Voor Kinderen.
UIT KWAAD TOT GOED. XXII, BBZOEK, „'t Is heusch wel aardig om te zien, " zei mijnheer MoUet tot de juffrouw, terwijl wat drinken werd rondgedeeld, „Maar u moet heel - wat te doen hebben om dat kleine goed zoo'n ganschen dag bezig te houden. Mag ik ook ...
Voor Kinderen.
UIT KWAAD TOT GOED. XXIV. EEN INLEIDING. Een jaar na het gesprek dat wij pas vermeld hebben, was er veel veranderd en men kon zeggen, verbeterd. De bewaarschool was verplaatst naar een naburige gracht, ...
Voor Kinderen.
AAN VRAGERS. Waarom leest menberhaaldelijk, dat Abraham en andere aartsvaders naar Egypte gingen om koren te koopen, als er in hun land honger was? Had Egypte dan zooveel meer koren dan Kan? .§.n, dat toch ook een vruchtbaar land was, waar graan groeide? W, ...
Voor Kinderen.
AAN VRAGERS. Onze lezer E. V. te L. vraagt: Waar is de oorsprong van het gezegde: „De deugd in het midden" te vinden; en is dit volgens uw inzien een ongepaste uitdrukking in Geref, kringen? Dat deze uitdrukking aan vele Christenen aanstoot geeft onts ...
Voor Kinderen.
GELOOF EN MOED. I. GEWAARSCHUWD. ’t Is nu drie en een halve eeuw geleden, dat te Haughton, een kleine plaats in Engeland, een vroom prediker en leeraar der waarheid woonde. Hij heette Barnard Gilpin. ...
Voor Kinderen.
GELOOF EN MOED. II. EEN BESLUIT, Bernard Gilpin was, gelijk zoovelen zijner and-en ambtgenooten, opgevoed in de leer er Roomsche kerk, cjie hij trouw aanhing.Toen de Hervorming ook in Engeland doorrak, en bet werk van L ...
Voor Kinderen.
GELOOF EN MOED. V. NIEUWE DINGEN. De bisschop hoorde kalm en zwijgend de boodschap aan, en zei ten slotte tot den brenger alleen: „Ge kunt gaan".Toen de man weerkwam, en vertelde hoe 't g ...
Voor Kinderen
AAN VRAGERS. W. R, te B, vraagt: Men leesi in het Oude Testament gedurig van strijd tusschen de stammen Juda en Efrsïm, hoewel bet toch één volk was. Is er ook een reden voor die onderlinge vijandigheid op te geven? Uit verschillende geschiedenissen o. a, di ...
Voor Kinderen.
AAN VRAGERS, Oate lezeres J, H, W, te B, schrijft: In „Onze Taalschat", 3e stukje, 3e studiejaar, ordt op blz. 40 gevraagd, de beteekenis van preekwoorden, waar o, a, er twee bij zijn, aarvan ik geen verklaring weet, nl, van: Terwijl de visch kookt, smelt de boter", en: Wat zich ond ...
Voor Kindernen.
HET GOEDE DEEL. XXVI. HOE BET GING. „En hoe gaat het au Freuger? "„Dat koa wel beter, edele heer. Maar kom biaaeal Ik zal mija vrouw roepea".Otto trad de woaiag ia, ea aam plaats ia het I ...