GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het „psycho-pathologisch element” in de moderne romanliteratuur.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het „psycho-pathologisch element” in de moderne romanliteratuur.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Slot.)

In. het vorige artikel over dit onderwerp, wezen •we op „de leven-filosofie", d.i. „het gepieker" over het leven met al z'n moeiten, zwarigheden, teleurstellingen, tegenslagen, als een van de meest-algemeen-verwerkte gegevens in de moderne romanliteratuur en een Van de meest ingrijpende abnormaliteiten tevens.

Er is echter ook een andere zijde aan de zaak. Het voortdurend bezig-zijn met het leven, ofschoon meestal voerend tot doffe neerslachtigheid en tot hopeloosheidd, kan bij sommige naturen ook tot een andere psychische gesteldheid leiden. Wanneer iemand .van vluchtig karakter in onbezorgde omstandigheden verkeert en hij volop geitiet van wat het leven denzulken aan genoegens schenkt, kan het denken en spreken over het leven tot een optimistische en zelfs uitbundig-vroolijke levensbeschouwing brengen, kan een eenzij dig-hlij de leven-filosofie ontstaan.

Veelvuldig zal men dit in de moderne romanliteratuur niet vinden: de geest, waaruit de nieuwere letterkunde is opgebloeid, is een andere, en de sfeer, rondom den doorsnee-romanfiguur is allerminst zonnig of overvloedig-hcht. Maar toch zijn er wel enkele boeken, die tegenhangers genoemd mogen worden van al de wreede, bleeke, wrakke en disharmonische levens. Daar is „Pallieter", zóó sterk-typeerend, dat men spreekt van „den Plallieter-geest", die in het „carpe diem" belichaming vindt (men dient echter, om de uitbundigheid van „Pallieter" juist te beoordeelen, te lezen wat Timmermans zelf erover geschreven heeft), daar is „Het Schoone jaar van Carolus", Buysse's „Vroolijke Tocht", „De Witte", en nog een enkele meer, doch het getal is zeer gering, vergeleken hij den omvang der modeme-romanproductie. En dan behoeft het wel geen afzonderlijk betoiog, dat dit soort van literatuur van heel-hoogen-komaf moet zijn, om het karakter van literatuur, dat js van kunst, niet te verliezen. Heel licht toch ontaardt zoodanige ongeremde levensvreugde in banaliteit en voor een gewoon mensch onverdrageilijke ziekelijkheid. Ik noem nu maar enkele titels als: „Malle gevallen" of „De Verliefde passagier" ten voorbeeld; in zullce boeken is het pathologische even sterk als jn de gansche serie, die we tevoren noemden, maar dan tegenovergesteld van openbaring. Want hier is geen sprake van humor (echte humor is een dooir-en-door gezond verschijnsel in .de literatuur), maar van op effect-berekende komiekerigheid en overdadigheid, die van humor even ver afstaat, als de beruchte clents-afleveringroman van literatuur.

Na alles wat we omtrent de gegeviens der mo^ derne romankunst in den breede opmerkten, kunnen we kort samenvatten, wat daaraan nog toegevoegd worden moet om het beeld van psychopathologie zooveel mogelijk volledig te doen zijn.

Vooreerst noemen we dan het uitbuiten van detectivethema's. 'Tamelijk veelvuldig is in onzen tijd het wetenschappelijk-psychologisch detectiveverhaal, waarin de meest recente wetenschappelijke ontdekkingen practisch worden aangewend en zelfs handboeken voor psychologie'-studie als Fechner en Wundt worden geciteerd; daarbij zijh. stijl en taal uitnemend literair-verzorgd. Maar al lezende bemerkt men vrij spoedig, dat heel dit aantrekkelijk apparaat niets is dan een nieuwe vorm, om allerlei moreele afdaling te teekenen en dat verboden liefde e.d. doorgaans de achtergrond zijn v^an al dat ingewikkeld gebeuren, zoodat men tof de conclusie komt, dat dit nieuwe niet anders is en ook niet minder verziekt, dan het oude.

Dan wijzen we op de eindelooze Tarzan-histories, dierverhalen vol van de zonderlingste, op voos effect berekende bijkomstigheden, die niet anders zij dan een speculatie qp. de belangstelling, welke de mooie natuur-reproducties Van Long, Löns e.d. vinden.

Tegelijk staan we daarmee voor een derde verschijnsel: de slaafsche copie Van alles wat buitenlandsch is. Bij getallen worden de buitenlandsche romans vertaald en ze vullen in breede rijen de catalogi van de vele bibliotheken, die de uitgevers stichten. In hun doorgaans volkomen onnederlandsch karakter en hun vreemde sfeer staan ze eigenlijk geheel buiten onze nèderlandsche literatuur, maar desondanks worden ze hier geïntroduceerd, verkocht en gelezen als (wellicht zelfs meer dan) onze eigene romans. Nu is altijd te onzent veel overgenomen van over de grenzen, maar 't veelvuldigst kwamen toch vertalingen en omwerkingen in perioden, die arm waren aan scheppingskracht, in tijden van decadentie der eigen letterkunde. Als dan in onze dagen de buitenlandsche romans bij massa's worden vertaald is dat zonder twijfel een verschijnsel van ziekelijkheid, maar 't wordt zelfs bedenkelijke pathologie als men de gegevens nagaat, waaruit ze zijn opgebouwd en die ze, in vele deelen soms en met de meest helle kleuren, verwerken. Wanneer daar — om een enkel voorbeeld ten bewijze te noemen — in den eenen roman een jongeman hoofdpersoon is, die een onbedwingelijke neiging heeft tot bloedvergieten, in'den anderen iemand altijd stelen wil ten einde met het gestolene den nood der armen te lenigen, in een derden iemand al z'n best d'oet om in de gevangenis te komen ten einde rustig den tijd te hebben voor het schrijven van een roman — dan zijn idat gegevens, waarvan de normale mensch' niets bij zichzelf terugvindt, en ook zonder dat men verder iets van de bewerking ziet kan men de diagnose van zulke boeken stellen. De vertaling van dergelijke psycho-pathologische producten be^ toekent waarlijk geen Verrijking, noch voor onze literatuur noch voor het lezend publiek.

Ten slotte verdient in dit verband nog onze aandacht het verschijnsel, dat we met een enkel woord reeds noemden: de steeds toenemende omvang van den modernen roman, 't Is heel gewoon, dat een roman twee, drie, soms nog meer vervolgdeelen heeft. Soms draagt ieder deel een opzichzelfstaanden titel, vormt het ook een zelfstandig boek, dat men J, ezen kan zonder de overige stukken te kennen (men denke b.v'. aan „De Gedachten der tijden", van Moerkerkens serie-roman), dikwijls ook is er wel duidelijke onderscheiding der deelen, maar vormen ze toch ©en niet te scheiden geheel (b.v. Jaarsraa's „Thiss", „Het Geslacht der Santeljans's" e. d.)

Nu is de roman in deelen alszoodanig natuurlijk! niet een ziekelijkheid in de literatuur. Er is inderdaad stof, die voor behoorlijke werking meer vraagt dan één boekdeel aan ruimte biedt, die bovendien ook in duidelijk te onderscheiden deelen zioh splitst. Zelfs zijn tal van romans in 'deelen te noemen, die tot de monumenten van beteekenis onzer letterkunde behooren. Maar wel is ziekelijk, dat de vermeerderde en steeds zich vermeerderende deelenomvang tot niets anders dient, dan om voort te breien aan de eindelooze peuter-analyse van de menschenziel, dat over de kleinste onbeduidendheid van het leven-van-allen-dag bladzijden vol geschreven worden. De bespiegelingen van een heer over het strikken van zijn das, van een dame over de toebereiding van haar maccaroni-schotel, e.d. zijn geen elementen, die een v'ergrooting van den omvang, als daardoor noodig wordt, rechtvaardigen: ze zijn totaal zonder relief-brengende kracht en dus ook zonder eenige waarde. En het is weer verschijnsel van psycho-pathologischen aard als we juist daarin dikwijls de hoofdzaak vinden van den vervolgdeelen-roman.

Overzien we nu nog eens de verschillende verhoudingen, die we breeder of korter hebben beschouwd, dan blijkt hoezeer het ziekteproces, het psycho-pathologische, voortgeschreden is in de moderne romanliteratuur.

We wezen op de neiging sexueele en moreele uitwassen te beschrijven en goed te praten, op de vergroeiende huwelijksmoraal, met al de consequenties, die daaraan vastzitten, op het wonderbaarlijk-fantastische soort religiositeit, dat eigen individueel inzicht wil doen triomfeeren over vaststaande waarden, op allerlei zwartgallige filosofieën over het leven en de. levensproblemen, met zelfmoord als de afdoende oplossing van alle raadsselen, op levens-uitbundigheid, op het uitbuiten van detective-en Tarzan-thema's, op vertaal-en uitbreidingswoede, op de verwording van de psychoanalyse — 't is een onrustbarend lange rij van abnormaliteiten, die m.i. alle recht geeft om te spreken van een voortwoekerend proces van psycho-palhologischen aard.

Vanzelf dringt zich daarmee de vraag op naar de oorzaken van zulk een algemeen verzieken. Aan de poging tot het beantwoorden van die vraag jvillen we gaarne een volgende artikelenserie wijden. In de eerstkomende nummers echter moeteii we de boeken bespreken, die intusscben zijn ingekomen. We hopen het „verv^olg" dus nader aan te kondigen.

'C. T.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

Het „psycho-pathologisch element” in de moderne romanliteratuur.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1926

De Reformatie | 8 Pagina's