![Johannes Maccovius - pagina 333](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/333-thumbnail.jpg)
Johannes Maccovius - pagina 333
321Enwas het waar, wat Adam gelooven moest% „Ictum argumenti non effugit faoile."'toch,illiusIn Numeri 20 blijkt het dat3".God wateruitdenrots-steen wilde doen vloeien, als Mozes op den rotssteen sloeg.Mozes echte ...
![Johannes Maccovius - pagina 334](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/334-thumbnail.jpg)
Johannes Maccovius - pagina 334
322bleek het weer van achteren, dat het alzo o niet in Godswas besloten. ^) Hoewel de Medulla opE,aadditArgumentniet ingaat, schijntAraesius toch geantwoord te hebben, dat Israël slechts con-aan zijn intocht in Kanaan mocht gelooven. vroeg, ...
![Johannes Maccovius - pagina 335](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/335-thumbnail.jpg)
Johannes Maccovius - pagina 335
323het bevel aan Pharaö was niet de feitelijke wil Gods, maar had alleen ten doel Pharaö in de conscientie te overtuigenHet bevel aan Abraham gegeven om zijn zoon te offeren, was niet een openbaring van den feitelijken wil Gods, maar slechts een beproeving, of Abraham bereidvaardig ...
![Johannes Maccovius - pagina 336](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/336-thumbnail.jpg)
Johannes Maccovius - pagina 336
324etiam crederet mortem." ') Doch zeer terecht maakt Maccovius er Amesius opmerkzaam op, dat hij zich hier schuldig maakt aan begripsverwarring, want dat hier sprake is van een ingaan in den tijdehjken dood, en een wederopstaan uit den tijdelijken dood, en niet van den geestelijken of eeu ...
![Johannes Maccovius - pagina 337](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/337-thumbnail.jpg)
Johannes Maccovius - pagina 337
325vraagt Maccovius, bijaldien de Thesis waar6.is: „Quod verum est," hoe deze Thesis verband beschouwd moet worden met eene anderequisque tenetur credere, illuddanin„At quilibet tenetur credere Christum pro se esse mortuum." Allen zijn gehouden in ...
![Johannes Maccovius - pagina 338](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/338-thumbnail.jpg)
Johannes Maccovius - pagina 338
326voorisallen,nen, niet aan.maareffect alleen heeftvoor de uitverkore-^)Amesius concludeert van het kunnen zijn, tot het Maar: a posse ad esse non valet conclusio.werkelijkzijn.7".zijnMaccovius geef ...
![Johannes Maccovius - pagina 339](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/339-thumbnail.jpg)
Johannes Maccovius - pagina 339
327om de duidelijkheid als om de krasheid, alleen weergeef: Twissus dat van „Jussit Deus Abrahamum filium suum unigenitum in victimam offerre. Perpendas hic velim, et iudicium feras: An non ex hoc tenetur Abrahamus credere, voluisse^ ut ipsi filium suum in victimam offerret, quod tamen ex ...
![Johannes Maccovius - pagina 272](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/272-thumbnail.jpg)
Johannes Maccovius - pagina 272
260de voorstelling infralapsarisch. Hij blijft met opzet meestal bij de naaste oorzaken van zalij^jheid en verderf staan. (p. 386). „Maar dit bevredigt Calvijn toch niet. De zonde moge de naaste oorzaakzijn,zijisniet deGode onwaardige voorstellinga ...
![Johannes Maccovius - pagina 275](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/275-thumbnail.jpg)
Johannes Maccovius - pagina 275
263 dig te belijden, erkennende, dat het verband tusschen dezebeide ons nietgeopenbaard."is*)Zoo zien we dus dat noch het Supra- noch het Infralapsarisch standpunt het probleem oplost. In God, als den Oneindige, bestaat die antithese niet. De mensch echter is, d ...
![Johannes Maccovius - pagina 273](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/273-thumbnail.jpg)
Johannes Maccovius - pagina 273
261komt om den mogelijken menscli werkelijk te scheppen, dan moet toch weer tot de infralapsarische orde worden voortgeschreden, (p. 362). Doch ook het Infralapsarisme bevredigt hem niet. „Het infralapsarisme schijnt zachter en billijker te zijn, maar dit blijkt toch bij dieper nadenken sl ...