Want het is onmogelijk .... wederom te vernieuwen tot bekeering
De brief aan de Hebreen is gericht tot een gemeente, die aan het afzakken is. Het is reeds vrij lang geleden, dat zij het Evangelie hebben gehoord en geloofd. Wat den tijd betreft konden ze leeraars zijn, die in staat waren anderen te onderwijzen. Maar zoover zijn ze heelemaal niet, want als klei ...
Velen geroepen .... weinigen uitverkoren
Bovenstaande tekst heeft reeds vele christenen het angstzweet doen uitbreken. En het waren waarlijk niet altijd de slechtste.Men las en verstond dit vers zóó, dat de roeping eigenlijk van weinig beteekenis was. Die gaat immers uit tot allen, die het Evangelie hooren.De groote vraag ...
De roeping en verkiezing vastmaken
Heel de Schrift leert ons, dat er geen tegenstelling bestaat tusschen Gods werkzaamheid bij de verlossing van den zondaar en de zelfwerkzaamheid van den geloovige in den strijd tegen de zonde. God werkt de gansche verlossing van het begin tot het einde, maar Hij schakelt den mensch van het begin ...
Danken en dienen met eerbied en godvruchtigheid
Er zijn christenen die meenen, dat ze nooit meer bang hoeven te zijn. Ze hebben naar ze zeggen nooit meer iets te vreezen. Ze hebben toch Gods beloften" Hun zonden zijn toch vergeven? En als ze eens zondigen dan is er toch vergeving? Nu dan, wat zouden ze nog te .vreezen hebben? En ze vinden het ...
„Des Heeren tempel, des Heeren tempel, des Heeren tempel zijn deze”
Jeremia 7 verplaatst ons in de dagen van Jojakim, koning van Juda.Het was in de laatste tijden van Juda's volksbestaan. We kennen misschien dat bekende rijtje nog van onzen schooltijd: Josia, Joahaz, Jojakim, Jojachin, Zedekia. Josia was de laatste vrome koning.Maar na hem ging het ...
„Ons vaderland in de hemelen”
UIT DE SCHRIFTIn de voorafgaande verzen heeft Paulus gesproken van mensen, die wandelen als vijanden van het kruis van Christus. Hun einde is het verderf, hun God is de buik, hun eer stellen zij in hun schande, zij zijn aardsgezind. Waarschijnlijk waren het Judaïsten, die niet roemden in h ...
De dienst van de Zoon des mensen.... en de dienst van Zijn discipelen
UIT DE SCHRIFTHet zit de mensen in het bloed om te heersen en zich te laten dienen. Dat is niet slechts bij enkelen het geval, maar bij allen. Van nature begeren we macht en als we de macht hebben, dan maken we daarvan gebruik. En wie dat niet doet is in het oog der wereld een zot. En op h ...
Wedergebaren tot een levende hoop!
UIT DE SCHRIFTPetrus begint deze brief met het bekende: Geloofd zij God. Het is ons bekend uit Ps. 68 : 20: „Geloofd zij de Here, dag bij dag overlaadt Hij ons. Die God is onze zaligheid".Diezelfde lofprijzing komt ook voor aan het begin van de brieven van Paulus aan de Korinthiërs ...
Een erfenis, die klaar ligt in de hemel en erfgenamen, die bewaard worden op aarde
UIT DE SCHRIFTIn de voorgaande verzen heeft Petrus God geloofd. Omdat Hij ons door de opstanding van Christus nieuw leven heeft gegeven. Door de opstanding van Jezus Christus zijn alle dingen anders geworden. Er is voor de gelovigen weer leven en er is weer hoop. Een levende hoop, die niet ...
De Heilige Geest maakt ons niet tot slaven, maar tot kinderen Gods
UIT DE SCHRIFTHet gaat in Rom. 8 over de tegenstelling van het leven naar het vlees en het leven naar de Geest. Leven naar het vlees is een leven in ongeloof. Wie naar het vlees leeft gelooft Gods beloften niet en wandelt in de wegen des HEREN niet. Wie zo doet zal vergaan onder Gods toorn ...