Het goede milieu
Aart Bomijn: Het wonder der jaren. Bosch & Keuning N.V., Baam.
Er zijn veel boeken, die als. tweede of derde deel, bij een voorafgaand deel zich aansluiten en die men toch heel goed afzonderlijk kan lezen. Wel ontmoet men er dezelfde figuren in, maar de probleemstelling is zoo geheel anders, de situaties zoo gewijzigd, dat de schrijvers hun personen als geheel nieuw konden introduceeren. Het is dan wel wenschelijk, het voorafgaande deel te lezen, doch noodzakelijk is het niet.
Anders staat het met den nieuwen roman van Romijn, die onlosmakelijk verbonden is met „De Achtergrond". De schrijver leidt zijn personen niet opnieuw in, hij stelt hen voor als bekenden van wie de lezers reeds alles weten. Dit maakt het noodzakelijk eerst het voorafgaande deel te lezen, wat op zichzelf geen bezwaar is, daar men dan met een goed christelijk boek in aanraking komt, waarin een interessant probleem'wordt behandeld, nl. dat van een intelligenten jongen, die de H.B.S. bezoekt en daardoor boven zijn milieu uitgroeit, ^en geval, dat heden ten dage meer voorkomt en dat de aandacht waard is. Voor beide partijen, het gezin zoowel als den zoon, levert de situatie moeilijkheden op. Hoevelen worden niet later door een minderwaardigheidsgevoel gedrukt, wat tot soms ernstige psychische verschijnselen kan leiden!
„De Achtergrond" was voor Geert, den held van het verhaal, niet slechts het arbeidersmilieu, waarin hij is opgegroeid, maar ook de christelijke godsdienst, waarin hij werd opgevoed.
In dezen nieuwen roman is de achtergrond dezelfde gebleven. Reeds dadelijk maken we weer kennis met de sympathieke moeder, die opziet tegen haar knappen zoon, inwendig een beetje bang is voor hem, maar hem toch weet vast te houden door haar gebed en liefde.
Evenals in het eerste deel bhjft de vader meer in het donker. Wel heeft zijn rustige aard, zijn helder oordeel en gezonde volkshumor een remmenden invloed op zijn zoon, de eigenlijke zorg draagt, naar het uiterlijk althans, de moeder. Haar primitief, ongecompliceerd karakter moet tot de kleine botsingen leiden, die zij toch zoo vreest. Haar typeering wordt zoo zuiver volgehouden in alle omstandigheden waarvoor zij geplaatst wordt, dat zij een der mooiste vrouwenfiguren is uit de christelijke romankunsl.
Het aantal personen in dezen roman is niet groot, en zij hebben weinig invloed op de ontwikkeUng van de intrige. Geert wordt bediende in een boekhandel en maakt het daar uitstekend. Misschien is zijn opgang wat snel en zijn de ideeën van den jongsten bediende wat eigenwijs, hinderlijk zijn ze niet, terwijl ze een goed beeld geven van een modernen boekhandel met al wat daar omgaat. De figuren vain den patroon en den eersten bediende komen goed uit, hoewel zij voor de psychologische ontwikkeling van geringe beteekenis zijn.
Van groot belang in dit opzicht is een der winkelmeisjes. Zij heeft respect voor den knappen nieuweling, welk gevoel aangroeit tot hartelijke vriendschap. Daardoor komt zij voor Geert naast Noortje te staan, de dochter van den rijken notaris, oud-klasgenoote en vriendin van den H.B.S.-er. Zijn gevoel voor haar had Geert onderdrukt, daar zijn overdreven gevoel voor standsverschil, voortspruitend uit zijn lage afkomst, een liefdesverhouding onbestaanbaar deed achten.
Anders is dit met zijn collega. Hier is de stand geen bezwaar. Heel goed beschreven wordt het conflict in zijn hart, als hij, onbewust daardoor beïnfluenceerd, zijn rijke kennisje diep grieft door haar een prulboek aan te raden, als iets wat juist voor haar geschikt is. Uitstekend is in dit conflict de houding van het winkelmeisje, dat geen voordeel wil trekken uit de voor haar gunstige situatie, maar hem afwijst op grond van een veel grooter en ingrijpender verschil dan stand en geld, nl. het geloofsverschil.
Hierdoor wordt Geert teruggeworpen op zich zelf en zijn milieu. Logisch ontwikkelt zich het proces. Nooit was hij in wezen los van God geweest, al had zijn trots dat niet willen erkennen. Het meisje heeft het gevoeld en heeft er voor zich de consequentie uit getrokken. Geert leert besefferi welk een ongeloofelijken rijkdom hij bezit in zijn „achtergrond", het huiseUjk milieu van zijn vrome ouders. Hij gevoelt zich met duizend banden daaraan verbonden.
Langzaam maar zeker voltrekt zich het wonder der jaren aan hem. Hij is geestelijk rijper geworden, het milieu is aanmerkelijk verbeterd, dank zij ook zijn verdiensten. ,
Wat de lezer al lang kon vermoeden, gebeurt. Het komt met Noortje en hem in orde, hij zal opgenomen worden in die andere wereld, waarnaar hij is toegegroeid. Hij beseft, wat hij te danken heeft aan zijn ouders, aan hun opofferingen niet alleen, maar aan hun geloof, dat ook standen overbrugt.
Het wonder, dat zich aan hem voltrekt is, dat hij nu, als een rijke toekomst hem tegenlacht, terugdeinst. Voqr niemand en niets wil hij dat oude milieu nu loslaten. Ook dit kan gelukkig worden opgelost, ongewrongen, doordat ook Noortje een geloovig meisje is, dat zich thuis voelt in het arbeidersgezin, omdat daar waarden geborgen zijn, die ver uitstijgen boven gelden standsverschil.
Dit tweede deel is een vooruitgang bij het eerste, al zijn odk hier nog wel zwakke plekken. Te schuchter komt nog Geerts verhouding tot God naar voren, die hier eSen belangrijker factor had moeten zijn. De vrouwenfiguren zijn meer de draagsters van het geloof, dan de mannen. Komt het daardoor, dat over het algeheel genomen de teekening der vrouwelijke personen mooier is dan die der mannen, zelfs met Geert er bij?
Er gebeurt weinig indrukwekkends in dezen roman; alles is geconcentreerd op de geestelijke ontwikkeling. En deze wordt uitnemend beschreven in een goeden dialoog. Daardoor zal men dit boek met groot genoegen lezen; het brengt spanning, maar ook ontspanning, omdat het een christelijke roman is. En dat is veel waard in dezen tijd, waarin het leven zoo vaalc absurd genoemd wordt door hen, die den goeden achtergrond missen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 april 1950
De Reformatie | 8 Pagina's