GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Richting-drijvers en gehoorzame knechten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Richting-drijvers en gehoorzame knechten.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

(Vervolg van het 2e blad.)

Het conflict dreigde, en zie... het is geijomen- Reeds ging bet geroep van allen kant „p: Naar uwe legertente terug o Israël, want niets, niets heeft deze schorsing met de waarlieid Gods te maken. Die schorsing is alleen maar, ftijl deze mannen ambtelijke dieven zijn. Ze willen de kerkelijke kas medenemen! Het is een schorsing voor roof!

En dat riep men zóó luide en zóó hard, dat jietterdaad één oogenblik de stemme des volks overschreeuwd wierd!

Maar zie, ook onder dat rumioer liet liet valk (ies Heeren zich door al dat sluw beramen toch «en oogenblik van de wijs brengen.

'Neen, roept het uit alle oorden des lands, maar je tast die broederen om. anders niet jan, dan om hun pal staan voor den \!aam des Heeren !

> fn dan, in dien Naam des Heeren zal al hun liulpe staan!"

Zie, hier is sprake van het tarwegraan, dat sterft, achter Jezus aan. Zij hebbeu Mij vervolgd, 2e zullen ook u vervolgen.

Eii God, in Wien hun hulpe was, gaf vrucht. Want het is niet bij een Synode-man, dat het lot der kerk berust en het is niet ©en man^ die wandelt, dat hij zijn gang richt. God is Souverein. En Cliristus houdt Zijn oecumenische Kerk, die de Apostolische Geloofsbelijdenis b e 1 ij d t tegen alle richtingen van kerk en godsdienst in, in stand.

8. De richtingen in de Hervormde Kerk in 1934.

In 1934 publiceerde Prof. Haitjema een reeks vooi-drachten onder den titel: „De Richtingen in de Hervormde Kerk".

Daarin bespreelct hij de meest uiteenloopende godsdienstige en kerkelijke richtingen (partijen, secten), die naast elkander theologiseeren en practiseeren en „drijven" in de ééne Volkskerk, die aldus probeert om „als Volkskerk de gezinnen, geslachten, ja een geheel volk, te brengen onder hel beslag van het Goddelijk Woord". Op de Jaarvergadering van Kerkherstel Oct. 1935 gaf Prof. Haitjema deze omschrijving van Volkskerk.

Achtereenvolgens passeeren dan de Groninger Ciodgeleerdheid en het Oud-Modernisme, de oudethische en de jong-ethische theologie, het Rechtsmodernisme en de Gereformeerde theologie de revue.

Van de laatste „richting" bespreekt hij dan Kohlbrugge, die weer actueel wordt als „voorlooper" van Barth — de z.g. confessioneele richling van Hoedemaker en de kerkelijke beweging van den (iereformeerden Bond

In zijn Slotbeschouwing erkent hij, „dat er geen reden is om in de kerkelijke en theologische verwarring temidden waarvan wij leven, het argelooze standpunt in te nemen van de differentiatie inde opvatting van eenzelfde heilswaarheid, van welke differentiatie de verschillende richtingen in de Ned. Herv. Kerk de treffende openbaring zouden zijn".

Dat zou ook al heel naïef — of liever: schuldig en onwaarachtig zijn.

In zijn tweede conclusie poogt hij dan de klove lusschen rechtzinnig en vrijzinnig te loochenen door er op te wijzen, „dat wij in het Hervormd kerkelijk leven in een godsdienstige wereld vol dooreengelo o pen kleuren verkeeren".

En dan poogt hij een andere scheidslijn te trektei dan die welke door de oecumenische Geloofsbelijdenis aller eeuwen in de drie Formulieren zoo scherp is gesteld door de Gereformeerde Kerken met het licht der Reformatie dat (jod haar gaf. Prof. Haitjema is op enkele punten aanhanger van Earths schema „wet-genade", en "u vindt hij deze principiëele klove: „De onoverbrugbare kloof tusschen een Christendom van ••et streven en een Christendom van het sterven", 'ïsschen een historische religie der edelste menschelijkheid (hier verzamelt hij willekeurig de '^ifklarung, en alle humanistische synthese bijv. *k in de Réveiltheologie plus de positief Gereformeerde belijdenis, zooals bijv. Kuyper dat verstond op één hoop!) en tusschen een heilsfeitenwiristendom waarin het „God-omneer" centraal is. (nier is het „stervens-Christeudom" zooals ik dat ffl een vorige schets teekende bedoeld, maar dan jonsequent in de Barthiaansche constructie. Het ^eilsfeit van Christus' sterven en niets-willen- ^'jn-voor-God is meteen óns sterven aan onszelven ^"rf.^'^ alles, ook aan onze kerk.

Dat heet bij de Barthianen: niets willen weten '^ Chrislus'en dien gekruist!

^uyper was dan een man van het streven. jioedemaker o.a. een profeet van het sterven. j * < ^erde conclusie is dat men zelfs tusschen de *'^che groepen (partijen, richtingen) het diepj [""'«Ide wantrouwen niet wegkrijgt met wat soeden wil.

Dat zijn de gevolgen van de ontwikkeling der partijen, richtingen in de kerk, zouden wij zeggen. Zulk een Kerk verliest juist haar greep op bet volk, op de massa.

Prof. Haitjema ziet hier ook maar één weg: men moet elkander vinden aan den voet van Christus' Kruis.

Toen Hoedemaker, benauwd door de partijzucht in de kerk, brak met de Confessioneele Vereeniging, kwam hij tot de bekentenis: „Doleerenden en Hervormden, Liberalen en Orthodoxen, Gereformeerden en Ethischen, Anü-revolulionairen en mannen van de Chr. Historische Richting, allen zijn wij aïgeweken, tezamen zijn wij ormut geworden."

Dat bedoelt Haitjema met aan den voet van het Kruis komen.

Doch Paulus en Barnabas praatten anders, toen zij de groote twisüng ontketenden om de waarheid Gods, om de belijdenis der oecumenische kerk omtrent Christus' kruis en omtrent de gansche Openbaring in de Heilige Schrift.

Prof. Haitjema heeft het zijn hoorders „niet verheeld, dat hij groote voorliefde heeft voor de theologische gedachtenwereld van een Dr Hoedemaker". Als hij het niet zoo ronduit had gezegd, konden we het toch wel vermoeden.

Prof. Haitjema neemt het Hoedemaker niet kwalijk, dat deze zich een tiental jaren onmiddellijk vóór de Doleantie zóó zeer tot Dr Kuyper voelde aangetrokken. „Wat hem in Kuyper boeide was juist het „oecumenisch"-cultm-eele. Hjj kende hetzelfde hartstochtelijke verlangen als Kuyper naar de openbaring van de herkersteningsmacht van het Christendom voor het moderne leven. Eerst toen Hoedemaker bemerken ging, dat Kuyper de verwerkelijking van zijn idealen nastreefde buiten ieder Kerkstaat-ideaal om, stelde Hoedemaker zich tegenover hem. Herkerstening van geheel 'tWest- Europeesche leven te zoeken in individualistischen stijl, buiten Calvijns ideaal der theocratie om, werd voor Hoedemaker hoe langer hoe stelliger het kiezen van eigenwillige wegen." (Hoedemaker, a.w. blz. 177).

Heelde Kerk en heel het Volk, dat was zijn leuze.

Alleen in een Staat met den Bijbel, met een belijdende Kerk is de ware vrijheid'.

Maar geen partij in den Staat met dat parool (zooals de partij van Lingbeek in onze dagen) neen, Hoedemaker kan niet anders dan buigen onder het „oordeel Gods" en wachten!

Hij breekt met de Con^fessioneele Vereeniging en weigert een partij op te richten op den grondslag van „Art. 36".

God zal het doen. In „opmerkelijke wegen".

In wegen van „ontwikkeling" èn... „de daad". Maar de gelioorzaamheid van Kuyper en de zijnen heeft het geestelijk aspect van de gemeente Gods in Nederland veranderd, dat „sterven" onder den smaad der wereld en den ijverzucht der broederen heeft vrucht gedragen.

En wat de ontwikkeling der belijdenis betreft, die Da Costa zoo vurig begeerde en die Hoedemaker afwachtte... waar heeft men artikel 36 getoetst aan het Woord?

Men leze toch het Rapport op de Synode van Utrecht, 1905. Dat is nog nimmer met de Schrift weerlegd. En sindsdien is het beroep op Calvijns „theocratische Slaat" tegenover de klare uitingen der Heilige Schrift en tegenover de leiding des Geestes in de oecumenische Kerk in heel de wereld, ongeoorloofd.

Met een beroep op Calvijns practijk — tegen zijn hoofdbeginselen in — wordt de Schrift wederstaan en wordt de „Kerk-staat", de kerk als heerschende partij in den Staat, verdedigd.

Zij die talvijns gelóóf in de Schrift navolgen, staan daarom al weder in den hoek waar de slagen vallen. Waar het tarwegraan sterft... en vruchten draagt. Omdat God regeert.

Wat heeft de „Vaderlandsche Kerk" gedaan met de nog altijd officieel erkende Belijdenis der Vaderen ?

Overgegeven aan de willekeur der partijen in de Kerk.

Zal zij nog eens „Heel de Kerk en heel het volk" deze belijdenis onderwijzen?

Bijv. op de school van den staat.

Dan is er wel een harde greep op „de massa" noodig. Een „action directe", een „goede daad" op 't juiste moment!

Dat kan succes hebben.

Het water van de partijstroomingen wordt alvast troebel gemaakt door de dialectische „bewogenheid" van „Barthianen", die de tegenstelling zelfs niet meer zien tusschen de belijdenis der oecumenische kerk naar de „directe waarheid" der „Apostohsche" Geloofsbelijdenis (en van de Schrift) en tusschen haar bestrijders. Van de modernen, ethischen, confessioneelen, gereformeerden, enz. enz. voegt zich een bonte mengeling achter het „stervens-Christendom".

Ook Hoedemaker wordt daarmee van de boven geschetste zijde weer „naar alle zijden actueel".

Voor 't kerkelijk vraagstuk, maar ook voor vragen van nationalisme, democratie, liberalistisch staatsi^echt, trekt hij, de „onbegrepen denker", thans 'de aandacht.

Haitjema ziet in Hoedemaker positief den man van het breede nationaal-Gereformeerde denken. Dr Boissevain beroept zich echter ook op 'Hoedemakers Kerk- en Staat-ideaal — doch deze schrapt het „Gereformeerde", want dat heeft steeds de eenheid gebroken, zegt hij. Hij heeft gelijk. De 'historie der kerk bevestigt dit.

Over Dr Boissevain een volgende maal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 februari 1936

De Reformatie | 24 Pagina's

Richting-drijvers en gehoorzame knechten.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 februari 1936

De Reformatie | 24 Pagina's