid is gebleven; is zelfs verergerd, omdat het individualisme to'enam.

.Letten we er dan-, bp, tot welke consequenties dat leidt, gelijk we thans aantoonden, dan is er ook alle recht om de beginselloosheid, die haar negatieven invloed blijft oefenen en steeds meer oefent, een ^er oorzaken te noemen van de psycho-patholo'gische verschijnselen in de mo'deme romanliteratuur.

Dit, wat betreft de literaire zijde van de zaak.

Maar nu geldt dat nog in sterker mate van het tweede punt, dat in dezen Van belang is, de begiiiselloosheid in religiteus opzicht.

Daarover, O'm de-ruiinte, in een volgend artikel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

De oorzaken van de psycho-pathologische verschijnselen in de moderne romanliteratuur.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 1926

De Reformatie | 8 Pagina's