GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Pinksterfeest en de ,iafgescheiclen" kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pinksterfeest en de ,iafgescheiclen" kerk

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

waren zij allen eendrachtig bijeen. • Hand. 2 : Ib.

„Allen eendrachtig bijeen!"

Ja, zeggen de menschen vandaag, tóén was het toch wel écht Pinksterfeest. Want toen was er éénheid!

Kom daar vandaag eens om! De één gaat hierheen, de ander een paar straten verder. Ze vieren Pinksterfeest als „afgescheiden" kerken. Ze noemen beiden den Geest, en ze zingen allebei: Looft den Geest! En ze bidden allebei: Veni, Creator Spiritus! Maar ze doen het niet „eendrachtig bijeen"!

Misschien gebruiken ze wel één gebouw. Zoo tegen half elf staat de eene gemeente op de andere te wachten. Want ze willen Pinksterfeest vieren, doch ze willen dat niet anders doen dan in hun star isolement. De „afgescheidenen"!

Op dien eersten Pinksterdag waren het toch ook menscheji, verschillend van aanleg en karakter, vam ligging en opvatting. Maar ze waren toen toch nog zoo brééd, dat ze allen „eendrachtig bijeen"' konden zijn. En bij ons leidt elke nuance tot een tegenstelling, en elke tegenstelling eindigt in een breuk!

Wordt het niet de hoogste tijd, dat v/e weer den stijl van de eerste Pinkstergemeente gaan vertoonen? Ik geloof het ook. Het is meer dan tijd. Elk Pinksterfeest maakt de verantwoordelijkheid immers grooter? Maar dan zullen we ook moeten doen, zooals die eerste kerk deed: „eendrachtig bijeen".

Dat beteekent: we moeten nu eens ophouden dierbare opmerkingen ten beste te geven over eendracht, en als Pinkstergebod af te kondigen een Christendom boven geloofsverdeeldheid. En we moeten ook eens ophouden broederbanden te geven, die over de kerkmuren heen elkaar raken.

We moeten maar eens simpel ernst maken met het evangelie, zooals het hier staat.

Heel letterlijk vertaald staat er niets van eendracht en harmonie. Er staat: ze waren samen op dezelfdeplaat s.

Men moet niet zeggen, dat Lucas zich wèl heel ongelukkig uitdrukt, door twee termen te gebruiken, die beide hetzelfde zeggen. Het schijnt hoogstens bij het eerste lezen zoo. Als je „samen" bent, ben je „op dezelfde plaats" en omgekeerd.

Maar als morgen een trein naar Amsterdam gaat, dan zijn de reizigers wel allemaal „op dezelfde plaats". Maar ze gaan toch niet „samen". De één gaat er heen voor zaken, de tweede voor familiebezoek, een derde naar het Rijksmuseum. Ieder heeft een verschillend doel. Ze reizen allen op eigen gelegenheid en met eigen bestemming, doch ze reizen niet als groep, niet „samen". Zoo staat het hier: ze waren allen samen, d.w.z. als groep, bijeen op dezelfde plaats.

. Zij allen, d.w.z. die honderdtwintig discipelen van Hand. 1, zij zijn bijeen ergens in een huis, misschien

ook wel in een ruimte van den tempel. Dat doet er ook verder niet toe. Doch ze treden op dit Pinksterfeest in ieder geval op als afzonderlijke groep.

Als ze in den tempel waren, mengden ze zich in ieder geval niet tusschen de andere feesthoudende Joden doch ze vormen een afgescheiden eenheid in Israël.

DIat is nog nooit eerder vertoond. Tot nu toe ging Jezus met zijn discipelen op naar alle groote feesten. En ze mengden zich tusschen de feestgangers op den weg. En in den tempel bewegen ze zich tusschen al de anderen.

Maar vandaag, nu heel Israël weer in den tempel is, en als het'een e volk des Heeren zijn Pinksterfeest viert, staan daar honderdtwintig menschen als zelfstandige groep, onder leiding van een eigen kerkeraad.

keraad. Hier stelt zich een tweede kerkinstituut naast en tegenover het eerste, het oude. Hier scheidt zich openlijk een groep af, en zegt: wij vieren apart feest. Want wij zeggen: hier bij Petrus, hier is het adres van het volk Gods!

Nu maar ronduit de vraag: was dat geen scheurmakerij? Ze mochten dan bezwaar hebben tegen het Sanhedrin, dat ten onrechte Jezus had schuldig verklaard aan Godslastering, en dat deswege Hem had verwezen naar het kruis. Maar mochten ze wegloopen? Zich als aparte groep presenteeren? De pretentie voeren: wij hier zijn de wettige kerkvergadering?

Het woord „secte" is dan ook telkens op hen toegepast, door de menschen van de „oude" kerk. Wat ze deden was revolutie, hun prediking moesten ze staken.

Hun d'aad was geen reformatie, doch onwettige breuk met de kerk. Mochten ze die anderen loslaten, en zeggen: wij doen aan uw diensten niet meer mee? Zaten daar in de „oude" kerk bij het Sanhedrin soms geen geloovigen meer?

De vraag is brandend voor ieder die eenheid zoekt. En voor ieder, die zich opmaakt tot het Pinksterfeest. Want heel Jeruzalem stond op dien morgen opeens voor de vraag: wat is de ware kerk, en waar is haar adres? Bij Kajafas of bij Petrus?

Waarisdewarekerk? Niemand, die het Pinksterevangelie ernstig neemt en waarachtig feest gaat vieren, komt aan die vraag voorbij!

Waar is de ware kerk? O neen, dat is niet: waar zijn geloovige menschen? Die waren er bij Petrus, die zaten er ook nog wel in den grooten kring van Kajafas. Het is ook niet: waar is het volmaakt in orde? Want in de kerk bij Kajafas is veel zonde, doch hypocrieten kunnen er ook zijn in het gezelschap van Petrus.

Maar het is wel: naar welke vergadering roept God Israël vandaag?

Beide vergaderingen voeren de pretentie, dat ze bijeen zijn in den naam des Heeren, met zijn belofte en zijn genade. Maar wie heeft gelijk? Allebeide of geen van beide?

Wij zeggen achteraf: ze moesten bij Petrus zijn. Daar was het zuivere Woord. Maar dacht u, dat ze bij Kajafas ketterijen verkondigden?

Petrus preekt dien dag over Joel en ©en paar Psalmen. Meent u, dat die waarheden niet in den tempel werden verkondigd en beleden? Dat men dapr geen goede, orthodoxe preek kon hooren?

Handelingen 2 zegt: zij werden allen vervuld met den Geest, d.w.z. die kerk van Petrus. En niét die kerk van Kajafas. Daar hebben ze den ouden naam, de oude papieren, de oude gebouwen, alle kerkelijke goederen, de oude orthodoxe leer; daar blijft ook de groote massa. Honderdtwintig menschen zijn „overgegaan" naar de secte der Nazareners. Maar de rest „bleef trouw".

Maar Gód gaat aan Kajafas voorbij, en stort den Geest uit in dien kring rondom Petrus! Kajafas mag al zijn papieren op tafel leggen, en een stamboom overleggen van legitieme priesterhjke successie. Maar God zegt tot Petrus: klim op den preekstoel, want hier bij deze honderdtwintig is de ware kerk. Hier zal Ik wonen, want Ik heb het begeerd. Dit is mijn rust tot in eeuwigheid!

Ik zeg dus: Pinksterfeest is kerkfeest! Maar dan geen gedweep meer met de eenheid in het onzichtbare, of de eenheid boven geloofsverdeeldheid en kerkmuren uit. Doch ontzag voor God, die zich stelt aan den kant der „afgescheiden secte". Omdat men daar Jezus Christus belijdt! Omdat men daar niet orthodoxe leerstellingen vasthoudt, doch daar concreet de Schriften gelooft, die bewijzen dat Jezus is de Christus. Omdat men daar het kerkrecht vasthoudt naar de Schriften, en daarom behjdt, dat Jezus Christus door de handen der ónrechtvaardigen aan het kruis is gehecht en gedood.

Wat hadden die discipelen veel met het Sanhedrin gemeen. Dezelfde papieren, denzelfden bijbel, dezelfde feesten, dezelfde offers. Doch zij aanvaardden vanwege de Schriften Jezus als den Christus, terwijl het Sanhedrin Hem tégen de Schriften had gedood.

Oude gebouwen, groote massa, — ach, het is allemaal onbelangrijk.

Het is niet erg bij een afgescheiden kerk te hooren, en door ieder seetariër gescholden te worden. Het is niet erg te zitten bij het kleine groepje. Het eenige, waar het op aan komt, is door de Schriften gerechvaardigd te worden.

Kerkscheuring is een verschrikkeUjk ding. En een groote zonde. Maar menschen maken dat niet uit, wie kerkscheurder is. Alleen de Schrift wijst het uit.

En geen sterveling zal dus Zondag tegen God kunnen zeggen: de synode zei God zal antwoorden: Hebt gij niet gelezen?

Niemand zal kunnen zeggen: we zijn bezwaard, maar we willen eenheid God zal antwoorden: praat niet langer over eenheid, maar voeg u bij de ware kerk en onderhoud haar gemeenschap. Gij weet uit het Woord, waar men aan Christus getrouw was.

Moet men voorzichtig zijn met te spreken van ware en valsche kerk? En daarom de concrete probleemstelling van aanstaanden Zondagmorgen in den mist zetten? Dan laat men alle schapen zwerven.

Gezegend de kleine groepjes, waar ze naar het Woord zich weer voegden bij de ware kerk. Waar ze Zondagmorgen „samen bijeen" zijn, misschien met twee of drie, doch in den naam van Christus. Daar zal het Pinksterfeest zijn. En al de andere gezelschappen zullen den

Geest bedroeven!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 juni 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Pinksterfeest en de ,iafgescheiclen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 juni 1949

De Reformatie | 8 Pagina's