„Een vriend van God”.
' En de Schrift is vervuld gewordeii, die daar zegt: n Abraham geloofde God, en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend, en hij is een vriend van God genaamd geweest. Jacobus II : 23.In 't hart van Azië, waar God den mensch schiep, en straks in Noach en de Aartsvaders de vollere openbarin ...
„Alwaar zij hem kruisigden”.
Alwaar zij hem kruisigden, en met hem twee anderen, aan elke zijde éénen. en Jezus in het midden. Joh. 19 ; 18. Hoe aangrijpend ook het lijden van den Christus, dat aan de kruisiging op Golgotha voorafging, moge geweest zijn, toch blijft die kruisiging zelve in het ...
„Vele leden doch één lichaam”.
Maar nu zijn er wel vele leden, doch maar één lichaam. 1 Corinthe 12 : 20. Telkens komt de Heilige Geest er in de Heilige Schrift op terug, dat we onder Christus, als ons Hoofd, wel vele leden, maar toch steeds één lichaam zijn.Toch geraakt dit o, zoo veelom ...
„Mijn Wet in hun binnenste”.
Maar dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis van Israel maken zal, spreekt de HEERE: k zal mijne wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot eenen God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. Jeremia XXXI : 33.Toen de mensch, gelijk God he ...
„De oprechten zoeken zijn ziel”.
Bloedgierige lieden haten den vrome, maar de oprechten zoeken zijne ziel. Spreuke.i 29 : 10. Haat stoot af, liefde zoekt en lokt.Hierop doelend, zegt Salomo in zijn Spreukenbundel, dat de ruwaard, die op roof, desnoods door moord, uit is, den vrome haat toed ...
„De armen uitberkoren".
Hoort, mijne geliefde broeders, heeft God niet uitverkoren de armen dezer wereld, om rijk te zijn in het geloof, en erfgenamen des koninkrijks, hetwelk Hij belooft dengenen die Hem liefhebben ? Jacobus 2:5. Aan wat arm is in deze wereld ontdekt ons Gods Woord een z ...
„Mij dorst”.
[GOEDE VRIJDAG 1916]. Hierna Jezus, wetende dat nu alles volbracht was, opdat de Schrift zoude vervuld worden, zei de: ij dorst. Johannes 19 : 28.Het vat vol edik was niet opzettelijk voor Jezus, en voor hem alleen, naar Golgotha meegenomen. ITet hangen aan ...
„Een moeder in Israel”.
De dorpen hielden op in Israel, zij hielden op; totdat ik, Deborah, opstond, dat ik opstond, eene moeder in Israel. Richteren 5 : 7. Hooger dan Deborah staat geen vrouw in de historie aangeschreven, want zij is 't, • die, met Barak, haar volk van den ondergang heef ...
„De gebeden aller heiligen”.
En er kwam een andere Engel, en stond aan het altaar, hebbende een gouden wierookvat; en hem werd veel reukwerks gegeven, opdat hij het met de gebeden aller heiligen zoude leggen op het gouden altaar, dat voor den troon is. Openb. 8 : 3. De gebeden, die van deze aa ...