Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 45
43j \^ ^-/ lis voor menschen, die, naar Gods Woord ons zegt, hatelijk zijn en elkander hatende. liet niet-aandurven van het huwelijk zonder te weten, of Lea dan wel Rachel onder den sluier is, toont op droeve wijze de gezonkenheid van ons bestaan; is een brevet van onvermogen ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 46
44 Huwelijksliefde is verplichting door de betrekking, waarin men tot elkander staat. Daarom zie men toe, dat de gloed niet flauwer worde; mag, als de hefde zonk, niet worden gerust zoolang de vlam niet weer tot de oude hoogte opspeelt. Bedriege men zich niet. Waant niet in oppervlakkigheid, die ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 47
/m ^' Men wordt niet één door de liefde, maar door het huwelijk, en I zoo ook blijft men één alleen door dieu band, al komt men weinig Tia, waartoe hij verplicht. De eigenlijke eenheid is niet de gezindbeid der echtgenooten, maar bet huwelijk zelf. Die eenheid bestaat onafhankelijk van de ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 48
46 meer aan wat het wezen er van heet, sloot niet meer één echt op wat men zijn basis noemt. En maakt men al minder ernst met het beginsel, dan kan men toch hoogstens slechts hiertoe geraken, dat men het huwelijk in eigenlijken, den hoogeren zin des woords, zoo nu en dan aanwezig acht, welke peri ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 49
47 gansch ondenkbaar, dat er nu, hier of daar, misschien nog een volk gevonden wordt, waarop des Heeren Woord toepasselijk is te achten: om de hardigheid uwer harten liet Mozes het geven van een scheidbrief toe ? IV. Overspel a l l e e n b r e e k t den h u w e l i j k s b a n d . Zij zullen tot ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 50
48 zij eens anderen mans wordt^ terwijl de man leeft, zoo zal zij eene overspeelster genaamd worden;" etc. en ook met het oog op wat 1 Cor. YII: 39 staat geschreven: »Eene vrouw is door de wet verbonden, zoo langen tijd haar man leeft j maar indien haar man ontslapen is, zoo is zij vrij, om te tr ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 51
49 wezen op den echt, door iemand vóór zijne bekeering met een' ongeloovige gesloten, welke ook na die verandering in zijn ongeloof volhardt. D3 kerkvader Augustinus en ook de kerkhervormerLutijer hebben zelfs geoordeeld, dat de Christen wel niet steeds verplicht, maar toch altijd bevoegd was, om ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 52
50 Nochtans kan met het oog op de Heilige Schrift zelfs de maUtiosa desertio moeielijk als grond van echtscheiding worden toegelaten-/' Immers zegt de Heiland uitdrukkelijk, dat ook hij, die de onrechtmatig verlatene trouwt, overspel doet; en dus schijnt de Heer wel te bedoelen, dat die verbrekin ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 53
51 quoque, quae a viris non recipiuntur, ligatas manere asserit, ne ad alios maritos transeant. Quid autem, si mulier sit libidinosa, vel alio modo incontinens ? An non inhumanum est, quum perpetuo ardore aestuet, remedium illi negare? Respondeo, quum nos carnis nostrae infirmitas sollicitat, qua ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 54
52 Een advies van gelijksoortigen inhoud gaf Calvijn 22 Juli 1552 aan eene vrouw, die, wijl haar echtgenoot het haar om des geloofs wille zeer moeielijk maakte, vraagde of het geoorloofd ware haren man te verlaten. Zelfs wordt zij eenigermate bestraft, dat zij tegenover haren echtgenoot te veel g ...