DEUTERONOMIUM 32 : 1—5.

Staten-vertaling.

Neig; hemel, nu ik spreken zal, de ooren, gij aarde, hoor de woorden van mijn mond. Mijn leer druip' als een regen in de voren, mijn spreken zij een dauw op dorren grond, als frissche regens, die de weiden drenken, als droppels, dat de droge akkers juichen.

Den grooten naam des HEEREN zal 'k gedenken. Ik roe.p u, om voor onzen God te buigen!

Hij is een rots, gericht zijn al Zijn wegen; volmaakt is 't werk van Zijn rechtvaardigheid en nooit is tot het onrecht Hij genegen.

Die eeuwig in de waarheid Zich verblijdt. Ja, Isrel heeft het tegen Hem verdorven en om hun schande zal men hen verachten. Hij had Zijn volk tot kind'ren Zich verworven. Wie mocht dan ooit van hen dit kwaad verwachten?

Melodie: Beza „Les saincts cantiques".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen